OPEC trakteert op miljardencadeau

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De belangrijkste maatregel die de koopkracht van de Belgische gezinnen een zetje geeft, komt dezer dagen niet van de regering-Michel of van de Europese Centrale Bank (ECB). Nee, voor de stijging van uw besteedbare inkomen mag u de OPEC, de organisatie van olie-exporterende landen, een bedankbriefje sturen. Ze zijn zo vriendelijk hun productie te handhaven, ondanks het overaanbod op de wereldmarkt, wat de olieprijs de voorbije maanden brutaal onderuithaalde. Eind juni kostte een vat ruwe olie nog meer dan 100 dollar, nu ongeveer 70 dollar. Zo’n forse prijsdaling kondigt meestal een betere conjunctuur aan, net zoals een forse prijsstijging doorgaans de voorbode is van een recessie.

Voor België is de daling van de olieprijzen het equivalent van een belastingverlaging die dit land al lang niet meer heeft gezien. Omdat België een netto-invoerder van fossiele brandstoffen is, doet een lagere energiefactuur het beschikbare inkomen en de koopkracht stijgen. Philippe Ledent, econoom van ING België, heeft berekend wat de lagere olieprijs ons oplevert. Die bonus is niet min. De Belgische economie verbruikt netto ongeveer 650.000 vaten olie per dag. Vorig jaar kostte een vat gemiddeld 81,6 dollar, dit jaar gemiddeld 75 dollar. Die prijsdaling reduceert onze energiefactuur dit jaar al met 1,5 miljard euro. Blijft de olieprijs nog één jaar op dat lage peil, dan daalt de invoerfactuur met 4 miljard euro. Dat is ongeveer 1 procent van het bruto binnenlands product, of bijna het dubbele van wat de regering-Michel volgend jaar wil besparen.

De lagere olieprijzen knijpen ook de inflatie dood, waardoor de Belgische economie flirt met deflatie. Maar dat soort deflatie, die het gevolg is van lagere invoerprijzen, is heel gezond en mag nog lang aanhouden. De gezinnen geven ongeveer 12 procent van hun budget uit aan energie. In vergelijking met november vorig jaar is die kostenpost gedaald met 1,4 miljard euro. Wordt dat uitgespaarde geld besteed in de Belgische economie, dan geeft dat onze economische groei een zetje van ongeveer 0,3 procent. Dat is best veel op een groei die amper 1 procent bedraagt. Ook de werkgevers pikken hun graantje mee door de trager stijgende index. Lagere olieprijzen zijn op die manier een indexsprong op zich. En die wordt niet betaald door de werknemers, maar door Vladimir Poetin, de sjeiks en andere regimes die rijk worden van het zwarte goud. Zelfs Rudy De Leeuw kan niet tegen zo’n indexsprong zijn.

België is dus een van de grote winnaars van de regimewissel op de oliemarkt. Analisten spreken zelfs over een nieuw tijdperk. De OPEC wil en kan de olieprijs niet meer controleren, de markt doet dat voortaan. En de wetten van die nieuwe baas zijn duidelijk: bij een overaanbod daalt de prijs onverbiddelijk. Stel je voor dat de ECB of de Amerikaanse centrale bank van vandaag op morgen zou zeggen dat de vrije markt voortaan de langetermijnrentevoeten mag bepalen. Het zou vrouwen en kinderen eerst zijn op de financiële markten. Een rentestijging zou het mes op de keel zetten van al wie te diep in de schulden steekt, waaronder de Belgische overheid.

De Europese Commissie brandmerkt België terecht voor de nog altijd hoge — en stijgende — overheidsschuld. Het is bovendien heel onrustwekkend dat bij de huidige lage inflatie en amechtige economische groei de rentesneeuwbal opnieuw rolt. Dat toont aan hoe kwetsbaar onze overheidsfinanciën zijn, en hoe kortzichtig de oppositie tegen de besparingsplannen van de diverse regeringen is. De lagere inflatie door de daling van de olieprijs helpt de overheid hier niet, maar dat wordt ruim gecompenseerd door de positieve impact op de economische groei en de bijbehorende belastingontvangsten. De overheid zal zijn broek niet scheuren aan de lagere olieprijs.

Natuurlijk zijn er ook risico’s verbonden aan lagere olieprijzen. Wat de importeurs winnen aan koopkracht, verliezen de exporteurs. Rusland ging eind jaren negentig al eens failliet aan lage olieprijzen en bloedt nu opnieuw. Rusland is ook lang niet het enige land dat hoge olieprijzen nodig heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. Er zijn best wat financiële ongelukken te verwachten bij de olie-exporteurs. Maar ook voor ons kan de prijsdaling een vergiftigd geschenk worden. Als die prijzen voor lange tijd realiteit blijven, dreigt de prijs over afzienbare tijd weer fors te stijgen. Want tegen dit prijspeil worden heel wat nieuwe projecten die op termijn een must zijn om een afdoend aanbod te hebben, in de koelkast gestopt. Alle berekeningen kunnen dan in de andere richting gemaakt worden. Maar voorlopig mag een ‘dankjewel, OPEC’.

DAAN KILLEMAES

Lagere olieprijzen zijn een indexsprong op zich, die niet wordt betaald door de werknemers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content