“Over vijftien jaar is UCB veel groter”

Met de crisis beleeft ook de farmasector turbulente tijden en een imploderend businessmodel. Roch Deliveux, CEO van UCB, heeft echter ook goed nieuws. En hij gelooft in het langetermijnpotentieel van zijn bedrijf.

Niet vaak zoveel lachende gezichten gezien als tijdens onze recente bezoekjes aan het hoofdkwartier van UCB in Anderlecht. De sierlijke inkomhal wordt gedomineerd door twee spandoeken die het eigen personeel moeten inpeperen dat Neupro, een huidpleister tegen ziektesymptomen van Parkinson, weer op de Europese markt werd toegelaten.

Roch Doliveux, geboren in Thouars in West-Frankrijk, verontschuldigt zich eerst omstandig voor een eerste afspraak die in het honderd was gelopen en brengt opgewekt zijn verhaal. Ruim anderhalf jaar eerder verliep onze eerste ontmoeting een stuk gecrispeerder. Toen werd UCB geconfronteerd met teleurstellend uitstel van de marktautorisatie van enkele gedoodverfde sterproducten. Wat toen heel wat twijfels deed rijzen over het langetermijnpotentieel van het door de holding Tubize gecontroleerde farmabedrijf.

Die twijfels werden gevoed door het imago van one trick pony dat UCB had verworven door de dominantie in verkoop en winst van het antiallergiemiddel Zyrtec en later het epilepsiegeneesmiddel Keppra. UCB heeft intussen de patentbescherming op beide producten verloren. De twijfels van de markt hadden alles te maken met de vrees dat de nieuwe generatie middelen nooit het gat in de omzet en de winst zouden kunnen vullen dat het wegvallen van de octrooibescherming van Zyrtec en Keppra sloeg.

Maar het kan verkeren. In mei startte een regelrechte goednieuwsshow met eerst de goedkeuring in de VS voor de gedoodverfde blockbuster Cimzia voor de behandeling van reumatoïde artritis. Diezelfde maand mocht UCB Vimpat (epilepsie) in de VS gaan verkopen. Een maand later waren er positieve laatstefaseresultaten voor Xyrem, een middel tegen spierreuma, volgde het groene licht voor de verkoop van de Neupro-pleister in Europa en kwam er een positief advies voor Cimzia voor de Europese markt. Bovendien geniet UCB nog na van de goedkeuring voor de VS van Toviaz (overactieve blaas), dat wordt verdeeld door Pfizer. Dat UCB begin vorige maand noodgedwongen stopte met de ontwikkeling van een nieuw product tegen multiple sclerose kon de pret niet bederven.

De positieve nieuwsflow, gecombineerd met de sterke halfjaarresultaten die onlangs werden gepubliceerd, hebben ook de meeste analisten een stuk gunstiger gestemd over UCB en diens aandelenkoerspotentieel. Die halfjaarcijfers bewezen overduidelijk de impact van het herstructurerings- en besparingsprogramma Shape, dat precies een jaar geleden werd aangekondigd en 2400 jobs kostte – waarvan ruim 550 in België – of ruim een vijfde van het wereldwijde totaal. “Er zijn nog aanpassingen vereist in verscheidene geledingen van de organisatie”, zegt Doli- veux. “Simplificatie is iets waar je continu aan werkt.”

Meer zeldzame ziekten

Het huzarenstukje van de snel opeenvolgende positieve berichten kan nu al beschouwd worden als de kroon op het werk van de 52-jarige Doliveux. Hij werd in 2003 ingelijfd door UCB om er begin 2005 Georges Jacobs op te volgen als CEO. Als de volgende generatie producten uit de UCB-pijplijn moet rollen, zal de dierenarts er hoogstwaarschijnlijk niet meer bij zijn.

Het maakt zijn genoegen over de huidige gang van zaken er niet minder op, want Doliveux is de architect van het UCB new look. Meteen na zijn komst, bijna zes jaar geleden, deed hij een swot-analyse van zijn nieuwe werkgever. Het leidde mee tot een grondige strategische heroriëntering en de acquisitie van het Britse biotechbedrijf Celltech en het Duitse Schwarz Pharma. Celltech zorgde voor Cimzia en Schwarz bracht Vimpat, Neupro en Toviaz voort.

“De transformatie werd geforceerd door het verlies van het patent van Zyrtec in de VS en dat van Keppra, ook in de VS, een jaar later. We stonden op een burning platform“, legt Doliveux uit. “Je verliest, zoals in het geval van Zyrtec, meteen 95 procent van je omzet aan de generische concurrentie. Bij Keppra was het 80 procent. Om het in financiële termen te zeggen: UCB had op zeker moment een bedrijfswinst van 485 miljoen euro, waarbij Zyrtec alleen al in de VS 405 miljoen vertegenwoordigde.”

