OOK CHINEZEN WORDEN SLIMMER…

Geert Noels Geert Noels is chief economist van Econopolis.

De globalisering verandert alles. Zekerheden zijn er niet meer. Zelfs onze technologische voorsprong is niet langer gegarandeerd. Het komt er dan ook op aan om onze jeugd goed daartegen te wapenen: met meer internationale ervaring, met nadruk op zachte vaardigheden en met een dosis passie bijvoorbeeld.

In de film ‘The Graduate’ uit 1967 krijgt Benjamin Braddock (rol van Dustin Hoffman) een gouden tip voor zijn toekomst. “Ik wil je maar één woord zeggen,” zegt Mr. McGuirre: ” Plastics“.

Geen slecht advies, zo is gebleken. Ingenieur worden en in de chemiesector werken was zowat het summum wat je in de sixties en seventies kon bereiken. Vandaag zou Benjamin, intussen 62, nog een leuke uitstap kunnen versieren en het vooruitzicht hebben op een zorgeloos pensioen.

De wereld is sindsdien echter grondig veranderd. In 1967 was het belangrijk om in de creërende sectoren te werken. Anno 2006 verdien je meer wanneer je iets verkoopt of financiert – liever dan een product te maken. En er is natuurlijk de globalisering. In 1967 hoefde Benjamin nog niet te vrezen dat een Chinese burger wel eens zijn concurrent op de arbeidsmarkt zou kunnen worden…

VS verliest technologisch leiderschap. De globalisering verandert natuurlijk alles. Maar de gangbare theorie is dat de westerse landen hun technologische voorsprong behouden, en dat nieuwe opkomende economieën lagere activiteiten overnemen. Nieuw onderzoek (1) weerlegt echter die stelling: ook in de hoogtechnologische sectoren slinkt de westerse voorsprong en dreigt binnenkort zelfs een achterstand. Zoals de rechtergrafiek aantoont, neemt het aantal ingenieurs en doctors in de wetenschappen in China pijlsnel toe. Maar wat ook opvalt, is dat Europa tegenover de VS goed standhoudt. Het Oude Continent heeft de VS zelfs ingehaald op het vlak van gevormde wetenschappers. Merkwaardig daarbij is dat in toenemende mate buitenlanders een wetenschappelijke opleiding gaan volgen in de VS: meer dan de helft van de PhD’s (doctors) zijn vandaag al van buitenlandse origine, tegenover een kwart in 1990.

De studie haalt diverse factoren aan voor het afkalvende aantal Amerikaanse wetenschappers. Ten eerste zijn de lonen van wetenschappers minder gunstig geëvolueerd dan die van andere, ‘minder wetenschappelijke’ beroepen. Wie riante lonen wilde in de VS, moest de afgelopen tien jaar advocaat of boekhouder worden.

Ten tweede moeten wetenschappers heel lang studeren. Het inkomen dat ze tijdens hun hele loopbaan verdienen, is daardoor eigenlijk redelijk laag. Maar ook weer niet laag genoeg om geen slimme buitenlanders aan te trekken.

Wel geeft de studie geen overtuigend antwoord op de vraag waarom de VS ook een achterstand begint op te lopen tegenover Europa. Een relatief laag loon en een korte loopbaan gelden immers ook hier. En toch neemt in Europa het aantal wetenschappers nog toe. Misschien ligt de verklaring wel in de sterke desindustrialisering van de VS. Amerika heeft in de afgelopen tien jaar zijn producerende activiteiten actief verhuisd naar China. Europa lokaliseerde minder naar China, en trok vooral de kaart van Oost-Europa. Daardoor is het contact met de ‘creërende activiteiten’ gebleven. Het bevestigt de stelling die we al een aantal keer in deze column hebben geuit, en die recent nog is bevestigd door onderzoek van de Nationale Bank van België (2): de industrie is nog steeds belangrijk voor de technologische ontwikkeling van een economie.

Tachtig procent van de uitgaven voor onderzoek & ontwikkeling in de privésector gebeurt in de industrie. Het technologische leiderschap van de VS wordt ondergraven door de erosie van zijn industriële basis. In de VS is de industrie goed voor nog nauwelijks 15 % van de economie, in Europa is dat nog altijd bijna 20 %.

Als ze maar geen ingenieurs worden. Binnenkort kunt u in de filmzalen gaan kijken naar de sequel van ‘The Graduate’. Wat zou Mr. McGuirre vandaag als gouden carrièretip meegeven aan Benjamin?

Drie dingen wellicht:

Weggaan van de kerktoren en van Mrs. Robinson, én internationale ervaring opdoen. In 1967 bestonden er nog geen Erasmusprogramma’s – een van de beste investeringen die Europa onze jeugd biedt.

Onze jeugd is wiskundig sterk (zie grafiek), maar zachte vaardigheden – zoals teamwerk, leidinggeven, onderhandelen en initiatief nemen – blijven onderontwikkeld. In 1967 was technische kennis een synoniem van welvaart. Vandaag is emotionele intelligentie een belangrijke factor voor succes. De meeste jongeren kunnen hier extra training gebruiken.

In 1967 kon je de raad nog in één woord formuleren: “Plastics”. Vandaag moeten we de jeugd misschien aanraden om te kiezen voor “Passie”. Want in China en India wordt de bevolking almaar slimmer. Ze zullen daar nog meer westerse producten (na)maken. Maar iets wat hier met passie wordt gecreëerd, zullen mensen blijven waarderen (en goed betalen). Producten kan je kopiëren, passie niet…

De auteur is hoofdeconoom van Petercam Vermogensbeheer. Reacties: visienoels@trends.be

(1) “Does Globalisation of the scientific/engineering workforce threaten US Economic leadership?”, Richard B. Freeman, Harvard University.

(2) “De industrie in België: vroegere ontwikkelingen en toekomstige uitdagingen”, B. Robert, L. Dresse, Economisch Tijdschrift NBB, september 2005.

Geert Noels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content