‘Overleven is nu de boodschap’

ITALIË Ook zonder het coronavirus bewoog de Italiaanse economie bijna niet meer. © NurPhoto via Getty Images

De Italiaanse economie kampte al met een zwakke gezondheid en krijgt er nu een zware coronabesmetting bovenop. Komt het land dat nog te boven? “Een crisis brengt het beste van het Italiaanse DNA naar boven.”

De Vlaming Danny Daneels woont al 34 jaar in Italië, maar dit heeft hij nog nooit meegemaakt. Ondanks het aangename lenteweer lijkt zijn dorp in de buurt van Modena wel uitgestorven. Compleet tegen hun natuur in leven de Italianen de quarantaineregels netjes na. “Het gaat om hun gezondheid, en daar hechten ze veel belang aan”, zegt Daneels. “Het moet een van de weinige keren zijn dat de Italianen de regels volgen.”

Maar al die discipline zal de economische klap niet verzachten. Ook zonder het corona- virus bewoog de Italiaanse economie bijna niet meer. Na een groei van 0,2 procent in 2019 luidde de voorspelling van de Europese Commissie voor 2020 amper beter: 0,3 procent. Daar komen nu de gevolgen van de coronamaatregelen bovenop. Gelukkig blijven de Italiaanse fabrieken draaien, en dat komt ook Daneels goed uit. Als handelaar in Italiaanse vleesspecialiteiten levert hij aan de lokale vleesverwerkende industrie, zijn grootste klant. “De vleesindustrie werkt normaal en kan nog altijd uitvoeren naar andere EU-landen”, zegt Daneels. “Ook de supermarkten doen het goed. Mijn leveringen aan de cateringbedrijven en de horeca zijn wel in elkaar geklapt. Ik schat dat mijn omzet 5 à 10 procent lager ligt dan normaal. Gezien de ernst van de toestand, valt dat nog mee.”

Morgen kunnen net zo goed andere lidstaten in de problemen komen. De hele eurozone is in gevaar, alweer

Ook Vandemoortele blijft produceren. De specialist in bakkerijproducten, margarines en culinaire oliën maakt pizza’s en focaccia’s in zijn vestigingen in Genua en Ravenna. Er werken 350 werknemers. “Mensen moeten blijven eten”, legt woordvoerder Marc Croonen uit. “De leveringen aan de horeca zijn gezakt, maar de verkoop aan de retail is gestegen. Beide compenseren elkaar. De coronacrisis heeft vooral een impact op het persoonlijke leven van onze werknemers. Wie kinderopvang moet organiseren, krijgt van ons een financieel steuntje. Dat neemt een stuk van de druk weg.”

Ook de logistiek blijft functioneren. “De goederen gaan hier binnen en buiten. In deze omstandigheden is dat een mirakel”, zegt Dirk Verwimp, die verantwoordelijk is voor de Italiaanse vestigingen van het logistieke concern Katoen Natie. “Er dreigt wel een tekort aan vrachtwagens, wat te danken is aan de idiotie van de buurlanden. Oostenrijk controleert alle vrachtwagens uit Italië. Dat is als een oorvijg geven aan iemand die al wankelt. Aan de Brennerpas staan files van 90 kilometer om Oostenrijk binnen te rijden. Het resultaat is dat Duitse transporteurs onvoldoende vrachtwagens vinden om Italië te bevoorraden.”

Permanente schade

Al blijven de fabrieken functioneren, aan een zware recessie valt niet meer te ontkomen, volgens de Italiaanse econoom Lorenzo Codogno, het hoofd van LC Macro Advisers, een macro-economisch consultancybureau in Londen. “Cafés en restaurants zijn gesloten, net zoals de meeste winkels. Dat doet de consumptie kelderen tot misschien een tiende van het normale niveau”, zegt hij. “Het toerisme – goed voor 5 procent van het Italiaanse bruto binnenlands product (bbp) en 6 procent van de werkgelegenheid – ligt plat. Zelfs in de veronderstelling dat het ergste voorbij is tegen mei, komen mijn berekeningen uit op een economische krimp van 3,1 procent dit jaar.” De Italiaanse regering springt bij met een economisch steunpakket van 25 miljard euro, of 1,4 procent van het bbp. Dat pakket bevat onder meer een uitstel van belastingen en hypotheekaflossingen. Bedrijven kunnen loonsubsidies en bankwaarborgen krijgen. “Overleven is nu de boodschap”, zegt Codogno. “Het grootste gevaar is dat gezonde bedrijven over de kop gaan door liquiditeitstekorten. Dat brengt het economische weefsel permanente schade toe en verlaagt de Italiaanse groei, die al erg laag was.”

