Ondernemen in het paradijs

De groenestroomproducent Aspiravi heeft vorig jaar 56 miljoen euro geïnvesteerd in een windmolenpark op Curaçao. Wat drijft een West-Vlaams bedrijf naar de Caraïben?

Het windmolenpark op Curaçao – een investering van 56 miljoen euro – is de eerste puur buitenlandse investering van het West-Vlaamse Aspiravi. Het Caraïbische eiland is niet meteen een voor de hand liggende keuze. De Spanjaarden bestempelden het oorspronkelijk als een isla inutile, een nutteloos eiland, door de schaarse begroeiing en de vele rotsen.

De Nederlanders waren de eersten die het eiland toch naar waarde schatten. Ze gebruikten het eerst als slavenhub en daarna als olieveld. De nationale oliemaatschappij Shell maakte van hoofdstad Willemstad een belangrijke haven en hield tot 1960 een soort ‘corporate apartheidsregime’ aan op het eiland: enkele woonzones rond de haven waren exclusief gereserveerd voor blanken, terwijl de zwarte bevolking – voormalige slaven – er enkel als dienstpersoneel mocht komen.

Vandaag is van slavernij en apartheid op Curaçao geen sprake meer, maar het verleden heeft nog steeds een grote invloed. Het Nederlands is er de officiële taal en de haven bleef ook na de terugtrekking van Shell het economische hart van het eiland. Tegenwoordig is Curaçao vooral figuurlijk bekend als safe haven. Door de lage bedrijfsbelasting voor trustmaatschappijen hebben veel grote (Amerikaanse) bedrijven hier in het verleden hun tropische thuis gevonden.

“Curaçao heeft niet het profiel van de typische Caraïbische vakantiebestemming”, bevestigt Guy Cozijns. De Vlaming werkt al tien jaar bij de Kamer van Koophandel van Curaçao. “Massatoerisme heeft men niet en wil men niet.” Het eiland wil economisch van belang zijn.

Competitieve wind

Wat brengt een West-Vlaams groene-energiebedrijf naar hier? “Er is simpelweg veel wind”, zegt CEO Rik Van de Walle. Zoveel zelfs dat windenergie er winstgevend is zonder groenestroomcertificaten.

Die zogenaamde ‘competitiviteit van wind’ is belangrijk voor een bedrijf als Aspiravi. Zowel in de thuismarkt Vlaanderen, als in Duitsland, Frankrijk en Nederland zijn overheidsubsidies nodig om de competitiviteit te verhogen, zegt Van de Walle. En dat is een risico: “Het is veel comfortabeler als je product onmiddellijk concurrentieel is – zoals op Curaçao.”

Toch was het financiële aspect alleen niet voldoende voor Aspiravi om de stap over de grote plas te maken, zegt Van de Walle. De Nederlandse taal en het dito rechtssysteem, plus het feit dat het toenmalige Dexia mee wilde financieren, speelden ook mee. “Eigenlijk is Curaçao een beetje West-Vlaanderen in de Caraïben”, zegt Van de Walle. “De afstand is groot, maar de werking is dezelfde als in Belgie.”

De positieve ervaring van Aspiravi zou andere Vlaamse kmo’s kunnen doen overwegen om zelf de stap naar Curaçao of andere Caribische gebieden te doen. Dat denkt ook Roy Kolader, manager bij NuCapital, de Curaçaose investeringspartner van Aspiravi. “De Antillen zijn een goede plek om te investeren”, zegt de geboren Surinamer. “Er is een relatief stabiel politiek klimaat en is er weinig corruptie. Als ik ergens anders kom en ik moet vaststellen dat men mij probeert om te kopen, dan zit ik op het volgende vliegtuig terug”, zegt Kolader. “Maar hier is van corruptie absoluut geen sprake.”

Curaçao is ook interessant voor bedrijven die nood hebben aan Nederlandstalige dienstverlening. “Enkele Nederlandse bedrijven installeerden al een callcenter op Curaçao”, zegt Guy Cozijns. En hij denkt dat ook Vlaamse callcenters er hun slag kunnen slaan.”De loonkosten zijn lager en er is ook het uurverschil, wat service buiten de Belgische kantooruren vergemakkelijkt.”

Veilige haven

Boven alles blijft Curaçao toch om fiscale redenen een interessant investeringsoord. “Maar het is geen belastingparadijs meer”, verrast Cozijns. Hij wijst erop dat de voordelige trustregeling enkele jaren geleden wegviel. “In de plaats kwam de ‘economische zonewetgeving'”, legt Cozijns uit. Door die wetgeving genieten transport-, handels-, en internetbedrijven zeker tot 2025 van een speciaal belastingregime.

“In ruil voor de creatie van jobs betaal je slechts 2 procent belastingen op je winst”, zegt Cozijns. Een kleine zoektocht op internet leert echter dat dat ‘werkgelegenheid creëren’ niet zo nauw genomen wordt. Wat telt, is dat je als buitenlands bedrijf je omzet in Curaçao registreert, en bereid bent daarop belastingen te betalen. Het mag dan officieel geen belastingparadijs meer zijn, het blijft toch een veilige fiscale haven.

En dan is er natuurlijk nog de echte haven. Door zijn ligging net boven Zuid-Amerika is het eiland ideaal gelegen voor vele logistieke activiteiten vanuit Europa. Er zijn bovendien zo goed als geen tropische stormen, wat altijd goed meegenomen is in de Caraïben.

Toch moet er nog heel wat water naar de zee vloeien vooraleer Vlaamse bedrijven op Curaçao even actief worden als Nederlandse, denkt Jelle Schoonderbeek. Hij is de projectleider van het windmolenpark van NuCapital en Aspiravi, en werkte jaren in Amerika alvorens op Curaçao aan de slag te gaan. “Het is een mentaliteitsverschil denk ik. Nederland is van oudsher een zeevaartnatie, onbewust krijg je dat reizen toch mee in je opvoeding.”

In onze opvoeding zit het inderdaad niet, maar misschien kan het goede weer en dito fiscaal klimaat menig Vlaamse ondernemer binnenkort toch de grote oversteek doen wagen. Voor Aspiravi was de samenwerking op Curaçao een succes. Zijn vijftien windmolens zullen niet minder dan 20 procent van alle elektriciteitsvoorziening op het paradijselijke eiland opwekken. Benieuwd hoeveel internetbedrijven daarmee in hun energiebehoefte kunnen voorzien.

PETER VANHAM

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content