‘Perfectionisme is een beul, je wordt er niet beter van’

CHANTAL VAN DER LEEST "Je mag een vriendelijke coach zijn voor jezelf." © Jelmer de Haas
Dirk Vandenberghe freelancejournalist en podcastmaker

Stelt u hoge eisen aan uzelf en anderen? Of heeft u last van uitstelgedrag? Dan zou u kunnen kampen met perfectionisme. En dat is niet alleen een individueel, maar ook een maatschappelijk probleem. Psychologe Chantal van der Leest schreef er een boek over, met dertien tips om perfectionisme te bestrijden.

Met veel sprekende anekdotes uit haar eigen ervaring en de nodige zelfrelativering en humor illustreert de Nederlandse psychologe en journaliste Chantal van der Leest in haar nieuwe boek wat perfectionisme kan aanrichten als je het onvoldoende herkent en het te veel ruimte geeft. Kort samengevat: dan gaan de dingen erg mis. Perfectionisme is de onderliggende oorzaak van tal van aandoeningen, van eetstoornissen over burn-outs tot depressies. En het kan die ziektes ook in stand houden. Daarom is het goed ons meer bewust te worden van het fenomeen, stelt Van der Leest. Ze begon aan het boek toen ze merkte dat haar eigen perfectionisme veel problemen verooraakte. “Ik wilde onderzoeken hoe dat werkte, en met het resultaat van die zoektocht kan ik misschien ook anderen helpen”, vertelt ze via Zoom vanuit haar woonplaats Amersfoort.

Mensen verwarren perfectionisme met streven naar perfectie. Dat eerste is een probleem, het tweede niet

Voor alle duidelijkheid: u heeft het niet over mensen die de lat hoog leggen en streven naar kwaliteit.

CHANTAL VAN DER LEEST. “Er is een onderscheid tussen perfectionistische strevingen en perfectionistische zorgen. Als je zegt: ik wil het zo goed mogelijk doen, kan dat heel motiverend werken. We vinden het fijn om onszelf een doel te stellen en daarnaartoe te werken, om onszelf uit te dagen. Maar zo gauw het zorgen worden, gaat het andersom werken en werkt het verlammend. Ik houd er niet van dat positieve aspect ook perfectionisme te noemen. Dat klinkt in mijn oren als een positieve depressie. Ik vind het beter om te zeggen: ik streef naar kwaliteit. Ik denk dat het beter zou zijn als we die twee zaken uit elkaar halen. Dan zie je ook beter dat het een probleem is als het doorslaat.”

Terwijl iedere perfectionist het heeft over zijn ‘gezonde perfectionisme’. Maar dat bestaat dus niet?

VAN DER LEEST. “Dat herken ik wel, dat mensen denken dat het een goede eigenschap is. Het vergt misschien wel iets van je en het vraagt veel energie, maar het resultaat is uiteindelijk wel fantastisch. Iedereen wil zo iemand in zijn team. Maar dat komt omdat mensen perfectionisme verwarren met streven naar perfectie. Dat eerste is een probleem, het tweede niet. Het gaat erom dat je wat meer compassie hebt voor jezelf en je eigen fouten. Toen ik dat aan een vriend vertelde, was zijn reactie: ‘Maar ik wil niet verslappen!’ Maar daar heeft het niets mee te maken. Wel met jezelf aanmoedigen en te zeggen: ‘Kom op jongen, je kunt het!’ En dat je niet zegt: ‘Wat een sukkel ben je dat je dit niet kunt.’ Want dat laatste is wat perfectionisten doen. Perfectionisme is een beul in je hoofd, die je de hele tijd loopt af te fakkelen. Daar word je juist niet beter van.”

Compassie hebben met jezelf is een van de dertien tips in uw boek. Die tip mag dus niet verkeerd worden begrepen als: je hoeft het niet zo goed te doen?

VAN DER LEEST. “Het betekent gewoon dat je beseft dat je een mens bent, en dat mensen niet alleen maar goed of slecht zijn. Er zitten een heleboel kanten aan jezelf en die mogen er allemaal zijn. En je moet ook inzien dat je deel uitmaakt van een groter geheel, van mensen die net als jij goede en minder goede eigenschappen hebben. Het is goed daaraan te denken als iets niet lukt. Als we iemand zien worstelen met een probleem, denken we soms dat dat logisch is, want dingen gaan nu eenmaal niet vanzelf. Die compassie die je voor anderen hebt, mag je ook wat meer voor jezelf hebben. Je mag een vriendelijke coach zijn voor jezelf. Je mag jezelf zien als een mens met veel verschillende facetten, en die zijn allemaal prima. Ik snap wel dat sommige mensen dan gaan zeggen: ‘ik ben nou eenmaal lui’, maar dat bedoel ik natuurlijk niet. Het is niet dat je geen eisen meer mag stellen aan jezelf.”