Stuntelige opmerking

De lagere groei maakt de Italiaanse overheidsschuld extra zwaar om te dragen. In 2018 is de schuld aangezwollen tot een vervaarlijke 134,8 procent van het bbp. Dat bleef vorig jaar onveranderd. Een nieuwe sprong zal nog maar eens alarmbellen doen afgaan over de muntunie. Codogno kijkt niet zozeer naar de Europese Centrale Bank (ECB) voor hulp. Ondanks een stuntelige opmerking van voorzitster Christine Lagarde – haar suggestie dat ze zich niet bekommerde om de stijgende Ita- liaanse rente had een averechts effect – is Codogno tevreden met haar beslissingen van vorige week. De ECB zal de banken helpen om de kredietverlening aan kmo’s op peil te houden. Daarnaast koopt de ECB dit jaar voor 120 miljard euro extra obligaties op, geld dat vooral naar Italiaans papier zal gaan, mocht Italië in nauwe schoentjes komen, speculeert Codogno. Dat Lagarde de rente ongemoeid liet, vindt hij terecht. “Een verlaging had weinig uitgehaald.”

Zodra de experts het einde van de epidemie afkondigen, moet de overheid haar burgers duidelijk het gevoel geven dat de noodtoestand voorbij is

De ECB heeft gedaan wat ze kon, besluit Codogno. Hij vindt dat vooral de lidstaten over de brug moeten komen, met opvraagbare kredieten van het Europese noodfonds ESM. Reden genoeg: als Italië omvalt, komt de hele eurozone in gevaar. Italië is veel groter dan Griekenland. De redding van de op twee na grootste economie van de eurozone zal wellicht een duizelingwekkend bedrag vergen. Codogno rekent op het aankondigingseffect. “Een geloofwaardig engagement van de lidstaten zal de markten overtuigen dat de spread tussen de Italiaanse en de Duitse obligatierente niet zal oplopen. Met wat geluk heeft Italië de noodhulp niet eens nodig. Maar morgen kunnen net zo goed andere lidstaten in de problemen komen. De hele eurozone is in gevaar, alweer.”

Bernardo Bertoldi
Bernardo Bertoldi “De angst zit er diep in bij de Italianen.”

Straatfeesten

Wat niet wegneemt dat Italië een zwakke schakel blijft, en niet alleen door zijn zware overheidsschuld. De economie mist kracht. De groei van de arbeidsproductiviteit zit al jaren ver onder het EU-gemiddelde, net zoals de investeringen, wat invreet op het groeipotentieel. Italië vergrijst ook sneller, terwijl de jeugdwerkloosheid tot de hoogste in Europa behoort – net zoals het aantal vroegtijdige schoolverlaters, vooral in Zuid-Italië. De banken zijn weer een stuk gezonder, maar hun grote blootstelling aan Italiaanse overheidsobligaties maakt hen kwetsbaar voor speculatiegolven (zie kader Gezondere banken, maar zorgen blijven).

We zullen bekwame en moedige bankiers nodig hebben. Dat is de ware bankierskunst: geld uitlenen in volle crisis, aan de juiste mensen

Wordt de coronacrisis er te veel aan? “Integendeel”, zegt Bernardo Bertoldi, hoogleraar bedrijfseconomie aan de universiteit van Turijn. “Dit is een medische noodtoestand die zal uitlopen op een economische crisis. Maar een crisis brengt het beste van het Italiaanse DNA naar boven. Dat wijst de Italiaanse geschiedenis keer op keer uit. In 2006 zat het Italiaanse voetbal diep in het slop, geplaagd door omkoopschandalen. Uitgerekend dat jaar won Italië het wereldkampioenschap, zonder enige planning. Tegen Duitsland dan nog, het gastland dat zich jarenlang had voorbereid op dat toernooi.”

