Ondernemen in ‘t groen

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Volgende zaterdag congresseert Agalev in Leuven over de krijtlijnen van de moderne maatschappij. Het moet hét congres van de ideologische vernieuwing worden: een symposium waar de partij definitief haar antibedrijfsgewaad zal afleggen en de nieuwe, groene ondernemer omhelzen. Jef Tavernier geeft tekst en uitleg.

Indien een partijlid van Agalev enkele jaren geleden had verklaard dat “de noodzakelijke omschakeling naar ecologische welvaart onmogelijk kan plaatsvinden zonder de inbreng van bedrijfsleiders die oog hebben voor duurzame ontwikkeling,” dan zou hij of zij door andere Groenen ongetwijfeld met een scheef oog zijn bekeken. Vandaag kan een dergelijke uitspraak wél binnen Agalev. Meer nog: de bovenstaande woorden zijn afkomstig van Jef Tavernier, fractievoorzitter van Agalev in de Kamer.

De ondernemingsvriendelijke uitspraak van Tavernier symboliseert de economische ommekeer bij de Groenen. Economie staat trouwens ook op de agenda van het Agalev-congres, dat op zaterdag 25 april plaatsvindt onder het motto groene bakens voor de 21ste eeuw. Agalev zal er voor het eerst spreken over de groene ondernemer. Jef Tavernier: “We merken dat er heel wat creatievelingen zijn die nieuwe projecten met een toegevoegde waarde uit de grond stampen. Het is nu aan de overheid om een omgeving te scheppen waarin deze dynamische krachten optimaal kunnen gedijen.” De nieuwe ondernemers klagen niet zozeer over een te hoge belastingdruk, wel over het gebrek aan rechtszekerheid. “Reglementen veranderen om de haverklap, wat een langetermijnplanning onmogelijk maakt. Zoiets is nefast voor de bedrijven. Jammer genoeg wordt deze discussie niet in het parlement gevoerd. De politici debatteren alleen over een punctuele vermindering van de fiscale druk op het loon, maar dat is een discours in de marge. Wij stellen – bovenop de 56 miljard frank van de regering – een loonlastenverlaging voor van 100 miljard frank. Dat kan via een vermindering van 20% op de patronale lasten, op voorwaarde dat we overschakelen naar een 30-urige werkweek en dat de vrijgekomen arbeidstijd aan werkzoekenden wordt toevertrouwd. Dit plan – grotendeels gefinancierd door een CO2-energieheffing, een vermogensbelasting en de zogenaamde terugverdieneffecten ( nvdr – meer werkgelegenheid kost minder aan uitkeringen en brengt meer inkomsten bij via belastingen en sociale zekerheid, wat bovendien resulteert in een economisch interessantere hogere consumptie) – kan op termijn 150.000 bijkomende jobs creëren.”

Sterke overheid, met minder taken

Ondanks alle pessimistische scenario’s over de toestand van de planeet, blijft Agalev optimistisch over een duurzame mentaliteitswijziging. Op voorwaarde althans dat iedereen zijn beste beentje voorzet: de ondernemer, de handelaar, de consument, de werknemer, de wetenschapper en de overheid. Tavernier: “De vrije markt of een centraal geleide economie kunnen de zaak niet klaren. Integendeel: beide ideologieën leiden tot catastrofes. Ook de klassieke belangengroepen, zoals vakbonden en consumentenorganisaties, verliezen aan impact. We zien echter dat er vandaag een verantwoordelijke burger is opgestaan, die actief wil participeren in het beleid. Een niet-gouvernementele organisatie zoals het 11.11.11-comité heeft bijvoorbeeld de fabrikant van sportschoenen Nike gedwongen om zijn productieproces aan te passen. Minder positief is dan weer dat de klassieke industriesectoren steeds vaker democratische beslissingen naast zich neerleggen. Denk maar aan de wet op de ecotaks, die door de distributie werd geboycot; of het verbod op tabaksreclame, dat onder druk van enkele multinationals volledig werd afgezwakt.”

Agalev pleit daarom

voor een sterke overheid met minder taken. Tavernier: “Politici moeten de krijtlijnen van de samenleving duidelijk uittekenen en erop toezien dat alles volgens de regels verloopt. Laat het beheer en de uitvoering maar over aan anderen – dat mag gerust de privé-sector zijn. Maar momenteel is de democratische controle ontoereikend.”

Volgens de Groenen moet ook het bedrijfsleven dringend werk maken van een aantal ethische codes op sociaal, fiscaal en ecologisch vlak. Tavernier: “Wij willen het milieuvriendelijk ondernemen en/of consumeren bevorderen. In die zin denken wij aan de invoering van ecobonussen. Daarnaast moet de expansiewetgeving dringend worden aangepast, waarbij rekening wordt gehouden met ecologische criteria.”

