Oldtimers worden jong

Bij auto- en motorliefhebbers zijn naast de klassieke oldtimers nu ook oldtimers uit de jaren tachtig en begin jaren negentig in trek. Is elke youngtimer een interessante investering?

Youngtimers zijn aan een opmars bezig in het wereldje van de liefhebbers van klassieke auto’s en motoren. Een youngtimer is een jonge oldtimer. Zodra een auto of een motorfiets vijfentwintig jaar oud is, wordt hij gecatalogiseerd als oldtimer. “Ook een Volkswagen Golf 2 uit de jaren tachtig is dus een oldtimer. Een oldtimer hoeft niet te dateren uit de jaren vijftig of nog vroeger”, zegt Bernard Marreyt, die gespecialiseerd is in de restauratie en het onderhoud van klassieke wagens. “De jonge generatie autoliefhebbers vindt zo’n Golf 2 een supercoole retrowagen. Ook zo’n auto verdient een plaats in de hall of fame van de autogeschiedenis.”

Jonge generatie

Sébastien De Baere, de managing director van Autoworld, is het daarmee eens. Het automuseum in Brussel opende zijn deuren in 1986. Het was de periode van de Golf GTI, de Renault 5 Turbo en de Peugeot 205 GTI. “Die wagens waren toen nieuw”, zegt De Baere. “De jongste auto’s in de collectie dateerden van de jaren vijftig. Maar bezoekers van mijn generatie (De Baere is een late dertiger, nvdr) willen de wagens zien waar ze van droomden toen ze tieners waren. Ook modellen van de jaren tachtig mogen een plaats krijgen in het museum.”

Dertigers vinden de oude klassiekers van de jaren vijftig en vroeger wel mooi, maar ze hebben die nooit zien rijden. Bovendien zijn zulke oldtimers voor hen financieel niet haalbaar. “Toch willen ze met een oldtimer rijden. Ze richten zich daarom op het einde van de jaren zeventig, de jaren tachtig en het begin van de jaren negentig”, aldus De Baere. Youngtimers hebben ook het voordeel dat ze nog gewoon meekunnen in het verkeer. Anders dan voor klassieke oldtimers is er geen grote technische kennis voor nodig om ze te starten en te besturen.

Een youngtimer kan bovendien een goede investering zijn, zegt Bernard Marreyt. “Je geld is niet verloren. Geld op de bank brengt niets meer op. Maar een mooie Alfa Romeo Alfa Sud die nu 3000 euro waard is, zal dat bedrag zeker waard blijven, of hij zal nog in waarde stijgen.”

Initieel concept

Maar niet elke auto die 25 jaar is of dat binnenkort wordt, is een waardevolle belegging. “De wagen moet perfect in orde zijn. Daarenboven moeten de onderdelen origineel zijn. De wagen mag ook niet getuned zijn”, zegt De Baere. Hij geeft het voorbeeld van een Mercedes SL90 Wings die in perfecte staat was, maar op een wedstrijd naast de hoofdprijs greep omdat de eigenaar er airco in had laten installeren. De wagen was daardoor niet meer in originele staat.

Als de wagen gemaakt is in het eerste bouwjaar van het model, draagt dat bij aan de waarde. Bernard Marreyt verwijst naar de Jaguar E-Type flat floor. Een tijdlang was de 12 cilinder-versie van die wagen in trek, maar de eerste E-Type uit 1961 is geleidelijk populairder — en dus ook duurder — geworden, al waren er nog kinderziektes aan. “Die wagen wordt een ‘flat floor’ genoemd, omdat je voeten eigenlijk iets te hoog zaten”, zegt Marreyt. “Later werd er een kuipje aangebracht, waardoor je wat normaler kon zitten. Maar die wagens zijn toch minder waard. De allereerste exemplaren zijn de top. Ik ben het daarmee eens, want dat was het initiële concept. Het origineel is altijd waardevoller dan de evolutie.”

Jacky Ickx

Wagens die schaars zijn, zijn het waardevolst. Een wagen die in grote aantallen van de band is gelopen, is minder interessant als belegging. Een gewone Golf of Peugeot 205 brengt minder op dan de GTI-uitvoering. Een ander aandachtspunt is de historiek van de wagen. Een Lada komt niet meteen in aanmerking als investeringsobject, maar de Lada Niva waarmee Jacky Ickx Paris-Dakar heeft gereden, is een topper. Van de Opel Kadett zijn miljoenen exemplaren gemaakt. Onlangs haalde een Kadett uit 1976 een mooi bedrag: het was een exemplaar dat nul kilometer op de teller had en waarvan de stoelen nog in de plastic beschermhoes zaten.

De echte liefhebbers van klassieke wagens hebben het niet zo voor mensen die een klassieker alleen als belegging kopen. “Er wordt tegenwoordig te veel gepraat over investeren in vier wielen. Een aantal mensen is op de kar gesprongen voor een snelle winst. Maar degenen die op gewin uit zijn, zijn slechts een kleine minderheid”, houdt hij vol.

Sébastien De Baere waarschuwt dat de minder ingewijde kopers goed moeten opletten als ze een youngtimer aanschaffen. “Er zijn kapers op de kust. Die kopen een wagen voor het chassisnummer. Die wagen renoveren ze. De purist zal zeggen dat het om een nieuwe wagen gaat, of om een replica. Je kunt daarover discussiëren, maar je mag niet vergeten waarvoor een auto of een motor is gemaakt: om ermee te rijden, niet om in een museum te staan.”

AD VAN POPPEL