Nog maar eens Keynes

Naarmate de financiële crisis en recessie diepere sporen van vernieling trekken, neemt de belangstelling voor John Maynard Keynes (1883-1946) sterk toe. Meer bepaald het boek The General Theory of Employment, Interest and Money dat hij in 1936 publiceerde, op het dieptepunt van de Grote Depressie. De analyse vormt het corpus van wat we vandaag de macro-economische analyse noemen, ook al dwaalden de inzichten ondertussen al een heel eind af van het originele gedachtegoed van de legendarische econoom uit Cambridge.

In diverse nieuwe boeken worden de basisinzichten van Keynes weer van stal gehaald (*). Niet alleen om deze Grote Recessie te bestrijden, ook voor het toekomstige macro-economische beleid zou er beter teruggekeerd worden tot de ultieme bron van de economische wijsheid: de basisideeën van de grote meester. Iedereen die deze conjunctuurbeweging van de belangstelling voor Keynes al enkele decennia volgt, kon zonder al te veel moeite voorspellen dat nu ook al de stroom van antiboeken op gang komt (**).

De discussie over wat Keynes precies bedoelde, duurt nu al meer dan een halve eeuw. Het verhaal is vatbaar voor eindeloze herhaling. Naargelang van de auteur krijg je een eerder klassieke markteconoom, een bijna marxistische agitator of een protectionistische nationalist voor je. Begiftigd met een briljante en razendsnelle geest veranderde Keynes van idee zoals andere mensen van kostuum veranderen. Zijn grote intellectuele rivaal van de jaren twintig en dertig, Friedrich von Hayek, vond het niet de moeite uitgebreid te reageren op de General Theory. Tegen de tijd dat die bespreking klaar zou zijn, zou Keynes immers weer andere ideeën verdedigen, zei Hayek.

De General Theory bestrijkt een uitgebreid gedachtegoed, maar ze kan zeker niet beschouwd worden als een algemene theorie voor de golfbeweging van de economie. In het boek geeft Keynes aan wat er best kan gebeuren als de normale economische machine vastloopt, als er zoveel onzekerheid, negatieve verwachtingen en paniek in het systeem zitten dat er zich een helse neerwaartse spiraal dreigt te ontwikkelen. Het is uiteraard geen toeval dat Keynes zijn magnum opus schreef tijdens de hoogdagen van de Grote Depressie, toen een derde van de economie in rook opging en een op de vier werkwilligen zonder job zat. Keynes wilde inzichten aanreiken om een oplossing te vinden voor de monumentale crisis die zich toen voor zijn ogen ontplooide.

Komt er zo’n desastreuze ontwikkeling aanrollen, dan moeten de overheden de monetaire en budgettaire registers stevig opentrekken om de vrije val van de economie te stoppen en de negatieve verwachtingspatronen te breken. Dat deden de autoriteiten in de loop van de jaren dertig niet of in ieder geval onvoldoende, met alle gevolgen van dien. Sinds ruim een jaar proberen de autoriteiten nu de nek van de Grote Recessie te breken door inderdaad aan keynesiaans crisismanagement te doen. Het staat nu al vast dat we geen herhaling van het desastreuze scenario van de jaren dertig krijgen. Wat we de komende twee, drie jaar wel krijgen, blijft moeilijk voorspelbaar.

Het recept van Keynes is een paardenmiddel voor een patiënt die alleen door de toepassing van drastische medicatie het leven kan worden gered. In normale omstandigheden – en laten we vandaag toch niet vergeten dat we ruim 90 procent van de tijd vrij normale financiële en economische omstandigheden meemaken – kan men het keynesiaanse paardenmiddel beter in de apotheekkast laten. De nauwgezette dag-aan-dagsturing van de economie aan de hand van vraagmanipulatie door de overheid via monetair en budgettair beleid loopt gegarandeerd uit op inflatie en andere ontsporingen. Twee elementen zorgen daarvoor. Ten eerste, er bestaat onvoldoende accuraat inzicht over de manier waarop en de timing waarmee zo’n overheidsoptreden het economisch bestel raakt. Ten tweede, de politiek gaat zo’n economisch beleidsarsenaal altijd, en eerder vroeg dan laat, misbruiken voor electorale doeleinden.

De hamvraag klinkt hoe de overheden, monetair en budgettair, de komende maanden en jaren omgaan met de enorme stimulering die ze de voorbije periode terecht in de economie pompten. Zolang het economische bestel kwakkelt, mogen ze die stimulus niet te massaal terugtrekken. Begint de economie weer stevig te draaien met nog alle stimulus aan boord, dan gaan we gegarandeerd naar schuldpaniek en hoge inflatie of nieuwe zeepbellen. Hoe stevig uitgewerkt de economisch-monetaire modellen ook zijn, als de wil tot uitvoering ervan ondergeschikt gemaakt wordt aan politiek-electorale doelstellingen loopt het altijd fout.

(*) DE TWEE MEEST OPVALLENDE VOORBEELDEN VAN DEZE KEYNES-RENAISSANCE ZIJN: ROBERTSKIDELSKY, THE RETURN OF THE MASTER (PUBLICAFFAIRS) EN PAUL DAVIDSON, THE KEYNES SOLUTION: THE PATH TO GLOBAL ECONOMIC PROSPERITY (PALGRAVE MACMILLAN)

(**) HUNTER LEWIS, WHERE KEYNES WENT WRONG. AND WHY WORLD GOVERNMENTS KEEP CREATING INFLATION, BUBBLES, AND BUSTS (AXIOS PRESS)

DE AUTEUR IS ALGEMEEN DIRECTEUR VAN HET ONDERNEMERSPLATFORM VKW.

Johan Van Overtveldt

De General Theory bestrijkt een uitgebreid gedachtegoed, maar ze kan zeker niet beschouwd worden als een algemene theorie voor de golfbeweging van de economie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content