Opgelet met gsm-masten

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog. www.fiscoloog.be

Particulieren, vzw’s en openbare instellingen die op hun eigendom een gsm-mast laten installeren, moeten rekening houden met een nieuw taxatiestelsel. Stel dat een particulier aan een operator van mobiele telefonie toestemming geeft een gsm-mast te plaatsen op een stuk grond dat hem toebehoort, of op het dak van zijn huis of appartementsgebouw. Hoe wordt de vergoeding die hij daarvoor krijgt dan belast?

Tot nog toe ging de fiscus ervan uit dat zo’n inkomen meestal belastbaar was als een ‘onroerend’ inkomen. Het werd bijgevolg in de personenbelasting onderworpen aan een tarief dat kan oplopen tot 50 procent, de aanvullende gemeentebelasting buiten beschouwing gelaten. Maar van het bruto belastbaar bedrag mocht wel een vast bedrag aan kosten in aftrek worden gebracht. Bij gronden is die aftrek gelijk aan 10 procent. Gaat het om gebouwen die ter beschikking worden gesteld, dan is die aftrek gelijk aan 40 procent, zonder dat hij ooit meer kan bedragen dan twee derde van het gerevaloriseerde kadastraal inkomen van het gebouw.

Als men onder die laatste grens blijft, was van een bruto-inkomen van 100 — in geval van gebouwen — bijgevolg slechts 60 belastbaar. De belastingdruk bedroeg dan ten hoogste 30 procent (50 % van 60).

Om onduidelijke redenen was de fiscus er evenwel van overtuigd dat die inkomsten beter niet als een ‘onroerend’ inkomen worden belast, maar als een ‘divers inkomen van roerende aard’. Dit naar analogie van de inkomsten uit het verlenen van het recht om een onroerend goed te gebruiken om er reclamedragers op te plaatsen. Zulke inkomsten zijn altijd al aangemerkt als ‘diverse inkomsten van roerende aard’.

De overschakeling van een ‘onroerend’ inkomen naar een ‘divers inkomen van roerende aard’ is eind vorig jaar doorgevoerd. De wijziging is van toepassing op de inkomsten die vanaf begin vorig jaar verkregen zijn.

Die worden in de personenbelasting afzonderlijk belast tegen een laag tarief. Dat bedroeg vorig jaar slechts 15 procent. Sinds begin dit jaar is dat opgetrokken naar 25 procent.

In de nieuwe regeling geldt nog altijd dat het bruto belastbaar bedrag verminderd mag worden met de gemaakte kosten. Maar die aftrek ziet er nu heel anders uit. In het kader van de ‘onroerende’ inkomsten gold een forfaitaire aftrek van 10 procent bij gronden, en van 40 procent bij gebouwen. In de nieuwe regeling mogen de werkelijk gemaakte kosten in aftrek worden gebracht. Bij gebrek aan bewijs van de werkelijk gemaakte kosten geldt een forfaitaire aftrek van 5 procent.

Die forfaitaire kostenaftrek is in vergelijking met het stelsel van de onroerende inkomsten veel lager. Daar staat tegenover dat het tarief van de belasting ook veel lager is: vroeger maximaal 50 procent tegenover nu nog slechts 25 procent (of 15 % tot eind vorig jaar).

Een vlugge berekening leert dat het nieuwe taxatiestelsel in het kader van de personenbelasting in veel gevallen net iets voordeliger is dan het oude.

Dat zal in nogal wat gevallen net andersom zijn in het kader van de rechtspersonenbelasting. Het nieuwe taxatiestelsel is ook van toepassing op instellingen die aan de rechtspersonenbelasting onderworpen zijn. Daartoe behoren de meeste vzw’s, de meeste openbare instellingen, gemeenten, provincies enzovoort.

Veel overheidsinstellingen waren tot nog toe niet belastbaar op het inkomen dat zij genoten uit de toelating om gsm-masten op hun terreinen of gebouwen te plaatsen.

In de nieuwe regeling wordt dit volledig anders. Alle aan de rechtspersonenbelasting onderworpen belastingplichtigen — overheidsinstellingen inbegrepen — zijn voortaan belasting verschuldigd op hun inkomsten uit de toelating om gsm-masten op hun gronden of gebouwen te plaatsen.

Zij moeten deze belasting zelf bij wijze van ‘roerende voorheffing’ voldoen. Het is dus niet aan de schuldenaar van de inkomsten om de belasting aan de bron in te houden. Het zijn de aan de rechtspersonenbelasting onderworpen belastingplichtigen zelf die de nieuwe belasting in de vorm van roerende voorheffing rechtstreeks aan de schatkist moeten betalen. Waakzaamheid is dus geboden.

JAN VAN DYCK

De nieuwe belastingregeling is soms voordeliger.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content