Onderwijs verdeelt Amerikanen

De studieschulden van de Amerikanen overtreffen voor het eerst de gezamenlijke kredietkaartschulden. Toch is 17 procent van de jongeren werkloos. Bij de Amerikaanse middenklasse stijgt de onvrede over het hoger onderwijs. Presidentskandidaten Obama en Romney mikken op zeer verschillende remedies.

Dit is de eerste aflevering in een reeks van vier over de Amerikaanse presidentsverkiezingen.

Ze kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek.

Midden augustus. Het is drukkend warm op de campus van de Wharton-school van de Universiteit van Pennsylvania, al meer dan een eeuw de meest prestigieuze managementuniversiteit van de Verenigde Staten. Enkele tuinmannen houden de grasperken piekfijn in orde, tientallen bewakers zorgen voor veiligheid en rust, de receptiehal wordt majestueus gerenoveerd, lederen sofa’s incluis. Dat mag wel voor de prijs die studenten hier betalen: jaarlijks 59.000 dollar voor bachelorstudies, 93.000 dollar voor het MBA-programma.

Ondanks de astronomische inschrijvingsgelden is het elk jaar dringen voor een plaatsje aan Wharton. Duizenden achttienjarigen doorstaan elk jaar de zware toelatingsprocedure, hoewel ze minder dan 10 procent kans hebben dat ze worden aanvaard.

Daar zitten de mooie vooruitzichten voor veel tussen. Wie hier zijn bachelordiploma management haalt, heeft zo- goed als zeker werk en als gemiddelde eerste loon 66.000 dollar per jaar. Masterstudenten doen het nog beter: die verdienen na hun afstuderen gemiddeld 172.000 dollar per jaar en behoren op lange termijn bijna zeker tot de 1 procent rijkste Amerikanen.

Zonder franjes

Heel anders ziet de situatie eruit in het gemeenschapscollege van Philadelphia, de CCP. Van grasperkjes, eeuwenoude gebouwen of een beveiligde promenade is hier geen sprake. Het gebouw oogt degelijk, maar moet het zonder franjes doen. Dit is Philadelphia’s goedkoopste en meest laagdrempelige universiteit. Ze trekt dan ook vooral tweedekansstudenten uit de lagere middenklasse aan. Velen zijn Afro-Amerikanen. Ze betalen per jaar 4980 dollar inschrijvingsgeld en zien het Gemeenschapscollege als de weg uit armoede en een slecht betaalde job.

Maar hoewel het inschrijvingsgeld minder dan een tiende is van het enkele kilometers verderop gelegen Wharton, vormt het voor veel studenten een belangrijk struikelblok, dat bovendien de sociale mobiliteit verhindert. Want wie geen universiteits- of hogeschooldiploma heeft, maakt maar weinig kans op een goedbetaalde job.

Volgens Stephen Curtis, de directeur van het Gemeenschapscollege, staat voor zijn studenten – en de gemeenschap in het algemeen – dan ook heel wat op het spel bij de presidentsverkiezingen. De steun aan gemeenschapsuniversiteiten is een centraal verschil in de programma’s van de twee presidentskandidaten.

Extra steun

President Obama gaf in het tv-debat over economie aan dat hij extra steun aan de gemeenschapsuniversiteiten als een cruciaal element van zijn economische herstelplan ziet. Hij wil 2 miljoen extra Amerikanen de kans geven aan een gemeenschapscollege te studeren.

Daarmee zou hij een vervolg breien aan zijn beleid van de afgelopen jaren, dat het aantal federale studiebeurzen van 6 naar 9 miljoen stuks per jaar optrok. Een heleboel jongeren kregen daarmee een tweede kans op een hoogstaande job, zegt de president. En dat zou helpen de dalende competitiviteit van de Amerikaanse beroepsbevolking op te krikken.

Daar valt wat voor te zeggen. De community colleges vervullen feitelijk de rol van tweedekansuniversiteiten van Amerika. De gemiddelde leeftijd van de studenten is er 27 jaar. Voor velen onder hen is het de laatste kans op een diploma hoger onderwijs.

Dat is ook zo voor Donald Stewart. De 28-jarige student communicatie ziet het gemeenschapscollege van Philadelphia als een springplank naar een masterdiploma van de Temple-universiteit, een nabijgelegen privé-universiteit. Op zijn achttiende ging het mis met zijn universiteitsstudies, en sindsdien doet hij laagbetaalde jobs zoals die van fastfoodketen McDonald’s.

“De beurs die ik van de overheid kreeg, veranderde in één klap mijn professionele status. Zonder zou ik er een pak slechter aan toe zijn. Maar nu heb ik echt een goed leven. Mijn inschrijvingsgeld betaal ik met mijn beurs, mijn rekeningen met het geld dat ik elders verdien.”