Moeten we daar misschien iets opener over communiceren?

VAN DER LEEST. “Er zijn mensen die zeggen dat je je twijfels niet mag laten zien. Anders word je een prooidier, omringd door hyena’s. Terwijl er ook aanwijzingen zijn dat als je je wat kwetsbaarder opstelt, mensen dan wel degelijk compassie voor je hebben. Of ze duimen voor je, dat het toch gaat lukken. Ik worstelde heel erg met die openheid toen ik voor het eerst lezingen ging geven, naar aanleiding van mijn vorige boek over denkfouten. Ik wilde dat iedereen van zijn stoel viel van verbazing. Maar ik deed dat voor het eerst en ik sta niet eens graag voor grote groepen, dus het is logisch dat ik er even in moest komen. Maar toch wilde ik dat meteen fantastisch doen.”

Ik heb vermijdgedrag en uitstelgedrag, heel erg zelfs. Je kunt het zo perfect willen doen dat je er uiteindelijk niet aan begint

Die mensen kwamen natuurlijk wel omdat ze weten dat u iets te vertellen heeft.

VAN DER LEEST. “Wat ik lastig vond, was dat ik dacht: wat schieten zij hier nu mee op? Ik had het gevoel dat ik hun verdere stappen moest uitstippelen. Terwijl ik natuurlijk alleen maar een paar theorieën kan verduidelijken, zo goed en zo leuk mogelijk. Wat zij daar vervolgens mee doen, is voor hen.”

Dat eerste klinkt heel erg perfectionistisch.

VAN DER LEEST. “Dat is het zeker. Er zijn drie vormen waarin perfectionisme tot uiting kan komen. Dat je jezelf te hoge eisen oplegt, dat je anderen te hoge eisen oplegt, of dat je het gevoel hebt dat anderen je te hoge eisen opleggen. Dat ik van anderen verwacht dat ze wel de juiste conclusies gaan trekken uit wat ik vertel, dat ik ze stuk voor stuk wil veranderen, dat ik wil dat niemand nog denkfouten maakt, ja, dat is natuurlijk erg perfectionistisch. Met wat andere mensen denken, daar heb ik niets mee te maken. Dat heb ik moeten leren, die cirkel van invloed en mogelijkheden. Je kunt wel heel erg betrokken zijn, maar je hebt niet overal invloed op.”

Is dat besef lastig, als ex-perfectionist?

VAN DER LEEST. “Ik ben geen ex. Het schijnt aangeboren te zijn. Mijn vader had zijn eigen bedrijf, maar hij reed ‘s avonds nog zijn monteurs achterna om hun werk te verbeteren, dus ik heb het met de paplepel meegekregen. Ik denk dus niet dat ik er ooit echt vanaf kom. Je kunt het wel vergelijken met verschillende stemmetjes in je hoofd, die dan dingen van je vragen. Ze zitten bij jou in de auto, maar niet achter het stuur. Jij behoudt de controle. Mijn perfectionistische stemmetje zal altijd dingen blijven zeggen vanaf de achterbank, maar ik heb geleerd de radio dan wat harder te zetten en lekker door te rijden.”

Een andere uiting van perfectionisme, waar u ook wel eens last van heeft, is uitstelgedrag. Terwijl dat iets is wat we niet onmiddellijk associëren met perfectionisme, toch?

VAN DER LEEST. “Ja, dat vond ik zelf heel verwarrend. Je kunt perfectionistisch zijn op allerlei gebieden, en dat kan verschillende gevolgen hebben. Ik dacht aanvankelijk: ik kan geen perfectionist zijn, want ik laat sommige dingen versloffen. Tijdens mijn studie heb ik er echt de kantjes vanaf gelopen, ik ben een beetje een sloddervos, ik heb vermijdgedrag en uitstelgedrag, heel erg zelfs, maar dat blijken allemaal mogelijke uitingen van perfectionisme. Je kunt de lat zo hoog leggen, het zo perfect willen doen, dat je er uiteindelijk niet aan begint, of angst hebt om het niet zo fantastisch te doen als je zou willen.”

