PinguinLutosa boert goed

“Pinguin werd iets te vlug afgeschreven”, zegt Herwig Dejonghe, CEO van het diepvriesgroentebedrijf PinguinLutosa. Hij kan mooie jaarresultaten voor 2008 voorleggen en blikt vol vertrouwen en ambitie vooruit.

De velden en akkers rond Langemark liggen er wat moedeloos en verweesd bij. Dit is niet het seizoen van veel actie. Toch niet in de landbouw. Voor Herwig Dejonghe, CEO van PinguinLutosa, is het business as usual. Al klopt ook dat niet helemaal. Vorige week maakte de diepvriesgroenteproducent zijn cijfers voor 2008 bekend en die waren indrukwekkend.

De omzet steeg met 160 procent tot 446,4 miljoen euro, terwijl de bedrijfscashflow (ebitda) met 25,5 miljoen euro toenam en afklokte op 41,9 miljoen euro. De winst per aandeel schoot met 134 procent omhoog. Goed geboerd, zegt men dan in Vlaanderen. We willen het feestje niet verbrodden, want de cijfers zijn indrukwekkend, maar aftoetsen aan vorig jaar is ronduit onmogelijk. Het boekjaar 2008 was een volledig kalenderjaar, terwijl het vorige boekjaar slechts zes maanden bedroeg. En in de vergelijkbare resultaten van vorig jaar zijn de cijfers van de overgenomen Lutosa Groep slechts voor drie maanden vervat. De activiteiten van het Engelse Padley voor zes maanden en die van Christian Salvesen voor 3,5 maanden. Een heuse hocus pocus voor wie wil vergelijken. Dejonghe lacht. “Klopt, deze cijfers kan je eigenlijk niet vergelijken. Maar er hoeft ook niet vergeleken te worden. 2008 geeft een duidelijk beeld van PinguinLutosa zoals het vandaag is. Zelf gaan we ervan uit dat PinguinLutosa aan een nieuw hoofdstuk is begonnen en dat elke vergelijking met het verleden spaak loopt.”

Hongaarse maïsoorlog

Het bedrijf onderging een metamorfose. Het haast ten dode opgeschreven bedrijf van de familie Dejonghe is vandaag een Europese speler van formaat. Mét winstgevende cijfers. De eerste stappen, in 2002, op het Britse continent werden bijna de doodsteek. Toen Albert Fisher, een van de belangrijkste partners voor de West-Vlamingen, in 2002 failliet ging, was Pinguin bijna verplicht om er zelf actief te worden. De vestiging van Fisher in King’s Lynn werd uit het faillissement gehaald en Pinguin begon aan zijn Engelse avontuur. De concurrentie zag Pinguin niet graag komen, wat het begin inluidde van een bijzonder agressieve en pijnlijke strijd. Pinguin hing in de touwen en de resultaten werden niet alleen met bloedrode inkt geschreven, de hele groep begon slagzij te maken. Daarbij kwam er nog een Hongaarse maïsoorlog die de marktprijzen compleet onderuithaalde. De concurrentie telde de slagen en het leek een kwestie van tijd voor de familie Dejonghe de handdoek zou werpen.

“Wij hebben altijd geloofd in wat we deden. Maar het was echt wij tegen de rest. Vooral de Belgische en de Spaanse concurrenten speelden het spel hard. Het was ieder voor zich.” Maar Pinguin toog aan het werk en voerde een drastische sanering door waarbij de productie fors verminderd werd, zo goed als de helft van het personeel werd bedankt en de logistiek werd in eigen beheer genomen. Het bleek het begin van de heropstanding voor Pinguin dat door de sanering lean and mean was geworden, terwijl de Engelse concurrentie, verblind in haar oorlog, in haar eigen vel was gaan snijden. De rollen werden plots omgedraaid. En een aantal spelers verdween van het toneel. Maar Dejonghe koestert geen wraakgevoelens noch schadenfreude. “Ik ben altijd positief blijven voortwerken. Met wraak kom je nergens.”

Pinguin verrees als een feniks uit zijn as, maar het leidde wel tot de split van de ijzersterke tandem van de neven Herwig en Jan Dejonghe. Die laatste zag een uitweg uit de problemen door een consolidatie, iets waar Herwig Dejonghe vraagtekens bij plaatste. Jan Dejonghe, die als financieel directeur hard mee timmerde aan Pinguin, verkocht zijn aandelenpakket aan Veerle Deprez van Univeg.

“We zijn in de beste verstandhouding uit elkaar gegaan en Jan is nog altijd een fervente fan van Pinguin”, zegt Herwig Dejonghe. “Maar Jan verkeek zich volgens mij te veel op het feit dat de mogelijke consolidatiepartners in de eerste plaats onze hardnekkigste concurrenten waren die er een andere agenda op nahielden. Maar zonder Jan stonden we vandaag niet waar we staan. We hebben altijd in de beste verstandhouding samen-gewerkt en ik denk dat de uitstap van Jan voor veel familiebedrijven een les kan zijn hoe je daar correct mee omgaat.”

De motor Deprez

De komst van Veerle Deprez was voor Herwig Dejonghe en Pinguin een riem onder het hart en een bewijs dat het bedrijf nog een toekomst had. “Ik wou bewijzen dat we het konden.” En de familie Deprez raakte overtuigd. In 2006 tekende ook Hein Deprez in op een kapitaalverhoging en toen was het voor iedereen duidelijk dat Pinguin vertrokken was met een zware motor. “Met Hein Deprez haal je iemand binnen die mee kan nadenken en van wie je weet dat het niet zijn ambitie is om klein te blijven.”

