Paringsdrang bij pillenmakers

Pfizer is begonnen. Maar de paringsdans in de farmasector is nog lang niet voorbij. De zenuwachtigheid neemt toe, want elke nieuwe alliantie gaat gepaard met banenverlies. Ook in ons land, waar de sector tienduizenden werknemers telt.

y Door Bert Lauwers/Foto’s: Pat Verbruggen

Door Bert Lauwers/Foto’s: Pat Verbruggen

Pfizer gooide met zijn bod van 68 miljard dollar op sectorgenoot Wyeth een forse stok in het hoenderhok van farmaland. Pfizer, sinds de overname van Warner Lambert in 2000 de onbetwiste marktleider, moest ageren omdat het onvermijdelijk zwaar zal lijden onder het naderende verlies van de octrooibescherming op topproducten als de cholesterolremmer Lipitor. In 2008 was die in zijn eentje goed voor 12,4 miljard dollar omzet, of ruim een kwart van de totale omzet uit Pfizers medicijnen op voorschrift.

Door de scherpe terugval van de omzet zou Pfizer zonder drastische ingreep zijn marktleiderschap kwijtspelen tegen 2013. Meer zelfs, het zou waarschijnlijk naar plaats vijf zijn gedonderd, na het Zwitserse Roche en Novartis, het Franse Sanofi-Aventis en het Britse GlaxoSmithKline.

Daarna was Merck, in Europa gekend als Merck Sharp & Dohme (MSD), aan zet. Merck wil Schering-Plough kopen voor 41 miljard dollar. En daar houdt het niet mee op. Onder meer het Franse Sanofi-Aventis, het Zwitserse Novartis en het in ons land sterk aanwezige GlaxoSmith-Kline (GSK) gaan over de tongen als mogelijke predators.

GSK, dat in ons land zowat 6700 werknemers telt, geeft wel aan nu niet geïnteresseerd te zijn in een grote fusie of overname. Ook Novartis en Sanofi Aventis stellen zich vooralsnog eerder terughoudend op, terwijl Roche lange tijd de handen meer dan vol had met zijn pogingen om het biotechbedrijf Genentech volledig in handen te krijgen. Nu die deal ter waarde van 47 miljard dollar rond is, zal Roche financieel en operationeel even op adem moeten komen.

Who’s next?

Maar heel wat farmatoppers zitten natuurlijk op een goedgevulde oorlogskas en moeten willens nillens speuren naar de geschikte prooi om niet weggedrukt te worden. “In het huidige klimaat kan geen enkel bedrijf het zich permitteren om afzijdig te blijven”, zegt Jan Van Acker, de algemeen directeur van MSD in België. “Er zal ongetwijfeld meer consolidatie komen”, zegt ook Kris Westelinck, de CEO voor Pfizer België. “De farma-industrie was altijd zeer gefragmenteerd. Rond 1996 had de marktleider minder dan 5 procent van de wereldmarkt. Nu hebben wij nog altijd maar 10 procent van de markt.”

Ook Sanofi-Aventis, het Britse AstraZeneca en het Amerikaanse Bristol-Myers Squibb zien de komende jaren waarschijnlijk 30 procent of meer van hun omzet verdwijnen door generische concurrentie. Daarom dat vooral Merck een goede zaak lijkt te hebben gedaan met de overname van Schering-Plough. Die laatste heeft van alle toppers het minst te lijden van octrooiverlies.

Tot nader order lijkt de Amerikaanse farmamarkt trouwens het voornaamste strijdtoneel van big pharma te blijven. Puur Amerikaanse operaties, zoals bij Pfizer-Wyeth en Merck-Schering-Plough, liggen nu eenmaal technisch eenvoudiger dan in Europa, waar telkens aandelen op verscheidene markten staan genoteerd. Bovendien staan de meeste Europese spelers, zelf al het resultaat van verscheidene fusies, een stuk sceptischer tegenover zulke megadeals van tientallen miljarden euro. De kortetermijnverbeteringen in cashflow en resultaten lossen niet het aanzwellende probleem van ontoereikende pijplijnen op, klinkt het.

De deals tussen Pfizer en Wyeth, en tussen Merck en Schering-Plough bewijzen intussen wel dat de farmasector discretie hoog in het vaandel voert. Zo werd ook binnen de sector lang gedacht dat Pfizer zou aansturen op een overnameakkoord met Amgen,’s werelds grootste biotechbedrijf. “Het was een gerucht dat een jaar of drie geleden voor het eerst de kop opstak”, zegt Westelinck. “Maar binnen ons bedrijf waren maar een paar mensen op het allerhoogste niveau op de hoogte van een bod op Wyeth.” Ook over Merck werd lang gespeculeerd dat het eerder een pure biotechspeler op het oog had. Het bod op Schering-Plough kwam dan ook als een donderslag bij heldere hemel.

Wie de volgende overnameprooi wordt, is dan ook niet te voorspellen vanuit de lokale afdelingen, maar wordt bedisseld bij het kransje CEO’s en ver afgelegen boardrooms. AstraZeneca en Bristol-Myers Squibb worden intussen wel het vaakst geciteerd, maar ook het Duitse BayerHealthcare gaat geregeld over de tongen.

Afslankingen onvermijdelijk

De keerzijde van de hernieuwde consolidatiedrang is natuurlijk dat die onherroepelijk gepaard gaat met fors banenverlies, als gevolg van dubbel lopende functies of desinvesteringen om de goedkeuringsautoriteiten ter wille te zijn. Als de deal tussen Pfizer en Wyeth rond geraakt, kost dat wereldwijd 19.500 jobs. Bij Merck en Schering-Plough zouden 15.000 banen voor de bijl gaan. En dat terwijl beide de voorbije jaren al met de fijne kam door het banenbestand waren gegaan, ook in ons land. Hoe groot de schade aan het werknemersbestand zal zijn bij de nieuwe operaties is nog niet geweten. Pfizer en Wyeth tellen samen bijna 3150 werknemers in België. Bij Merck en Schering-Plough zijn dat in totaal 1900 personen.

Dat de meeste spelers hier in België op last van hun buitenlandse hoofdkwartieren eerder al moesten saneren, kan er wel voor zorgen dat de schade meevalt. In de meeste gevallen werd gesnoeid in de commerciële organisatie, zeg maar het netwerk van artsenbezoekers. Zo mocht bij Pfizer 30 procent van die artsenbezoekers vertrekken. Bij Merck is dat netwerk zo’n 15 procent lichter vergeleken met 2004.

En die afslankingen bleven dan nog binnen de perken. Bijna niemand ontsnapt aan de onvermijdelijke erosie van octrooibescherming van verkoopstoppers en de verwoestende invloed van de generische middelen op de omzet. In eigen land heeft bijvoorbeeld ook Janssen Pharmaceutica op last van zijn Amerikaanse moederbedrijf Johnson & Johnson moeten snoeien in het werknemersbestand. De Kempense farmareus schrapte in 2007 zowat 600 jobs en vorig jaar zowat 150 banen.

De vrees bestaat dat in een volgende fase van de consolidatie – als het bloeden van de productenpijplijn niet kan worden gestelpt – op de hoofdkwartieren van de grote concerns wordt beslist om het mes te zetten in het aantal productie- en onderzoekseenheden. Tot dusver bleef ons land daar gelukkig grotendeels van gespaard, al sloot Eli Lilly in 2006 zijn onderzoeksafdeling in Mont-Saint-Guibert en wil AstraZeneca zijn verpakkings- en distributieafdeling inDestelbergen afstoten of sluiten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content