Was dat de grootste ontdekking tijdens uw zoektocht naar perfectionisme?

VAN DER LEEST. “Dat was toch een van de grote aha’s. Ik moet vaak dingen tegen de deadline doen. Je levert wel iets prima af, maar je moet er de avond voordien nog erg veel voor doen. En natuurlijk hebben meer mensen dat, maar bij mij was het echt doordat ik niet durfde te beginnen, omdat ik vond dat het heel erg fantastisch moest worden. Terwijl er natuurlijk ook mensen zijn die gewoon niet goed zijn met plannen, maar daar ben ik juist heel erg goed in. Ik heb dat schema perfect in elkaar zitten, alleen lukt het me dan niet om te beginnen. En je kunt altijd wel een smoesje verzinnen voor je uitstel.”

Ik ben geen ex-perfectionist. Het schijnt aangeboren te zijn. Ik denk niet dat ik er ooit echt vanaf kom

Hoe kun je weten of iets perfectionisme is?

VAN DER LEEST. “Door te zoeken welke bron eronder zit. Mensen die de hele tijd anderen corrigeren, of die vinden dat anderen dingen moeten doen. Als je merkt dat daar ontzettend hoge eisen achter liggen, kan het met perfectionisme te maken hebben. Maar het kan echt alle kanten op. Het gaat niet alleen om mensen corrigeren, maar ook om constant bevestiging zoeken, of traag praten omdat je bang bent iets verkeerd te zeggen. Of alles eindeloos checken, of veel te veel planningen maken, of helemaal niets doen, of in een slechte situatie blijven hangen en die niet aanpakken. En dat heeft niet alleen invloed op jezelf, maar ook op je omgeving.”

Perfectionisme is dus niet alleen een individueel probleem?

VAN DER LEEST. “Zeker niet. We moeten het echt zien als een maatschappelijk probleem. Het is eigenlijk iets heel neoliberaals. Want we gaan ervan uit dat mensen dingen niet goed doen, niet deugen, hun zaken moeten oplossen. Je moet voor je eigen succes zorgen, en als dat niet lukt, dan heb je gefaald. Pech bestaat niet. We zijn voortdurend met elkaar in concurrentie. Het is pas als je beseft dat iedereen moeite heeft met de eisen die de maatschappij aan ons stelt, dat je dat perfectionistische denken kan voorkomen.”

Wat kunnen we daaraan doen?

VAN DER LEEST.(Lacht) “Ik niet zoveel. Het enige wat ik kan doen, is ervoor zorgen dat mensen erover praten, dat ze er dingen over weten. En wat aardiger zijn voor elkaar, ook al klinkt dat een beetje suf. En misschien kunnen we anders gaan denken over succes. Nu zien we dat als meer geld, een grotere auto en een mooie titel voor je naam. Maar is dat succes? Of heb je een succes van je leven gemaakt als je een fijne band hebt met de mensen om je heen? Of als je echt iets goeds hebt gedaan voor de maatschappij? Waarom kijken we niet meer op die manier naar succes?”

En we hoeven niet de hele tijd superefficiënt te zijn.

VAN DER LEEST. “Nee, dat nuttigheidsdenken gaat deels samen met perfectionisme, het zijn tekenen van deze tijd. Maar niet alles hoeft nut te hebben, je mag ook dingen gewoon doen voor het plezier. Dat vond ik zelf erg lastig. Ik heb al mijn hobby’s overboord gegooid, omdat ze allemaal een doel hadden. Ik wilde alleen maar uitblinken, maar op den duur zat me dat zo dwars, dat ik met alles ben gestopt. Blijkbaar heb ik nooit goed geleerd echt te spelen. Daar zit toch een klein trauma. Misschien moet ik naar de psycholoog” (lacht).

Chantal van der Leest, Waarom perfectionisten zelden gelukkig zijn. 13 tips tegen perfectionisme, Uitgeverij Business Contact, 157 blz., 17,50 euro

'Perfectionisme is een beul, je wordt er niet beter van'

Bio

– 1979: geboren in Eindhoven

– Studeert psychologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en Journalistiek voor academici aan de Hogeschool Utrecht

– Medewerker Psychologie Magazine

– 2018: publiceert het boek Ons feilbare denken op het werk

– Sinds 2019: columnist voor het Algemeen Dagblad

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content