Opwarming in Kopenhagen

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

De toon van het debat over de opwarming van de aarde verhit. De sceptici hebben een uiterst sterk argument aan hun kant: de aarde warmt nu al een tiental jaar niet meer op. En men heeft ons vroeger zo veel proberen wijs te maken; telkens bleek dat paniek een slechte raadgever was. Wetenschappelijke consensus stelt niet veel voor. Er was ook wetenschappelijke consensus dat er een ijstijd op komst was, dat we nu allemaal dood gingen zijn door het gat in de ozonlaag, dat de aarde plat was.

Wetenschappelijke consensus is het gevolg van politieke druk: wetenschappers durven niet te spreken of er is gewoonweg geen geld voor wie de tegendraadse boodschap wil uitbrengen. Wetenschappers sturen overigens naar elkaar allerlei e-mails die deze indruk alleen maar versterken. Vele sceptici behoren tot de groep van de geo-engineers: de mens is vindingrijk en zeer intelligent, vooral als de nood het hoogst is. Door de juiste combinatie van ‘warm’ tech en entrepreneurship, door planeetomvattende radicale technologieën, koelen we de aarde wel weer af. Deze groep is dus intellectueel sceptisch (‘de dommeriken trappen er weer in’), maar technologisch optimist (‘we vinden er wel iets op’).

De ‘believers’ vertrekken van de heel brede consensus bij academici dat de opwarming van de aarde een feit is en dat ze voor een heel groot deel het gevolg is van menselijke activiteiten. Het CO2-gehalte in de atmosfeer heeft nu al een alarmpeil bereikt. Het patroon van observaties volgt steeds meer ‘het scenario van het slechtste geval’, en dat betekent dat we vrij snel een niveau bereiken van meer dan twee graden opwarming boven het pre-industrieel tijdperk, en dat is een onstabiel niveau. Door zelfversterkende effecten (de zogenaamde positieve feedbackloops) schieten we dan door tot 4,5, ja, zelfs 6 graden opwarming. En zulke hallucinante stijgingen betekenen meteen het einde van de min of meer beschaafde wereldorde zoals we die nu kennen. We spreken dan misschien zelfs over honderden miljoenen doden.

Er is de facto nog een derde groep. Dit zijn de ‘so what?’-denkers. Die groep varieert van de meest gewone tooghanger (‘iedereen heeft toch liever wat warmer weer’) tot aanhangers van de meest gesofisticeerde kosten-batenanalyses. De essentie komt hierop neer: er zijn nu al – met absolute zekerheid – ernstige problemen (malaria, drinkwater…) die we vrij eenvoudig kunnen oplossen, en toch lossen we ze niet op. Laten we verstandige keuzes maken uit de volgorde van de problemen, de kosten om ze aan te pakken en de kans op succes. Bij zulke analyses blijkt snel dat opwarming van de aarde geen absolute prioriteit is, maar dat het wel telkens zo wordt voorgesteld. Het hype-aandeel (het ‘Gore-aandeel’) is niet gelijk aan het probleemaandeel.

De argumenten van de verschillende kampen liggen al een geruime tijd vast. Wat is er nieuw? Ten eerste uiteraard de politieke consensus die groeit, laten we zeggen ‘het Obama-effect’. Vervolgens het groeiende pessimisme van de wetenschappers. Hoe beter hun modellen kloppen, hoe grimmiger hun voorspellingen.

Wetenschappers zijn per definitie sceptici, dat is de aard van hun werk. Als ze in zulke grote aantallen en zo massaal waarschuwen, dan denk je best tweemaal na. In het hele debat wegen overigens de argumenten van de ‘sceptici’ steeds lichter. Juist, de temperatuur op aarde is tijdelijk constant gebleven, maar de beste modellen verklaren dit haarfijn en waarschuwen voor een razendsnelle ‘inhaalbeweging’. Juist, er is consensus, maar die was er net niet bij de vorige claims over ijstijden. Dat waren enkel geloofwaardige claims door afzonderlijke personen of presti-gieuze instellingen, heel sterk uitvergroot door de populaire pers. Indien men het wetenschappelijke instrumentarium had losgelaten op ‘binnen twintig jaar een nieuwe ijstijd’ was er nooit consensus bereikt. Die is er nu wel, ondanks eindeloze pogingen om die onderuit te halen. Ja, wetenschappers springen slordig om met hun e-mails, maar die zijn ook niet bedoeld voor publicatie, daarvoor dienen wetenschappelijke tijdschriften.

Blijven nog de argumenten van de geo-engineers. De problemen zijn enorm, de gesuggereerde oplossingen steeds spectaculairder. We hebben een man op de maan kunnen krijgen, dus kunnen we toch een ‘zonneparaplu’ rond de aarde krijgen. Tot daar de argumenten op papier. Hier gelden twee waarschuwingen. Heel complexe oplossingen hebben altijd onverwachte neveneffecten, die vaak erger zijn dan het probleem dat we willen oplossen. En de eerste pogingen om op kleine schaal een van de wondermiddelen in te schakelen vallen al erg tegen. De tijd dringt. Waarschijnlijk zullen we alles tegelijkertijd moeten gaan doen, in versneld tempo. En ondertussen vooral het hoofd koel houden.

DE AUTEUR DOCEERT MANAGEMENT AAN DE VLERICK LEUVEN GENT MANAGEMENT SCHOOL

Marc Buelens

Heel complexe oplos-singen hebben altijd onverwachte neven-effecten, die vaak erger zijn dan het probleem dat we willen oplossen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content