Op de wip

Tegen 31 december 2002 wil de Europese Commissie onze coördinatiecentra en andere fiscaal voordelige stelsels ontmantelen. Toch reageert het bedrijfsleven amper of niet. Christian Hannot van Coopers & Lybrand geeft tekst en uitleg.

December 1997 keurde de Europese Commissie haar resolutie goed ter bestrijding van de zogenaamde fiscale dumping tussen de Lidstaten. Met andere woorden: de ontmanteling van alle gunstregimes (coördinatiecentra, distributiecentra enzovoort) tegen 31 december 2002. Toch blijven de ondernemingen opvallend kalm bij deze directe bedreiging van hun belastingvoordelen. Hoe komt dat?

Christian Hannot, tax director bij Coopers & Lybrand: “De fiscale harmonisatie blijkt zo’n monster van Loch Ness te zijn, dat er in de praktijk weinig van in huis komt. Dat verklaart de waakzame gelatenheid van het bedrijfsleven tegenover de uniformisering van de belastingstelsels. Op het vlak van de fiscaliteit zijn de Europese bevoegdheden immers beperkt. Bovendien kan de Unie die macht maar uitoefenen met eenparigheid van stemmen en niet met een gekwalificeerde meerderheid, zoals gewoonlijk het geval is.”

Betekent dit dat het kind met het badwater wordt weggegooid? Hannot: “Neen. In plaats van de fiscale harmonisatie met de verlostang te baren, werkt de Europese Commissie stap voor stap de bestaande wanverhoudingen tussen de verschillende belastingstelsels weg. Maar deze operatie kost bloed, zweet en tranen.”

MORELE CODE.

Wat de bedrijfsfiscaliteit betreft, keurden de Lidstaten een gedragscode goed om geen valse concurrentie meer aan te gaan. Onder ‘vals’ verstaan we de invoering van een effectief duidelijk lager tarief (inclusief nulheffing).

Hannot: “De berekening gebeurt binnen de Lidstaten zelf. De code zegt echter niets over de wijze waarop. Moet men zich baseren op de bedrijfsresultaten, de boekhoudkundige winst of de belastbare basis? Niemand twijfelt er echter aan dat de gedragscode gunstregimes, zoals de Belgische coördinatiecentra en de Ierse financiëledienstencentra, viseert. Bovendien vraagt de Raad dat de maatregel ook buiten de Europese Unie wordt toegepast, meer bepaald in de gebieden die vallen onder de administratie van een Lidstaat maar niet binnen het geografische grondgebied liggen, zoals bij voorbeeld Madeira of Malta.”

Om de resolutie van december niet onafgewerkt te laten liggen, moeten de Lidstaten voortaan aan de Commissie een lijst maatregelen voorleggen die op hun territorium van kracht zijn en die mogelijk onder de code vallen. Als ze dit vergeten te doen, mag hun buurstaat hen verklikken. Hannot: “De code voorziet de mogelijkheid dat elke Lidstaat mag protesteren tegen het schadelijke karakter van een voorschrift dat door een andere Lidstaat wordt uitgevaardigd.”

In principe hebben de Lidstaten zich ertoe verbonden hun voordelige fiscale stelsels te bevriezen en ze vóór 31 december 2002 effectief te ontmantelen. In bepaalde omstandigheden kan zelfs een langere termijn toegekend worden, voegt de Europese Raad daar geruststellend aan toe. Maar wat is deze overeenkomst nu juridisch waard? Hannot: “In principe is een resolutie niet bindend voor de Lidstaten (in tegenstelling tot een richtlijn). Het gaat hier dus niet om een politiek engagement. Maar om nu van daar de stap te zetten naar het andere uiterste en meewarig neer te kijken op de gedragscode lijkt me niet aangewezen. De Raad heeft namelijk de macht om een zekere druk uit te oefenen op weerspannige Lidstaten. Zij kan het rapport publiceren dat door de evaluatiegroep wordt opgesteld en zo de Lidstaten, die hun verplichtingen niet nakomen, publiekelijk te schande maken.”

Bij gebrek aan een evaluatie van de efficiëntie van een dergelijke publiciteit, beveelt de tax partner van Coopers & Lybrand de betrokken Belgische ondernemingen aan hierop vooruit te lopen. Dit geldt meer bepaald voor de bestuurders van coördinatiecentra. Waarom zouden zij voor het statuut van hun onderneming geen aanvraag tot hernieuwing indienen, ook al is de periode waarvoor zij hun huidige statuut hebben verkregen nog niet afgelopen? Hannot: “Inderdaad, als deze aanvraag na 31 december 2002 wordt ingediend, is het vrijwel zeker dat zij moet worden geweigerd. Bovendien, niets belet de Europese of Belgische autoriteiten te beslissen dat vanaf een bepaalde datum, die altijd moet voorafgaan aan 31 december 2002, het gunstige stelsel van de coördinatiecentra slechts kan worden toegestaan voor de periode tussen die datum en 31 december 2002.” Het is zo klaar als een klontje dat in dat laatste geval de coördinatiecentra er alle belang bij hebben hun aanvraag tot hernieuwing zo snel mogelijk in te dienen.

TT AF

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content