‘PETJE AF VOOR AFRIKA’

Een vastgoedproject opstarten in Oeganda, dat was het plan. Zo’n jaar later staat Kjell Clarysse al terug in België, zonder vastgoedproject en enkele duizenden euro’s armer. Maar wel met zijn eerste langspeelfilm, die bijna klaar is voor een internationale première.

“Het is een casino”, zegt Kjell Clarysse vandaag in Gent. Hij zei het enkele maanden geleden ook al vanuit Kampala tegen zijn Belgische zakenpartner. Clarysse was een jaar daarvoor vol goede moed vertrokken naar de hoofdstad van Oeganda. “Ik was 27 en woonde al mijn hele leven in België. Omdat ik al wel in zo’n veertig andere landen was geweest, had ik de indruk dat het buitenland altijd veel leuker was. Onterecht natuurlijk”, glimlacht Clarysse. “Zodra je elders in het gewone leven wordt gedropt, merk je dat je als toerist toch in een bubbel leefde. Ik ben mezelf dus wel tegengekomen in Oeganda.”

Toen hij in Kampala aankwam, stelde Clarysse zich de vraag wat hij daar eigenlijk wilde doen. “Ik denk meestal niet heel ver vooruit”, lacht hij. Al snel vond hij een interessant vastgoedproject en een Belgische zakenpartner die mee in het verhaal wilde stappen. Het plan was huizen te bouwen voor de lagere middenklasse, die enorm snel groeit in Kampala. Het project kwam niet traag, maar tergend traag van de grond.

“We werkten in één jaar bijvoorbeeld met vier advocaten. Allemaal wilden ze ons geld doen verliezen in hun voordeel. Gelukkig trapten we er nooit in, maar je verliest veel tijd en energie als je de hele tijd brandjes moet blussen”, aldus Clarysse. “Tijdens de allerlaatste vergadering voor we gingen investeren, probeerde onze vierde advocaat nog een vrij grote som voor zichzelf opzij te schuiven. Dat bedisselde hij toen ik de kamer had verlaten. Ik ontdekte het omdat ik het gesprek stiekem opnam. Het is een casino, en daar wilde ik niet in meespelen.”

“Sommige mensen zeggen dat ik een jaar heb verloren. Absurd”, vindt hij. “Het is een enge manier van denken om te concluderen dat je tijd verliest als je een jaar niet in het Belgische stramien meedraait. Op persoonlijk vlak was dit het meest verrijkende jaar tot nu toe. Bovendien heb ik een van mijn grootste dromen verwezenlijkt.” Clarysse bracht de opnames van Papi, The Movie, zijn eerste langspeelfilm, mee naar huis. De actieprent over de bestuurder van een motortaxi moet in augustus klaar zijn.

“In België was het misschien nooit zover gekomen”, denkt Clarysse. “Iets op korte termijn regelen lukt in Afrika veel beter. De mensen zijn er veel flexibeler.” De kersverse regisseur herinnert zich bijvoorbeeld hoe zijn cameraman plots vroeg naar een metalen frame. Het ding moest een meter lang en breed zijn en op een metalen voet staan. “In Afrika bel je dan iemand en dan komt die persoon een uur later op zijn brommer aanzetten met zo’n frame, gelast en klaar om te gebruiken. Hier moet je daar drie weken op wachten. Ik zou zelfs niet weten aan wie ik zoiets moet vragen. Dus, petje af voor Afrika.” Toch kijkt hij ook kritisch naar het land waaraan hij zijn hart verloor. Dat deelt hij ook met het publiek, door het fenomeen van landgrabbing op te nemen in de film.

Waarom verwerkt u een zwaar thema als landgrabbing in een actiefilm?

KJELL CLARYSSE. “Het is daar erg, hoor. Ik ontmoette in Oeganda families die al generaties op een stuk land hadden gewoond en daar hadden geleefd van de landbouw. Tot hun hele domein, zo groot als pakweg Roeselare, door politici aan de een of andere multinational werd verkocht als lege grond. Met als gevolg dat die grond ook echt leeg moest worden. In het beste geval kregen de bewoners er een appel en een ei voor, in het andere geval werden ze gewoon weggejaagd. Het grote publiek moet dat weten, en daar probeer ik bij te helpen door het thema te verweven in een actieverhaal. Anders trek je toch alleen maar bezoekers die het fenomeen al kennen en bereik je nog niets.”