Om uit de crisis te raken, zal eerst bloed moeten vloeien. Bertoldi ziet de talloze kleine Italiaanse familiebedrijfjes als eerste in liquiditeitsproblemen komen, gevolgd door kmo’s en uiteindelijk ook grote bedrijven, als de epidemie lang duurt. “We zullen bekwame en moedige bankiers nodig hebben”, zegt Bertoldi. “Ik geef vaak het voorbeeld van de Italiaans-Amerikaanse bankier Amadeo Pietro Giannini, de stichter van wat later de Bank of America zou worden. Na de aardbeving in San Francisco van 1906 was hij een van de weinige bankiers die geld durfden te lenen aan mensen die alles verloren waren, maar hun leven wilden heropbouwen. Later kreeg Giannini elke lening terugbetaald. Dat is de ware bankierskunst: geld uitlenen in volle crisis, aan de juiste mensen.” Maar leningen hebben weinig zin als het geld niet opnieuw wil rollen. Zodra de epidemie gaat liggen, moeten consumenten weer consumeren en ondernemers weer investeren, zo snel mogelijk, om de economische schade te beperken. Zo’n snelle heropstart wordt niet gemakkelijk. De angst zal nog lang blijven hangen, aldus Bertoldi. “Vanmorgen zag ik in de supermarkt hoe angstvallig mensen ruim een meter afstand houden van elkaar. Het zit er diep in. Zodra de experts het einde van de epidemie afkondigen, moet de overheid haar burgers duidelijk het gevoel geven dat de noodtoestand voorbij is. Waarom geen grote straatfeesten organiseren, zoals bij het einde een oorlog? Dan voelen de mensen het meteen.”

'Overleven is nu de boodschap'
© NurPhoto via Getty Images

Gezondere banken, maar zorgen blijven

De Italiaanse banken hebben werk gemaakt van de afbouw van hun probleemkredieten, maar ze blijven kwetsbaar.

Het grote probleem van Italië is het gebrek aan economische groei. Dat probleem sleept al meer dan tien jaar aan. Een van de verklaringen is gelegen bij de zwakke Italiaanse banken. De financiële crisis zadelde hen met een hoop probleemkredieten op. Door die op hun balans te houden, hadden ze te weinig ruimte om nieuwe leningen te verstrekken en zuurstof te geven aan het bedrijfsleven. De voorbije vier jaar hebben de Italiaanse banken dan toch werk gemaakt van de afbouw van de probleemkredieten (leningen met een grote betalingsachterstand). Terwijl die slechte leningen in 2016 nog 16 procent van hun kredietportefeuille innamen, daalde dat percentage vorig jaar naar 7,5 procent. Maar dat is nog altijd ruim dubbel zo hoog als het gemiddelde van de banken in de eurozone, of 3,4 procent. Vooral de vijf grote banken – Unicredit, Intesa Sanpaolo, Banco BPM, Monte dei Paschi en UBI Banca – verkochten grote portefeuilles en effectiseerden activa. De overheid maakte dat proces mogelijk via een waarborgregeling. Bij de kleine en middelgrote financiële instellingen, waaronder veel coöperatieve banken, werden de balansen veel minder gesaneerd. Zij kampen nog altijd met ratio’s voor probleemkredieten van meer dan 10 procent. Die banken hebben ook af te rekenen met hoge kosten en een lage rendabiliteit. Slechte leningen zijn maar een van de problemen van de Italiaanse banken. Hun investeringsportefeuilles zitten vol overheidsobligaties van het eigen land. Dat maakt ze erg gevoelig voor de evolutie van de Italiaanse rente en het renteverschil met andere EU-landen. Daardoor tast een daling van de obligatieprijzen al heel snel het eigen vermogen van de banken aan. De gemiddelde kern-kapitaalratio bedraagt weliswaar een bevredigende 13,5 procent, maar dat zit onder het gemiddelde van 14,8 procent van de eurozone. Ten slotte zijn de Italiaanse banken voor hun financiering erg afhankelijk van het eurosysteem van de centrale banken. De Italiaanse banken deden de voorbije jaren gretig een beroep op de gerichte langetermijn- financieringsprogramma’s (TLTRO’s) van de ECB. Eind 2019 was 220 miljard euro financiering afkomstig van het eurosysteem. Dat betekent dat een derde van de totale financiering door de centrale banken van de eurozone naar Italië vloeit. De ECB kondigde vorige week een nieuwe tranche TLTRO’s aan. Die bieden de banken gunstige financieringsvoorwaarden als ze kmo’s leningen blijven verstrekken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content