Pleidooi voor één indexsysteem in alle sectoren

De topman van Agoria, Paul Soete, is bereid de discussie te voeren over een aanpassing van de index. Maar de grootste uitdagingen situeren zich volgens hem elders. In het najaar moeten de sociale partners een antwoord vinden op de ontsporing van de loonkosten en moeten stappen worden gedaan om de sociale vrede te herstellen.

Guy Quaden, de gouverneur van de Nationale Bank, gooide vorige week een wel heel grote steen in de sociaaleconomische kikkerpoel. Zijn pleidooi om de automatische indexaanpassing bij hogere inkomens maar gedeeltelijk door te voeren en bij lagere en middeninkomens integraal te laten spelen, werd door de vakbonden onmiddellijk afgeschoten. Ook de federale regering vond het voorstel maar niets. De werkgevers waren gematigd positief. Ook Agoria, dat de technologische industrie vertegenwoordigt. “Het is goed dat Quaden eindelijk gesproken heeft”, zeg Paul Soete. “In februari was hij nog zeer voorzichtig. Er zouden geen tweederonde-effecten komen op de prijs- en loonvorming die voortvloeien uit het effect van de hogere energie- en voedingsprijzen. In maart werd de hoop uitgesproken dat er geen sprake zou zijn van tweederonde-effecten. Nu zegt Quaden dat de loon-prijsspiraal niet in gang mag schieten. Ik vond zijn tussenkomst gepast (lacht). Ik zal straks nog fan van Quaden worden.”

PAUL SOETE (AGORIA). “Voor mij is de bestrijding van de inflatie prioritair, meer nog dan de indexeringsdiscussie. Waarom neemt de inflatie sneller toe in België dan in onze buurlanden? Ik denk dat de Nationale Bank het niet helemaal zelf kan uitleggen. Wat zijn mogelijke oplossingen? Prijzen blokkeren is idioot, want dan maak je de markt kapot. Je kunt wel de verhoging van de distributietarieven voor elektriciteit terugschroeven voor zowel particulieren als bedrijven. We moeten ook nagaan waarom de voedingsprijzen in de distributie bij ons hoger liggen dan in onze buurlanden.”

Is het moment niet aangebroken om het automatische indexmechanisme aan te passen?

SOETE. “De automatische indexering dateert uit de jaren zestig. Dat was voor de tijd dat je een globale marktwerking had. Het model heeft een karakter van onbepaalde duur gekregen. In de jaren tachtig hebben we de hele indexproblematiek laten onderzoeken door een aantal experts. Op basis van een rapport van de Nationale Arbeidsraad werd geconcludeerd dat de index een goede zaak was voor de sociale vrede. Ik stel vandaag vast dat we niet echt van een sociale vrede kunnen spreken als het thema van de koopkracht ter sprake komt – ondanks de index.

“Wij willen in navolging van Quaden praten over het mechanisme. Ik denk ook niet dat er iemand aan de werkgeverskant is die eenzijdig het mechanisme wil aanpassen. Er bestaat een objectieve alliantie tussen bedrijven die het systeem te duur vinden en de werknemers die er te weinig uithalen. Het kost drie keer zoveel aan de ondernemingen dan het opbrengt aan de werknemers. Dus moet je toegeven dat een indexering in procenten bij een inflatie-opstoot van basisproducten zoals brandstof en voeding sociaal onrechtvaardig is voor de laagste loondecielen.

“Ik heb een beetje de indruk dat de consensus over de doelstelling van de indexering weg is. Het idee van Quaden moet volgens mij bespreekbaar zijn. De CAO’s die we indertijd onderhandeld hebben, waren trouwens nooit bedoeld voor de hoogste lonen.”

Het ogenblik waarop de indexaanpassing wordt doorgevoerd wordt in een CAO vastgelegd. Voor de metaalsector staat op 1 juli de grootste indexaanpassing van de jongste 25 jaar gepland. Niet echt een leuk vooruitzicht voor veel van uw leden?

SOETE. “Door de hogere inflatie zal de loonindexering in een aantal paritaire comités 4,26 % bedragen. Voor de metaalsector betekent dit een extra kost van meer dan 300 miljoen euro. De indexaanpassingen voor de technologische industrie lopen dit jaar op tot meer dan 500 miljoen euro.

“Ik zou daarom het volgende idee op tafel willen leggen: waarom kunnen we de indexproblematiek niet interprofessionaliseren? Vandaag is het zo dat elke sector zijn mechanisme heeft, maar de meetapparatuur en de wet op de loonnorm zijn interprofessioneel vastgelegd. Sommige sectoren volgen de indexe-ring van de ambtenaren, andere sectoren passen de indexering per trimester toe of op jaarbasis. Terwijl andere instrumenten rond het behoud van de koopkracht voor iedereen gelden, is de doorvoering van de indexering gedelegeerd aan de sectoren. Het lijkt me veel logischer dat je alles op hetzelfde niveau plaatst.”

Unizo lanceerde vorige week de netto-indexering. De lonen worden geïndexeerd, maar er worden geen sociale lasten geheven op het extra loon. Een interessante piste?

SOETE. “Een mooi idee. De index dient om de nettokoopkracht te verhogen. Eigenlijk is dat net hetzelfde als een lastenverlaging. Maar een lastenverlaging kan je ook op een ander moment dan bij de indexering lanceren. Het is ook veel eenvoudiger zoiets door te voeren als je werkt met een interprofessionele index.”

De vakbonden staan dan op hun achterste poten, want er vloeit minder geld naar de RSZ.