President Obama scoort dan ook bij Stewart. “Hij begrijpt het belang van onderwijs”, zegt hij. Mitt Romney en zijn running mate Paul Ryan kunnen op heel wat minder sympathie rekenen. “Ze willen een stap achteruit doen. Met hen is mijn beurs in gevaar.”

Zijn leraar John Braxton is het met hem eens. Hij heeft een poster van Obama in zijn bureau hangen en was een enthousiaste deelnemer van de Workers Stand for America. Op die rally verzamelden tienduizenden leraars en arbeiders tegen het liberale en kapitalistische gedachtegoed. Vooral de Republikeinse Partij en Mitt Romney moesten het daar ontgelden.

Toch ziet ook Romney een toegankelijk en betaalbaar hoger onderwijs als een cruciaal element in het heropleven van de Amerikaanse economie. Maar zijn visie op het bereiken van een beter opgeleide beroepsbevolking is radicaal anders.

Romney legt in zijn plannen in de eerste plaats de nadruk op de kwaliteit van het hoger onderwijs. Het systeem van de openbare scholen waar leerkrachten en professoren een vast loon krijgen, is hem een doorn in het oog. De kwaliteit van de instellingen zou erop vooruitgaan, meent hij, als er meer ruimte was om uitmuntendheid te belonen, zoals in de privéscholen en universiteiten. Niet verwonderlijk dat leerkrachten het niet zo hebben op Romney.

Nog problematischer is volgens Romney het uit de pan rijzende collegegeld. In de eerste twee jaar dat Obama aan de macht was, stegen de inschrijvingskosten aan gemeenschapscolleges met gemiddeld 15 procent.

In lijn met de stijgende kosten stegen ook de leningen die studenten in Amerika aangingen voor het behalen van hun diploma. Het is al lang niet ongewoon met meerdere tienduizenden of zelfs honderdduizenden dollars studieschulden aan een beroepscarrière te beginnen in de VS. Vorig jaar was de 1000 miljard dollar studieschuld die Amerikanen opgestapeld hadden voor het eerst in de geschiedenis hoger dan de kredietkaartenschuld in de VS. En dat wil wat zeggen in het kredietgrage Amerika.

Volgens Romney zit het expansieve onderwijsbeleid van Obama daar voor alles tussen. De extra miljarden steun die Obama uittrok voor het ondersteunen van studenten zijn volgens Romney een belangrijke reden voor het stijgen van de inschrijvingsgelden. De universiteiten zouden op de extra overheidsstudiebeurzen reageren door de inschrijvingsgelden nog op te trekken.

Romney wil de federale studiebeurzen enkel behouden voor wie ze het hardst nodig heeft en het meest verdient. Dat zou verspilling voorkomen, inschrijvingsgeldinflatie tegengaan en een broodnodige besparing in het overheidsbudget vormen.

Slechter af met een diploma

Wie ook gelijk heeft, over onderwijs staan ze lijnrecht tegenover elkaar. En de polariteit onder kiezers is al bijna even groot. In het verdeelde Amerika anno 2012 blijft de jeugdwerkloosheid in de VS beangstigend hoog. 17 procent van de jongeren moet het zonder job stellen. Onder hen zijn ook veel jongeren met een diploma en veel schulden.

De afkeer voor het hoger onderwijs lijkt daardoor toe te nemen. Waarvoor studeren als je achteraf toch slechter af bent, vragen veel jongeren zich af. En daar lijkt noch Obama, noch Romney een afdoend antwoord op te kunnen geven.

“Amerika heeft in hoger onderwijs zowel het beste als het slechtste te bieden”, zegt Emile Boulpaep. Hij kan het weten. De Belg wordt volgende maand door BelCham, de Belgisch-Amerikaanse Kamer van Koophandel in New York, gelauwerd met een lifetime achievement award. Hij werkte zowat zijn hele carrière als professor geneeskunde aan de befaamde Yale-universiteit.

De beste universiteiten zijn hun geld meer dan waard, zegt hij. Maar de goedkoopste zijn te duur voor wat ze zijn. Voor de Amerikaanse jeugd is dat jammer genoeg een blijvend gegeven. Studenten uit België raadt hij aan enkel naar de VS te komen als het voor studies aan een topuniversiteit als Wharton of Yale is. Maar daar geraak je natuurlijk enkel binnen als je zelf een topstudent bent.

Mitt Romney zal het graag horen. Want naast het beperken van de middelen, is het aantrekken van de beste buitenlandse studenten en onderzoekers een andere manier waarop hij het onderwijs en de economie wil verbeteren. Misschien kunnen Belgen zo onverwacht nog een rol spelen in de heropstanding van Amerika na de verkiezingen.

PETER VAN HAM

De extra miljarden steun die Obama uittrok voor het ondersteunen van studenten zijn volgens Romney een belangrijke reden voor het stijgen van de inschrijvingsgelden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content