Milieuverval is volgens Tavernier in de eerste plaats een sociaal probleem, verbonden met gezondheid en levenskwaliteit: “De rijken kunnen aan de verloedering van de leefomgeving ontsnappen door in een bosrijke omgeving te gaan wonen, op vakantie te gaan naar ongerepte paradijzen en gezonde voeding te kopen.” Als oplossing stelt de fractieleider van Agalev een mix van regelgevende en economische instrumenten voor (zie kader: Blauwdruk).

Groen en rood gedachtegoed overlappen elkaar

Volgende zaterdag werpt Agalev definitief zijn geitenwollensokkenimago van zich af. “De Vlaamse Groenen houden zich opnieuw bezig met harde materies, zoals ecologische welvaart, wat eigenlijk een eufemisme is voor economie,” bevestigt Toon Colpaert ( Sevi). De directeur van de socialistische studiedienst stelt trouwens heel wat gelijkenissen vast tussen de teksten van de Groenen en de resoluties, die op het SP- Toekomstcongres in mei zullen worden behandeld. Colpaert ziet evenwel geen mogelijkheid om de ecologische voorstellen te realiseren zonder economische groei: “Zeker als men het basisinkomen wil cumuleren met het gros van de vervangingsinkomens uit de sociale zekerheid.” Ook mist de SP-studax in groene bakens voor de 21ste eeuw een beleidsvisie over convenanten, verhandelbare emissierechten en milieu-CAO’s: “Het zoeken in marginale circuits, zoals het ruilhandelsysteem LETS – wat eigenlijk een gehonoreerd zwart circuit is – draagt niet bij tot de geloofwaardigheid. Het enige wat overblijft, is een zeer fors fiscaal luik om de markt te corrigeren.”

Ook het Vlaams Economisch Verbond ( VEV) onderschrijft grotendeels de waarden van de Agalev-congresresoluties, maar ziet toch een grote blinde vlek: het economisch draagvlak. Gedelegeerd bestuurder Mieke Offeciers: “Zonder een gezond evenwicht tussen een sterk economisch draagvlak en een verantwoorde sociaal-ecologische bescherming kan Agalev zijn zorgzame maatschappij vergeten. De Groenen rekenen op meer bijdragen van de grote vermogens en inkomsten uit kapitaal. Het spijt ons, maar dergelijke nieuwe financieringsbronnen aanboren op louter nationaal vlak zal vooral averechtse gevolgen hebben. Het geld vlucht, waardoor investeringen en dus jobs op de helling komen te staan, terwijl de belastbare basis verschrompelt en de fiscale ontvangsten uiteindelijk dalen.” Het VEV hekelt ook de idee van controle. Offeciers: “De Groenen wantrouwen het liberalisme en gaan daarom sterk controleren en sturen, met alle negatieve gevolgen vandien. Nu de beleidsverantwoordelijken inzien dat ze te ver zijn gegaan in het reguleren (onder meer inzake milieu), willen ze nog meer normen uitvaardigen. Waarom niet meer kansen geven aan alternatieve beleidsinstrumenten, zoals convenanten ( nvdr – vrijwiligge overeenkomsten), of waarom geen terugnameplicht invoeren? Voor elke regel die erbij komt, moet er één worden afgeschaft.”

Ook inzake fiscaliteit

geven de Agalev-resoluties volgens het Vlaams patronaat niet meteen blijk van een allesomvattende visie. Offeciers: “Er wordt voorbijgegaan aan de realiteit dat ons land al een zeer hoge (para)fiscale druk kent, zo’n 450 miljard frank meer dan het Europees gemiddelde. De thans algemeen aanvaarde nood van een forse RSZ-verlaging wordt niet ten volle erkend. Ook met een algemene, lineaire, maar forfaitaire lastenverlaging zijn de laaggeschoolden bij voorrang gediend.”

Duurzaam alternatief

Wat de globalisering van de economie betreft, vreest Agalev een groeiende machtsconcentratie van de elite. Tavernier: “De wereld is één grote markt geworden. Zo verplaatst de huidige concurrentie zich van nationaal naar internationaal niveau. Aangezien de ecologische schade van de productie echter niet in de prijs wordt verrekend, vergroot de marktpositie van de multinationals op kunstmatige wijze. Dat is negatief voor de lokale ontwikkeling. Theoretisch zijn ze allemaal voor een internationalisering van de milieukosten, maar in de praktijk wordt elk voorstel – zoals de Europese energietaks – de grond ingeboord.”

“Het dramatische aan het huidige regeringsbeleid is dat de coalitie alleen denkt aan het behalen van de drieprocentnorm,” besluit Tavernier. “Alle andere, maatschappelijke uitdagingen worden opzijgeschoven. Daarover heeft de meerderheid geen visie. De groene bakens van Agalev bieden een duurzaam alternatief op lange termijn.”

ERIC POMPEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content