SOETE. “De vakbonden voeren acties voor het behoud van de koopkracht, maar ondertussen vergroot de loonkostenhandicap. Ik verwijs naar de cijfers van de OESO die een loonkostenstijging van 7,2 tot 7,3 % voorspelt waardoor de loonkostenkloof met de buurlanden verhoogt met ongeveer 2,7 %.

“Die komt nog bovenop de historische loonkostenhandicap van 8 % die we tussen 1987 en 1996 opliepen. Toen kwam de wet op het concurrentievermogen. Die bepaalde dat de loonkosten in België niet sneller mochten stijgen dan in de buurlanden. Die hield de handicap binnen de grens van 1 %. Maar die handicap gaat nu weer boven de 3 % als de inflatie verder stijgt. Dat betekent dat we die loonkostenontsporing op het einde van het jaar tijdens het interprofessioneel overleg moeten corrigeren. Zowel de OESO als de internationale instellingen en de hoofdkwartieren van multinationals die vestigingen in België hebben, verwachten dat die wet wordt toegepast.

“Aangezien de wet op het concurrentievermogen de index wil vrijwaren, dan kan die handicap alleen worden weggewerkt via lastenverlaging. En 1 % lastenverlaging is gelijk aan 1,2 miljard euro. 3 % lastenverlaging doet de factuur oplopen tot 3,6 miljard euro. Maar of je nu een netto-indexering invoert waarbij de overheid geen geld afroomt of voor een lastenverlaging kiest, het resultaat blijft hetzelfde. Het is in beide gevallen een verarming van de sociale zekerheid.”

Of de loonkosten echt wel ontsporen zal toch pas duidelijk worden als de CRB dit najaar haar rapport over de loonnorm naar buiten brengt?

SOETE. “We kunnen ons al een idee vormen van de loonkostenevolutie in het buitenland. IG Metall zal in Duitsland op het einde van het jaar met forse eisen naar buiten komen, maar dit jaar en vorig jaar waren de looneisen redelijk. Als de loonkosten ontsporen, kunnen de sociale partners die niet naast zich neerleggen. En als ze er niet uit raken, zal de regering iets moeten doen. Guy Quaden zegt dat 2008 het jaar van de waarheid is voor de indexering. Neen. Het is het jaar van de waarheid voor de wet op het concurrentievermogen. Dat wordt de finale test in november.”

In welke mate heerst daar een gunstig sociaal klimaat voor?

SOETE. “De vakbonden weten ook dat de wet op het concurrentievermogen het indexmechanisme beschermt. Die twee elementen zijn als tweelingen. De agitatie bij de vakbondstop zal wel koelen. Ik zie nu dat Luc Cortebeeck vooroploopt met zijn troepen, maar zodra die mensen aan tafel zitten, denk ik wel dat er te praten valt. Want als je die wet niet respecteert, is ons internationaal imago helemaal naar de vaantjes. Daar kan je niet omheen.

“Wat de koopkracht betreft, ben ik altijd voorzichtig geweest. Wij hebben vorig jaar al gesteld dat de belastinghervorming van 2001 nog niet veel heeft opgebracht voor de lage en middeninkomens. De vermindering van de bedrijfsvoorheffing is een aanpassing die de regering nog niet heeft doorgevoerd. Budgettair is dat een eenmalige uitgave. Is dat zo onmogelijk? Dat is een piste die bekeken moet worden.

“Blijkbaar hebben Open Vld en MR wel begrepen dat de belastingtarieven voor de laagste lonen moeten worden herzien. De graaitaks bestaat al. Van zodra je iets verdient boven het minimumloon zit je in de schijf van 40 %. De plannen van Open Vld en MR om die tarieven af te bouwen, vind ik zinnig. Het doortrekken van de belastinghervorming zou de discussie kunnen afkoelen, maar budgettair weegt dat zwaar.”

Wat vindt u van de spontane stakingsacties voor hogere lonen en van de hoge opkomst tijdens de betogingen voor het behoud van de koopkracht?

SOETE. “Ik heb hier de cijfers over de acties voor hogere looneisen. We hebben 92 gevallen genoteerd. In 26 van de 92 gevallen was er ook sprake van een staking. In vier vijfde van de gevallen hebben we toegegeven. Als we terugkijken op de eerste helft van het jaar hebben we eigenlijk geen grote stakingsgolf gekend, maar was er met de spontane acties wel een zware inbreuk op de sociale akkoorden.

“Wat de hoge opkomst van vorige week betreft, in Antwerpen. Wie deelnam aan de betoging kreeg een compensatie van 35 euro. Zet dat af tegen een brutoloon per dag dat in de buurt ligt van 100 euro en waarvan bijna de helft af gaat. Gezien het mooie weer was de keuze voor velen snel gemaakt.

“Nu, het wordt een van de grote opdrachten van het interprofessioneel overleg om de sociale vrede na te streven. Het overleg tijdens het najaar zal gaan over de thema’s koopkracht-competitiviteit-loonkost met daaraan gekoppeld de noodzaak aan sociale stabiliteit. Ook op sectoraal niveau werken we in die richting. We zijn bezig met een paritaire oefening. We moeten ons een aantal vragen stellen. Kan je het stakingsrecht reguleren? Zijn mensen onrechtmatig afwezig als ze plots het werk neerleggen en de geijkte procedures niet volgen? Doorstaat dat de juridische toets?

“Er zullen dit najaar ook andere dossiers op tafel komen zoals de activering, maar die zullen buiten het overleg worden onderhandeld. Zoals met CAO 90 is gebeurd, die de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen regelde. Op het overleg wordt gewoon afgesproken dat een bepaald dossier tegen een bepaalde datum wordt afgehandeld. CAO 90 is zo op een correcte manier tot stand gekomen.”

Door Alain Mouton/Foto’s Thomas de Boever

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content