On line-folie

Internet, mobiele communicatie, gadgets. Cebit 99 toonde vooral hoe de bekende trends zich doorzetten.

Hannover (Duitsland).

Je moet bezeten zijn om je door de ruim zevenhonderdduizend bezoekers van Cebit te willen worstelen. Het verkeer tussen de veel te kleine luchthaven en de Messe ontaardt jaar na jaar in een gigantische knoop. Wie de bijna achtduizend standen, verspreid over zesentwintig immense hallen, allemaal met een bezoekje wil vereren, heeft per stand 3,15 seconden ter beschikking. Maar wie de drukte, het verkeer en de kuierende massa trotseert, kan zich vergapen aan een nergens anders te bekijken hoeveelheid technische hoogstandjes. Veel van die dingen zijn gewoon proefballonnetjes, die nooit het stadium van de productie zullen halen. De dingen daarentegen die wel in de handel komen, worden met een fenomenaal marketinggeweld aangeprezen. Om in zo’n massa op te vallen, volstaan de gebruikelijke technieken niet.

Internet via het stopcontact

In de Internet-evolutie zijn er drie trends even duidelijk als voorspelbaar: iedereen moet aan het Internet; het Internet wordt mettertijd de drager van gewoon alles, van telefoons tot fax en video toe; en je zal al die faciliteiten ook draadloos/mobiel kunnen gaan gebruiken. Al die dingen leiden tot een niet te verzadigen vraag naar steeds meer bandbreedte. Hoewel je op het eerste gezicht zou zeggen dat isdn zijn tijd wel heeft gehad, bleek dit niet uit het Cebit-aanbod: het isdn-aanbod blijft uitgebreid en actueel. Maar ook wie voor de adsl-techniek, recentelijk onder de naam TurboLine geïntroduceerd door Belgacom, een kort leven voorspelde, is eraan voor de moeite. Je ziet wel wat udsl- ( Universal Digital Subscriber Line) en vdsl-oplossingen ( Very High Data Rate DSL), maar het adsl-stadium wordt beslist niet overgeslagen. Met zijn allen op het Net dus, via de TurboLine, of het kabelnet.

Bij de grotere concerns ging veel aandacht naar het gebruik van het gewone elektriciteitsnet als drager van informatie. Mits wat aangepaste apparatuur kan je gaan telefoneren en/of surfen via het elektriciteitsnet. De snelheden zijn wel beperkt tot om en bij 1 Mbit/s. Leuk bij de Siemens-demo was de integratie van domotica met het Internet-via-het-stopcontact: je kan bijvoorbeeld via het net allerlei elektrische apparaten bij jou thuis in- en uitschakelen. Mooi, maar behoorlijk duur. En volkomen zonder toekomst in een land dat zo dicht bekabeld is als België. Kabelmodems kosten duidelijk minder en halen op één been de dubbele snelheid.

Bellen via het Internet of VoIP ( Voice over IP) is nog niet voor morgen, daarvoor is het debiet te beperkt. Technisch kan het, de producten – lees: de software – zijn er, maar het Internet van vandaag heeft zijn (snelheids-)beperkingen. Heel anders ligt de zaak bij gebruik van een intranet, of een bedrijfsnetwerk: de VoIP-producten zijn er, ze werken prima, en elk groter bedrijf kan op deze manier een duidelijke bezuiniging realiseren op de communicatiekosten.

Het draagbare kantoor

Wat zal uiteindelijk het verschil gaan worden tussen een minilaptop of -palmtop of een gsm met computertrekjes? Aan de ene kant heb je de prachtige, maar dure, rekenwondertjes waarvan de Toshiba Libretto de toon zette: kleine pc’s, met alle functionaliteit en nauwelijks minder mogelijkheden dan hun grote kantoorbroers. Als je in zo’n ding een gsm-modem stopt, heb je Internet-toegang en kan je bellen en faxen.

Aan de andere kant heb je gsm’s met behoorlijk wat mogelijkheden. Het begon met de Nokia Communicator. Maar nu zijn er onder andere Alcatel, Sagem en Nokia met een gewone gsm (zonder toetsenbord dus, en met normale afmetingen, autonomie en gewicht) mét Internet-faciliteiten. Eind maart/begin april start er in de Parijse regio een proefproject, waarbij de gsm-gebruiker via een druk op een speciale toets van zijn handtelefoon datacontact krijgt met zijn provider. Tot de mogelijkheden behoren het nieuws, beurs- en verkeersinfo, en het zenden en ontvangen van faxen ene-mails. Het ziet ernaar uit dat dit soort diensten binnen de kortste keren gemeengoed zal zijn.

