Oefening baart kunst

SOEPELE KAMPIOENEN Het nieuwe managementdenken komt uit China. © REU

Chinese ondernemingen komen met nieuwe manieren om gigantisch succesvol te worden. We kunnen er in het Westen nog wat van leren.

In 1917 werd aan de Fudan-universiteit in Sjanghai de eerste managementcursus in China gedoceerd. De oostkust van China was toen een van de meest geglobaliseerde handelscentra ter wereld en het ondernemerschap floreerde er. Maar oorlog en maoïsme scheurden het Chinese onderwijssysteem aan flarden. Omdat het kapitalisme vele jaren verboden was, had het nog weinig zin bedrijfswetenschappen aan te leren.

Toen het managementonderwijs in het begin van de jaren negentig naar China terugkeerde, droomden velen van een lucratieve markt van tientallen miljoenen studenten. In werkelijkheid levert China slechts 50.000 MBA’s per jaar af, minder dan de helft van het aantal in de Verenigde Staten.

De heropleving van de markteconomie in China heeft vele vernieuwers opgeleverd. Voorbeelden zijn Huawei, de globale reus van de telecomuitrusting, en Haier, ‘s werelds grootste fabrikant van witgoed. Maar naar dat markante fenomeen gebeurt in China geen ernstig academisch onderzoek, betreurt Lu Xiongwen, de decaan van de managementschool aan de Fudan-universiteit. “Lopend onderzoek gaat niet over vernieuwend werk”, zegt hij. “Het gaat vooral over hoe kennis die in het buitenland ontwikkeld werd, kan toegepast worden op de Chinese situatie.” Het belangrijkste academische onderzoek naar management in China gebeurt intussen in het buitenland.

Ondernemers wijzen de weg

Gelukkig zijn er nog de Chinese ondernemers, die het zakendoen opnieuw uitvinden. Chinese privéfirma’s zijn wereldleiders in innovatieve managementmethodes, businessmodellen en klantendienst. De e-commercereus Alibaba pionierde met borgstelling in zijn betalingssysteem. WeChat is het meest geavanceerde messaging- en betalingsplatform ter wereld. De lievelingen van Silicon Valley, zoals Facebook en WhatsApp, reppen zich om het bij te benen.

Innovatie gaat bij de Chinese bedrijven steeds verder. Volgens Edward Tse van de consultant Gao Feng verwerpen de beste Chinese ondernemingen tegenwoordig het westerse zakencredo van kerncompetenties, dat zegt dat firma’s moeten focussen op wat ze het beste kunnen.

In de plaats daarvan gaan vooraanstaande lokale firma’s voor op de weg naar wat hij “veelvoudige springbewegingen” noemt. Wanxiang werd bekend als een fabrikant van auto-onderdelen, maar stapte over op de productie van elektrische wagens en investeert nu in fintech. Baidu begon als een internetzoekrobot, maakte een omweggetje via mapping en ‘online-offline’-apps en pompt nu geld in kunstmatige intelligentie en de ontwikkeling van autonome wagens. Heel wat andere Chinese firma’s springen eveneens met succes van de ene sector naar de andere. “De succesvolle opkomst van de veelvoudige springbewegingen is een cruciale gebeurtenis in de wereldwijde managementwetenschappen in dertig jaar en de nieuwe inspiratie komt uit China.”

Zhou Lin, de decaan van de businessschool aan de Jiaotong University in Shanghai, is sceptisch. Hij vindt dat de bewierookte firma’s te veel rekenen op lage prijzen en schreeuwerige marketing en dat hun businessmodel daarom onhoudbaar is. Een groot deel zou ook niet overleven zonder overheidssteun.

De auteur is redacteur Chinese business en bureauchef in Sjanghai van The Economist.

Vijay Vaitheeswaran

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content