Er wordt wel gezegd dat die multinationals daarna voor werkgelegenheid zorgen.

CLARYSSE. “Wat veel multinationals vooral doen, is het uithangbord van hun corporate social responsibility oppoetsen. Ze geven bijvoorbeeld tien mensen uit zo’n familie een baan, terwijl er honderden hun grond en huis hebben verloren. Daarna maakt zo’n bedrijf een promofilmpje voor de bedrijfswebsite, waarop alles er fantastisch uitziet. Als je ter plaatse bent, merk je soms maar weinig van die zogezegde inspanningen. En toch houden die multinationals de economie in Oeganda mee recht, soms meer dan lokale alternatieven. Alleen maken ze weleens misbruik van het systeem dat door corruptie is doordrongen. Er bestaat een kadaster in Oeganda, maar de omkooppraktijken zijn er zo wijdverbreid dat er veel manieren zijn om het te omzeilen.”

Ziet u oplossingen?

CLARYSSE. “Zelfs als ik president van Oeganda zou worden, zou ik nog niet weten waar te beginnen. Je kunt bijvoorbeeld niet het bevoegde departement veranderen, want iedereen zou zich tegen je keren en je tegenwerken. Er wordt veel onder tafel betaald, en dat systeem herproduceert zichzelf. De nieuwe generatie groeit erin op en heeft geen andere keuze dan er deel van uit te maken. Heel frustrerend voor de vele Oegandese ambtenaren die het wel goed menen. Als je een baan wilt in Oeganda, moet je je collega’s te vriend houden. Werk je tegen, dan heb je geen baan meer. Dus is er nog altijd geen strikt kader dat multinationals grenzen oplegt.”

U vertrok toch ook naar Oeganda met het idee goed geld te verdienen op Afrikaanse grond? Is dat op een kleinere schaal dan niet hetzelfde?

CLARYSSE. “Nee, want er is een enorm verschil tussen het platteland en de stad, waar wij gingen werken. In de stad ben je zeker dat je koopt van de eigenaar. Je doet er dus gewoon aan stadsontwikkeling. Het stadsbestuur was heel enthousiast dat wij betaalbare woningen bij wilden bouwen. De huishuur in Kampala is enorm hoog, omdat er een tekort dreigt. We gingen bovendien heel wat banen scheppen. Ik vond het dan ook jammer het project los te laten, maar ik denk niet dat ik het nog oppik. Ik zou te veel risico’s moeten nemen en mezelf ethisch te veel onderuit moeten halen. Ik wil niet meedraaien in dat systeem.”

Hoe vaak betaalde u onder tafel om uw film rond te krijgen?

CLARYSSE. “Heel weinig. Op de avond voor een draaidag kreeg ik weleens telefoon dat we plots dubbel zoveel moesten betalen om op die locatie te mogen filmen. Mensen halen graag het onderste uit de kan als ze weten dat je bijna niet anders kunt dan bij te betalen. De omstandigheden in Afrika dwingen veel mensen om zo opportunistisch te handelen. De perceptie is bovendien dat een blanke man of vrouw die daar iets onderneemt, wel onmetelijk rijk moet zijn. Maar daar sta je dan telkens. Val je ervoor of niet? Ik trapte er zelden in, maar dat betekende wel dat er veel meer energie kroop in het oplossen van dat soort problemen dan in het regisseren. Best wel frustrerend.”

De filmverdeler in Oeganda is ook een landgrabber. Waarom werkt u dan wel met hem samen?

CLARYSSE. “Dat is een gek verhaal. Die eigenaar van een drietal bioscopen in Oeganda wordt vaak genoemd als landgrabber, maar hij baat zijn cinema’s niet zelf uit. Ik zou het dus net ideaal vinden de film in die zalen te draaien. De uitbater is al akkoord. Alleen weet ik niet of hij de eigenaar over het thema zal inlichten zodra de film in de zalen komt. Op basis van de trailer kun je niet weten waarover de film gaat, maar zodra hij klaar is, zullen ze hem waarschijnlijk wel bekijken.”

Voor hetzelfde geld komt uw film dus nooit in de zalen?