Zaktelefoons niet te stuiten…

Iedereen moet en zal aan de zaktelefoon, dat is duidelijk. Het is dan ook een wereld waarin immens veel geld omgaat. Intussen evolueert de markt van een publiek dat een eerste aanschaf doet, naar mensen die aan hun tweede of misschien wel derde gsm toe zijn. De verkoop van nieuwe zaktelefoons groeit dus nog altijd veel steviger dan het aantal nieuwe aansluitingen op het mobiele net. De klant wordt gelokt met steeds lichtere en kleinere toestellen, met een alsmaar grotere autonomie en meer mogelijkheden. Maar ook de concurrentie tussen de diverse providers is bikkelhard. Ze huurden in een collectieve inspanning samen een hele hal af, en richtten ze in als woestijn. Centraal daarin kon je op een soort mechanische kameel je behendigheid demonstreren. Dat onze premier dat in volle verkiezingsstrijd heeft moeten missen…

De Duitse provider E-Plus had een leuk initiatief: de Kid Phone. Het is een zaktelefoon, bijzonder eenvoudig in het gebruik, gebouwd door Siemens, die samen met een wat speciaal abonnement, eigenlijk een voorafbetaalde kaart, wordt verkocht. Het toestel is bedacht voor gebruikers vanaf acht jaar, die een keuze kunnen maken tussen zes op te bellen nummers, en een noodnummer. Het Zweedse Spectronic toonde een bijzonder futuristisch ogende gsm met een ingebouwde videocamera waarlangs je beelden kan doorzenden naar zo’n andere gsm, of naar het Internet. Verder zit er standaard Netscape op, en kan je volledig je gang gaan op het Net, bijna zonder beperkingen door het scherm van 640 pixels breed. In de handel dit najaar. Vreemd van vormgeving, eigenaardig in het gebruik door een vreemd soort aanraaktoetsen in de zijwand, en dus een vraagteken. Maar je weet maar nooit, met die Scandinaven…

Techniek à la carte

Digitale camera’s winnen met de dag aan mogelijkheden en komen los van de pc. Bij Lexmark was er een schitterende fotoprinter die rechtstreeks afdrukte van de digitale camera. Niet goedkoop voorlopig, dat wel.

Voor originaliteit moest je zoals wel vaker naar de Japanse fabrikanten. Bij Seiko zagen we een origineel visitekaartje: een mini- en toch deels wel rechthoekige cd-rom, met daarop de gebruikelijk informatie gedrukt. Maar het leuke is dat er diverse megabyte aan info op kunnen, die dan in een weg mee worden doorgegeven. Casio bracht een computer-horloge, met een kleuren LCD-display, die je (natuurlijk draadloos) op je pc kan aansluiten. Sony kwam met geheugen- sticks: kleine units van enkele vierkante centimeter, die je in zowat alle Sony-producten kan stoppen. In een palmtop-computer betekenen ze extra geheugenruimte, in een digitale fotocamera sla je er de beelden in op, in een telefoon een hele rist telefoonnummers en de (digitale) boodschap van je antwoordapparaat.

Pc’s: stilte voor de storm ?

Van het pc-front weinig nieuws. Geen nieuwe, snelle processoren; de gebruikelijke uitbundigheid bij Microsoft, maar geen gebeurtenissen van wereldformaat. Het Office 2000-pakket, net als Windows 2000, stonden nog niet ver genoeg om ze in Hannover te introduceren. Dat gebeurde overigens wel met de nieuwe Explorer-versie, vanaf nu gratis te downloaden vanaf het Internet. Bij Hitachi zagen we de grootste hardeschijfunit voor pc’s: liefst 36 gigabyte… Nog niet productierijp, maar dat is een kwestie van tijd. Een nieuw backupsysteem van Onstream, laat zo maar even 30 gigabyte op een cartridge neerpoten. Het ding ziet er zowat uit als een cd-rom. Gewoon in te bouwen in de pc, en met een overdrachtsnelheid tot 1 megabyte/seconde. Toegegeven: het maken van een backup van een harde schijf van 10 gigabyte duurt op die manier haast drie uur, maar toch.

En Vlaanderen?

Traditioneel gaven ook een rist Vlaamse bedrijven acte de présence op de Messe. Het legioen werd natuurlijk aangevoerd door Lernout & Hauspie Speech Products. Zoals steeds een geanimeerde stand, met veel en spectaculaire live-demo’s van Vlaamse spraaktechnologie, en een dito belangstelling. Business as usual dus. Het Brabantse Topcom had een attractieve stand en deed schijnbaar goede zaken. Netvision was er voor het eerst. De bijzonder kleine stand stond in schril contrast met de spetterende beursintroductie, maar men was er tevreden over de gelegde contacten. En dat klopt ook: voor dit soort bedrijven is Hannover natuurlijk niet een verkoopbeurs, maar in de eerste plaats een internationaal forum en/of platform. Op dit vlak heeft Netvision zijn entree duidelijk niet gemist. Heel anders was de sfeer bij Option International. Vorig jaar een ruime stand, met een soort champagnesfeer: op Cebit 1998 immers werd het Firstfone-product voorgesteld. Bovendien werd er een samenwerkingsverband aangekondigd met Siemens op het vlak van dualbandtelefoons. Beide feiten samen zorgden toen voor een koersexplosie van het Option-aandeel, dat op enkele dagen tijd in waarde verdubbelde tot ruim boven de 30 dollar. De euforie van vorig jaar was dit jaar omgeslagen in een vreemd soort gelatenheid. Een kleine, weinig aantrekkelijke stand, geen nieuw product, geen publieke belangstelling, en dus ook geen animo.

TONY VANDENBORN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content