Doliveux deed UCB ook resoluut kiezen voor geneesmiddelen tegen ernstige ziekten, lees meer zeldzame ziekten waarin er minder concurrenten actief zijn. UCB trekt zich met andere woorden terug uit de markt van zogenaamde huisartsengeneesmiddelen omdat het zich als middelgrote speler geen leger artsenbezoekers in de VS kan veroorloven en gaat voor medicijnen die worden voorgeschreven door specialisten. Het speelveld van de UCB-laboratoria is meer bepaald het centrale zenuwstelsel en ontstekingsziekten zoals artrose.

“Door die focus kunnen we onze middelen focussen op R&D en minder op marketing en kunnen we concurreren met bedrijven van eender welke omvang”, zegt Doliveux. Om de kas van R&D nog meer te spijzen, heeft UCB eerder dit jaar een handvol niet-kernactiviteiten verpatst aan GlaxoSmithKline (GSK). Die activa vertegenwoordigden een kleine 2 procent van de groepsomzet en leverden zelfs meer dan een half miljard euro op omdat ze een grote strategische waarde hebben voor GSK. Doliveux sluit niet uit dat nog andere activiteiten de deur uitgaan. “Als we een zeer mooi bod krijgen, zullen we dat zeker overwegen zodat we onze aandeelhouders gelukkig maken en ons onderzoek kunnen versterken.”

Risicovol en fragiel

Doliveux accepteert de kritiek dat UCB onvoldoende sterk staat in de vroege ontwikkelingsfasen. “Er is nog veel werk met onze pijplijn. Het goede nieuws is dat we vijftien jaar hebben om het probleem op te lossen. We moeten alleen zorgen dat we in een sterke positie staan tegen de volgende golf van patentverlies in 2023-2025, want met de vier nieuwe producten (Cimzia, Vimpat, Neupro en Toviaz) kunnen we de groei aandrijven over de volgende tien jaar.”

Op de lauweren rusten kan UCB zich nochtans niet veroorloven. Farma blijft een zeer risicovolle en fragiele business met bijzonder lange productontwikkelingstijden. Zo werd Cimzia al dertien jaar geleden ontdekt in de toenmalige onderzoeksafdeling van Celltech in de Londense randgemeente Slough, maar werd het pas dit jaar in de VS gelanceerd. Bovendien beseft het bedrijf ook wel dat enkele recente weigeringen van de Amerikaanse goedkeuringsautoriteit FDA of diens Europese broertje EMEA het plaatje er al een stuk minder rooskleurig hebben doen uitzien.

Wetenschappelijke reputatie

Om zich voor te bereiden op de volgende golf van patentverlies werd vorig jaar al UCB NewMedicines in het leven geroepen om de interne innovatie aan te zwengelen. Merkwaardig genoeg geeft Melanie Lee, bij UCB verantwoordelijk voor de ontwikkeling van die nieuwe medicijnen, er eind deze maand de brui aan. Dat dit zou wijzen op een probleem met die ontwikkeling ontkent Doliveux in alle toonaarden. “Ze is heel UK-gericht en houdt niet zo van reizen. En dat terwijl voor deze job iemand nodig is die eerst in Californië en dan weer aan de KULeuven of in Boston kan aankloppen. We hebben dus net nu iemand nodig die onze externe partnerships kan koesteren.”

Wie Lee – die uit de Celltech-stal kwam – opvolgt, is nog niet duidelijk. Maar dat het een buitenstaander wordt, staat buiten kijf. En Doliveux laat zich niet opjagen. “Het gaat wel over de belangrijkste persoon voor de langetermijntoekomst van het bedrijf en dat is niet de CEO of de CFO. We hebben intussen ook al een heel indrukwekkende lijst van kandidaten, een bewijs van de wetenschappelijke reputatie die UCB inmiddels heeft in de farmawereld.”

Ook naar nieuw pijplijnmateriaal speurt Doliveux niet alleen intern. De sleutel voor de toekomst van het bedrijf ligt volgens hem vooral ook in externe samenwerking die in sommige gevallen kan uitmonden in kleine overnames. “Deze wetenschap is zo complex geworden dat niemand alles nog begrijpt. Je kunt het niet op je eentje doen. Je focust op datgene waar je goed in bent en gaat een partnerschap aan met iemand die aanvult wat je doet.”

UCB heeft intussen ruim 440 partnerships lopen, een verdubbeling vergeleken met enkele jaren geleden. Toch loopt nog altijd 90 procent van het onderzoek binnenshuis. Doliveux streeft dan ook naar een betere balans met de externe bijdragen, niet alleen met de academische wereld, maar in toenemende mate ook met de biotechsector.