CLARYSSE. “Dat kan, maar ondertussen toonde een productiehuis uit Nigeria wel al interesse voor de rechten – totaal onverwachts. Ook twee Belgische distributeurs gaven al aan dat ze geïnteresseerd zijn en twee Belgische filmfestivals willen de première vertonen. Terwijl het nooit de bedoeling was de film op de Belgische markt te brengen. Ik heb dus ook geen idee hoe goed de film het uiteindelijk zal doen, want de filmindustrie is een sector die ik niet goed ken. Al komt daar nu wel verandering in.”

Sinds uw terugkeer naar België adviseert u starters. Zou u hen ook aanraden te starten in een sector die ze niet kennen?

CLARYSSE. “Niet snel, nee. Maar het hangt er wel van af over welke sector het gaat. Sommige sectoren kun je snel begrijpen. Bij de filmindustrie is dat niet het geval, daar hangt nog altijd een soort waas rond. Dat kan ook niet anders, want je moet je publiek verdomd goed kennen om in te schatten wat het op het grote scherm wil zien. Zelfs bekende productiehuizen misvatten zich daar soms nog aan. De kans is nu groot dat ik de 9000 euro die ik in de film heb geïnvesteerd, zal terugverdienen, maar lange tijd ging ik ervan uit dat ik dat geld niet meer zou terugzien. Daar moest ik me bij neerleggen, anders zou ik me er de hele productie lang druk over maken.”

Voor een langspeelfilm is het wel een budget van niets.

CLARYSSE. “Muziekrechten kopen is bijvoorbeeld te duur. Voor zulke zaken werk ik samen met jonge mensen die net zijn afgestudeerd. Met de inkomsten van de crowdfunding erbij had ik uiteindelijk wel een bedrag van bijna 15.000 euro.”

Was het doel niet 30.000 euro bij elkaar te krijgen?

CLARYSSE. “Ja, maar dat doel lag bewust heel hoog, om mezelf wat marge te geven. Het verraste me zelfs dat we meer dan 5000 euro ophaalden. Je moet daar realistisch in zijn: films maken stond nog niet op mijn cv. Nu ik mijn tweede film schrijf, vraag ik me wel af wat beter is. Vraag ik eerst het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) om steun, om daarna grote acteurs te kunnen overtuigen om mee te werken? Of probeer ik het eerst bij die acteurs, om daarna meer kans te maken op subsidies? Voor Papi, The Movie was het duidelijk dat mijn dossier heel waarschijnlijk een negatieve beoordeling zou krijgen, omdat ik geen ervaring had in de filmsector. De oplossing was dus vrij eenvoudig: ik moest eerst zelf een langspeelfilm maken om mijn achterstand in te halen.”

Dat klinkt alsof u geen gebrek aan zelfvertrouwen hebt.

CLARYSSE. “Ik begin gewoon graag aan dingen zonder er al te veel over na te denken. Let op, ik heb ook mijn limiet, hoor. (Lacht) Ik heb een hoger risicoprofiel dan gemiddeld, maar ik ben niet roekeloos. Maar als ik iets graag wil doen, begin ik er vandaag al aan en zie ik morgen wel welke problemen ik moet oplossen. Mocht ik alles vooraf weten, dan zou ik waarschijnlijk veel minder projecten echt aandurven.”

Zo loopt een mens toch de hele tijd met zijn hoofd tegen de muur?

CLARYSSE. “Uiteraard, maar dat vind ik helemaal niet zo erg. Het is net dankzij die houding dat er heel veel dingen lukken die ik anders niet mogelijk zou hebben geacht. Veel anderen analyseren eerst tot in de details hoe haalbaar een project is voor ze zich ergens op storten. Daardoor sterven er volgens mij veel mensen zonder dat ze weten wat ze hadden kunnen doen met hun leven. Dat is toch jammer?”

SJOUKJE SMEDTS, FOTOGRAFIE FRANKY VERDICKT

“Ik heb geen filmdiploma. Dus moest ik gewoon een langspeelfilm maken om mijn achterstand in te halen”

“Sommige mensen zeggen dat ik een jaar heb verloren. Absurd”

“Iets op korte termijn regelen lukt in Afrika veel beter. De mensen zijn er veel flexibeler”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content