Plantaardig eerbetoon aan de kaasplank

Weinig kaasvervangers zijn een volwaardig alternatief voor het klassieke product. Daarom pakt Neri De Meester met haar plantaardige kaasmerk Omage niet alleen de smaak, maar vooral de kaasbeleving aan.

Waar komt de naam Omage vandaag? “Over de naam heb ik lang nagedacht”, zegt oprichtster Neri De Meester. “Talloze ideeën heb ik voorgelegd aan vrienden en familie, maar het enthousiasme bleef lauw. Tot ik op een avond gewoon in de zetel zat en het mij opeens te binnen viel. Omage is ‘an homage to fromage’, maar zelfs zonder die slagzin zegt de naam alles. Het klopte gewoon.”

Waarom hebt u Omage opgericht? “Al sinds ik workshops gaf over plantaardige voeding, vragen mensen me naar alternatieven voor klassieke kaas. Ik besloot me te verdiepen in de ambachtelijke technieken van kaasmakers en ze te combineren met plantaardige ingrediënten. Die experimenten gebeurden vooral in mijn keuken, tot mijn vriend me overtuigde om er een onderneming van te maken.”

Wat onderscheidt de kazen van Omage van andere plantaardige kazen? “Het zijn geen kaasvervangers, maar eerder een aanvulling op het klassieke aanbod. Kaasvervangers zijn vaak gebaseerd op gestolde vetten en edelgistvlokken. Mijn kazen zijn gemaakt op basis van zaden en noten en gerijpt zoals klassieke kazen. Door hun kazige smaak en hun aardse korst passen ze perfect op een bourgondische kaasplank.”

Welke impact had de pandemie? “Omage was eerst een project in bijberoep, maar toen de horeca sloot was het een logische stap om er me volledig op toe te leggen. De voedingsindustrie bleef op volle toeren draaien en lokaal kopen werd aangemoedigd. Eigenlijk zaten alle factoren mee om niet alleen te overleven, maar zelfs te groeien.”

Wat brengt de toekomst voor Omage? “Omdat Omage zo snel groeit, wordt ons pand in de Gentse wijk Brugse Poort stilaan te klein en zijn we op zoek naar een nieuwe productieplaats. Als we de kwaliteit kunnen waarborgen, kunnen de kazen misschien ooit een fabrieksproduct worden. Voorlopig kunnen we met onze huidige werkwijze nog meer produceren.”