De voornaamste partner is de KULeuven, volgens Doliveux een van de meest open universiteiten ter wereld. “Ze hebben geweldige wetenschappers in de domeinen waarin wij actief zijn.” Bij het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) was UCB tot voor kort nog zowat een nobele onbekende, maar daar komt snel verandering in. Ook aan Waalse kant is er meer toenadering en ook met de Amerikaanse biotechclusters in Californië en Boston en de Britse biotechcluster rond Oxford en Cambridge.

Blockbustermateriaal

Bij de recente golf van positief nieuws bij UCB is er natuurlijk ook een keerzijde aan de medaille. Een echte trigger voor de aandelenkoers is nauwelijks nog te bespeuren, tenzij de toelating om Neupro ook in de VS te herlanceren. Maar Doli-veux maakt zich geen zorgen. “Niemand in de sector heeft zo vele goedkeuringen gehad als wij de voorbije twaalf maanden. Wat betekent dat niemand zoveel vuurkracht heeft”, zegt de CEO die beweert nooit getwijfeld te hebben dat de goedkeuringen er uiteindelijk zouden komen. Doliveux is er nu al van overtuigd dat de vier nieuwe producten de verdere terugval van Keppra ruimschoots compenseren. “UCB zal over vijftien jaar veel groter zijn. Cimzia zal natuurlijk het grootste van de vier nieuwe producten zijn, maar ook Vimpat wordt een blockbuster. En Toviaz is een beter product dan Detrol, het andere urineverliesproduct dat Pfizer verdeelt, en Detrol is een blockbuster, dus…”

“Het is trouwens niet zomaar onze doelstelling om blockbusters te hebben, maar wel om genoeg medicijnen te hebben om ernstige ziekten te behandelen, medicijnen die de groei zullen voeden na 2023-2025. En ja, het is inderdaad beter om vijf producten van 200 miljoen te hebben dan één van 1 miljard.”

Misschien dat we over vijftien jaar wel een doorbraak hebben in alzheimer en dat zal dan zeker blockbustermateriaal zijn. En wat zich ook goed ontwikkelt, is een middel voor de behandeling van osteoporose. Met de veroudering van de bevolking is er enorm veel nood aan een goed product tegen botontkalking.”

Sterke referentieaandeelhouders

Dat de hemel boven UCB een heel stuk opgeklaard is, is de grote sectorgenoten niet ontgaan. Maar aankloppen bij Tubize om goedkeuring te krijgen om UCB in te palmen, heeft geen zin. “Zonder zo’n sterke referentieaandeelhouder zouden we waarschijnlijk al overgenomen zijn. Er zijn wel pogingen geweest om met de referentieaandeelhouder te praten, maar niet onlangs. Iedereen weet dat we niet te koop staan, vooral niet nu we zoveel groeimarge hebben.”

Doliveux zegt te houden van een aandeelhoudersstructuur met heel sterke referentieaandeelhouders met een langetermijnvisie. “In onze sector is dat een enorm voordeel, want zonder zouden we onze transformatie niet hebben kunnen doorvoeren. Het vereiste heel wat moed van de aandeelhouders. Met het aflopen van het patent van Zyrtec in het achterhoofd hadden ze kunnen besluiten om te verkopen. Heel wat andere bedrijven hebben die strategie trouwens gevolgd.”

“Sterke referentieaandeelhouders en de dynamiek van de beurs zijn een geweldige combinatie. Het houdt ons alert en tegelijk moet ik me niet elke morgen zorgen maken over hoe ik het bedrijf moet beschermen tegen een vijandige overname.”

Volgens Doliveux zijn er ook belangrijkere zaken dan een onwillige aandelenkoers. “Ik ben van nature een optimist – en misschien wat naïef – maar ik hoop dat de economische crisis mensen zal doen inzien wat de bijdrage is van dit bedrijf. We zijn hier om patiënten met ernstige aandoeningen te helpen. Als we dat goed doen, verdienen we onze kost.”

“Ik had ook gehoopt dat we de notie van patiëntgerichtheid er hier sneller in zouden gekregen hebben. Mensen moeten zich eerst realiseren dat dit niet een marketingtruc is, maar een fundamentele keuze. ” It drives me nuts, het doet me echt fysiek pijn als ik zie dat er nog altijd zo veel patiënten zijn die geen adequate behandeling krijgen en iedere dag lijden.”

Door Bert Lauwers/Foto’s Dann

“Met onze vier nieuwe producten kunnen we de groei over de volgende tien jaar aandrijven” Roch Doliveux

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content