Oorverdovende kakofonie

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog. www.fiscoloog.be

Dat er met de bijzondere geheimecommissielonenaanslag van 309 procent van alles mis is, wordt blijkbaar alleen nog door de minister van Financiën ontkend. Als antwoord op een interpellatie in de Kamer verklaarde hij dat hem geen enkel dossier bekend is waarin de monsterbelasting van 309 procent onterecht zou zijn toegepast.

De minister zou beter moeten weten. In de rechtbanken en de hoven van beroep regent het vonnissen en arresten over de toepassing van de bijzondere aanslag. Ze geven de belastingplichtige zeker niet altijd gelijk. Maar zeggen dat de belastingplichtige altijd het onderspit moet delven, is de waarheid ook geweld aandoen. De bijzondere aanslag is in vele bedjes ziek. Zo is er het extreem uitgebreide toepassingsgebied. De benaming ‘geheimecommissielonenaanslag’ kan doen vermoeden dat de belasting van 309 procent alleen maar wordt opgelegd als er steekpenningen worden betaald. Niets is minder waar. Dat een vennootschap een voordeel van alle aard voor bedrijfswagens bijvoorbeeld niet op de voorgeschreven manier op individuele fiscale fiches rapporteert, volstaat om de stoomwals van de monsterbelasting op gang te brengen.

In de praktijk loopt het meestal zo’n vaart niet. Maar de ervaring leert dat de fiscus meer dan vroeger naar het wapen van de bijzondere aanslag grijpt. Bovendien is er nauwelijks nog ontsnappen aan. Tot voor enkele jaren wisten alle boekhouders en accountants hoe ze onder de bijzondere aanslag konden uitkomen. Die ontsnappingsroutes waren niet altijd even koosjer, maar ze werden wel oogluikend toegelaten, vanuit het besef dat een pekelzonde geen doodstraf verdient. Vandaag heeft de fiscus zowat al die uitwegen afgesneden.

Een ander probleem is het extreem hoge tarief van de bijzondere aanslag. Met zijn 309 procent is hij bedoeld om voor de schatkist het verlies te herstellen dat voortvloeit uit het feit dat op geheime commissielonen geen personenbelasting wordt betaald en geen socialezekerheidsbijdragen worden afgedragen. Maar men vergeet dan dat die 309 procent werd vastgesteld toen de tarieven van de personenbelasting veel hoger waren dan vandaag. En dat men daarbij de duurste hypothese als uitgangspunt heeft genomen: die van bezoldigingen die in het zwart worden betaald aan een werknemer die onderworpen is aan de hoogste tarieven van de personenbelasting. Maar zelfs dan is 309 procent vandaag te hoog.

Het tarief is hoe dan ook volledig buiten proportie als men de monsterbelasting ook oplegt als de genieter bijvoorbeeld een buitenlander is die in België noch sociale bijdragen noch belastingen betaalt. Er is dan helemaal geen te herstellen verlies voor de Belgische schatkist. Niettemin bedraagt het tarief altijd en overal 309 procent.

Dat heeft in de rechtspraak een tendens op gang gebracht om te vinden dat de bijzondere aanslag met zijn 309 procent in veel gevallen geen ‘vergeldend’ karakter heeft – of toch niet uitsluitend – en dat hij de schatkist schadeloos moet stellen voor het geleden verlies. En dat de bijzondere aanslag meestal ook een ‘strafrechtelijk’ karakter heeft, om de uitbetaler van de vergoeding te straffen omdat hij zijn fiscale verplichtingen niet is nagekomen.

Een blik op de rechtspraak leert evenwel dat de kakofonie oorverdovend is. Blijkbaar weten de rechters het ook niet meer. De ene rechter oordeelt dat de bijzondere aanslag wel een strafrechtelijk karakter heeft, de andere dat dat zeker het geval niet is. De discussie heeft zelfs een communautair trekje. In het zuiden van het land lijkt men het strafrechtelijke karakter vlugger te aanvaarden dan in het noorden. En waar men het strafrechtelijke karakter wel aanvaardt, lopen de meningen uiteen over wat de rechter daarmee kan aanvangen. Sommige rechters achten zich ook dan nog onbevoegd om de bijzondere aanslag te milderen. Andere vinden dat ze de aanslag wel kunnen aanpassen. Dat leidt dan weer tot de meest uiteenlopende oplossingen, waarbij de aanslag nu eens volledig wordt kwijtgescholden, of wordt herleid tot 100 procent of soms tot 200 procent. Hoog tijd dus dat de wetgever zijn verantwoordelijkheid neemt.

JAN VAN DYCK

De ene rechter oordeelt dat de bijzondere aanslag wel een strafrechtelijk karakter heeft, de andere dat dat zeker het geval niet is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content