Olympisch bloemenkunstenaar

Met nauwgezetheid stopt de Wenduinse bloemenkunstenaar Tomas De Bruyne een witte orchidee tussen enkele stronken verkoold hout. Zijn bloemstukken gelden vandaag over de hele wereld als het summum van florakunst. Voor de Olympische Spelen van Beijing 2008 mag hij – letterlijk – de bloemetjes buitenzetten.

Analist-programmeur: het is niet meteen een job waar je veel creativiteit en uitbundigheid zou verwachten. Tomas De Bruyne (37) uit Wenduine bewijst het tegendeel. Al snel begreep de techneut dat hij creatief sterk was maar technisch een speler uit de middenklasse. Zijn (inmiddels ex) vrouw hield de bloemenzaak van haar ouders open. De Bruyne stapte in de zaak en werd door het virus van de bloem gebeten. Eerder toevallig kwam hij dus in de wereld van het bloemschikken terecht. “Was mijn ex een schilder geweest, dan was ik nu wellicht met pen en penseel actief.”

Hij schuift enkele zwartgeblakerde houtblokken naar voren. Met een paar witte orchideeën geeft hij het stuk een ziel. Op de achtergrond hangt een schilderij van zijn hand: toetsen van bruin, roest, grijs en zwart gaan perfect met zijn bloemstuk samen. “Het is een verwijzing naar Gustav Klimts kus.” Het werk dateert van 2002, het jaar waarin De Bruyne als bloemist internationaal doorbrak. Want toen won hij op het wereldkampioenschap bloemschikken de eerste plaats voor ‘technisch niveau’ en behaalde in het algemene klassement de vijfde plaats.

Senior advisor voor OS

Dat De Bruyne het als selfmade man zo ver geschopt heeft, is een gevolg van de passie waarmee hij zich op bloemschikken gestort heeft. “Passie is mijn alles verterende drijfveer. Met passie kan je veel. Als je ze weet te controleren zelfs alles.” In 1998 publiceerde hij zijn eerste boek in een lange reeks: bloeiende verbeelding maakte zijn naam ver buiten de Belgische grenzen bekend. Enkele goede connecties – waaronder het kristalhuis Swarovski – gaven zijn carrière vleugels. Vandaag is hij nagenoeg uitsluitend in het buitenland actief. “Ik geef workshops en demonstraties, maar maak ook creaties voor grote internationale bedrijven en organisaties.” Voor een Swarovskibal mocht hij aan de slag met tienduizend rozen. Nadien kon hij Swarovski’s grootste kristalgalerie in Innsbruck inrichten. In China gaf hij workshops over bloemschikken in de geest van het taoïsme. Enkele mensen van het Chinese olympische comité zaten in de zaal, en spraken De Bruyne nadien aan. Of hij senior advisor voor de Spelen van 2008 wilde worden. De Bruyne ontwierp de boeketten voor de winnaars. “Daarvan zullen er zo’n vierduizend worden gemaakt.”

De Bruynes artistiek talent wordt ruim erkend. Maar wat vormt voor hem dan het verschil tussen een bloemstuk en een echt kunstwerk? De Bruyne denkt na. “Bij bloemschikken denk ik spontaan aan het bundelen van bloemen tot een boeket of tot een arrangement. Ik wil dat tot kunst verheffen. En dat doe je volgens mij door er een ziel in te stoppen. Het verschil zit dus in de toegevoegde emotie. Ik wil mijn stukken laten spreken.”

Voor prinsessen

De Bruyne reist fluks de wereld af voor opdrachten, lessen, workshops en consulting. Azië staat daarbij met stip op één. “Korea, Japan en Taiwan zijn landen waar ik erg bekend ben. Ik kan er goed aarden omdat de Aziaten veel respect voor bloemen tonen. Dat maakt het voor mij makkelijker om die bloem een stem te geven.” Concreet valt in De Bruynes werken dan ook de rol van individuele bloemen in het gehele stuk op. Eén specifiek detail moet de ziel van zijn werk blootgeven, een verhaal vertellen.

Hij demonstreerde dat voor de Chinezen, in het mekka van het taoïsme. De Bruyne maakte een bloemstuk in de vorm van een kano: “Ik baseerde me op Lao Tsé, de Chinese filosoof uit de zesde eeuw voor Christus. Die keek in het water en probeerde daar de maan vast te nemen. Ik heb die waterrimpeling in mijn stuk verwerkt.”

Aan kunst hangt een prijs vast, en dat is bij een topbloemist niet anders. Toch aarzelt De Bruyne om prijsvoorbeelden te geven. “Ik vind dat niet zo relevant, en laat me bij opdrachten niet door de kostenstructuur leiden. Natuurlijk vraag ik vooraf of er een budget is, en dan probeer ik daarnaar te werken.” Voor het magazine Royals moest De Bruyne zeven bloemstukken voor zeven prinsessen maken. “Ik informeerde me over die dames, probeerde te vatten wat voor mensen het waren, en vertaalde dat dan in zeven verschillende bloemstukken. Die kostten tussen 300 en 400 euro.”

Grote bedrijven

Door zijn werk en zijn internationale contacten heeft De Bruyne een goed gevoel voor artistieke trends ontwikkeld. “Bloemsierkunst hinkt traditioneel achter op andere kunstvormen, zoals kleding. Couture geeft de trends aan, en andere kunstvormen volgen. Vandaag is het local global, maar ik voorspel dat we almaar meer terug naar de eigen roots gaan. Steeds meer local, steeds minder global. We gaan in onze kunst steeds meer naar onze eigen tradities terugkeren.”

En dus wil De Bruyne ook in eigen land voet aan de grond krijgen. “Ik vind het zo typisch Belgisch: pas als je in het buitenland iets betekent, ben je in België welkom. Ik hoop dat ik in de toekomst meer in België zal kunnen werken.” Enkele grotere bedrijven geven alvast het voorbeeld. Zo mocht De Bruyne onlangs de sierstukken ontwerpen voor een groot Proximusfeest. Het valt te verwachten dat De Bruynes bloem steeds vaker in eigen land zal bloeien.

Door Aart De Zitter/Foto’s Thomas De Boever

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content