De eerste vraag die Dejonghe voorgeschoteld kreeg van Hein Deprez was ‘wat kan hier beter’. “De grote les was: zorg dat je eerst intern je huishouden op orde hebt. Zodra dat gebeurd is, dan gaan we naar buiten kijken.” Er werd fors geïnvesteerd in de productiecapaciteit en het volledige bedrijf ging door een efficiëntieoefening. En toen was Pinguin klaar voor het grotere werk. In een ijltempo werden de Engelse concurrenten Padley en Christian Salvesen Foods opgeslokt. Kroon op het werk was de overname van de Belgische Lutosa Groep, die iedereen met verstomming sloeg. De familie Van Den Broeke van de aardappelspecialist Lutosa wilde haar bedrijf verkopen en vond in Pinguin de complementaire structuur om haar bedrijf een veilig onderkomen te geven. De overname zelf én de snelheid waarmee het gebeurde, zorgden voor de definitieve bevestiging. Pinguin was terug en men kon er maar beter rekening mee houden. De overnames katapulteerden Pinguin naar een omzet van dik 446 miljoen euro en het moet alleen Ardo – van de familie Haspeslagh – laten voorgaan als grootste Europese speler.

2009 wordt het jaar van de verdere integratie, zegt Dejonghe. De naam PinguinLutosa illustreert de nieuwe structuur. De groep is nu een diepvriesgroente- en aardappelverwerker, met commercieel een fikse kruisbestuiving. Beide divisies kunnen nu profiteren van het klantenbestand. “Pinguin stond al sterk in de retail, vooral in het VK, terwijl wij kunnen genieten van de foodservicemarkt die Lutosa sterk had aangeboord.”

Timing is alles

Intussen is de zon boven Langemark laag gaan staan en steekt een felle bries op. Ideaal zeilweer voor Herwig Dejonghe, die een tweedehandsboot heeft in Nieuwpoort. Maar de tijd ontbreekt om er ten volle van te genieten. Want Pinguin staat dan wel klaar, maar komt de crisis nu geen roet in het eten gooien? “We blijven voorzichtig, maar ook voorzichtig optimistisch. Voeding is crisisbestendig. Maar geldt dat ook voor deze crisis, is natuurlijk dé vraag”, zegt Dejonghe. De vraag stellen, is ze beantwoorden. “We beschikken over een goede productmix en we hebben er alle vertrouwen in dat we weinig impact voelen van de recessie. Onze belangrijkste zorg zijn de muntschommelingen. We zijn wel deels ingedekt, maar wie had kunnen verwachten dat het Britse pond zo zwaar zou zakken?”

Daarom ook dat PinguinLutosa geen dividend uitkeert, ondanks de mooie resultaten. “We voelen de crisis niet, maar we weten wel dat ze er is. Vandaar dat we liever geen geld uitdelen. We willen absoluut sterk staan om aan te kunnen wat eventueel op ons afkomt.” Met de lessen uit het verleden lijkt dat een verstandige strategie. “Ik mag er niet aan denken wat er zou gebeurd zijn met Pinguin mochten we deze crisis beleven in volle transformatie. Ik denk vaak aan de schitterende timing waarmee alles kon worden afgerond. Die les heb ik wel geleerd. Niet bij de pakken blijven zitten, maar de moeilijkheden aanpakken. Dat hebben we destijds in Engeland een beetje verwaarloosd. En die fout gaan we geen tweede keer maken.”

Pinguin staat dit jaar inmiddels tien jaar op de beurs. In 1999 was de introductieprijs 26 euro, in 2006 noteerde Pinguin op zijn dieptepunt van 6 euro. Vandaag staat het aandeel op 9,90 euro gewaardeerd. Toch heeft Dejonghe nog geen seconde spijt gehad van de beursnotering en de bijhorende transparantie die in het conservatieve milieu van de groenteverwerkers geen alledaagsheid is. “Wij hebben dingen kunnen verwezenlijken die we zonder beursnotering nooit hadden kunnen doen.”

De voorspelbare vraag brandt al lang op onze lippen, maar nu kunnen we ons niet meer beheersen. En voor wanneer is nu die veelvuldig aangekondigde consolidatie op Belgisch niveau? Dejonghe glimlacht zuchtend. “Het is volgens mij eerst en vooral de taak van de Belgische spelers om op Europees vlak te consolideren. Maar dat vergt managementcapaciteit, ervaring, tijd, geld en vooral goesting. Maar vergis u niet. Alle Belgische spelers zijn op Europees niveau grote kleppers. Zelfs de kleinste speler hier is zo groot als de Europese middenmoot. Neen, als die consolidatie er komt dan zal dat beslist worden op het vlak van de kapitaalstructuur. Pas als de familiale opvolging aan de orde komt, wordt daar werk van gemaakt. Pinguin was een geval apart, want met drie neven stelde het gegeven van die kapitaalstructuur zich eerder dan bij de andere spelers. Maar het is een kwestie van tijd. Het kan nog lang duren, maar ooit krijg je het bevestigende antwoord.” (lacht) (T)

Door Lieven Desmet/Foto: Thomas De Boever

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content