Noem mij maar een groenteboer

Het Belgische voedingsbedrijf Univeg smelt samen met het Italiaanse Bocchi. Samen vormen ze een groep van 6500 werknemers, die wedijveren met Amerikaanse giganten als Dole en Fresh Del Monte. De architect achter dit alles heet Hein Deprez. De gewezen champignonkweker treedt voor één keer uit de schaduw.

Het had heel wat voeten in de aarde, maar uiteindelijk wou chief executive officer Hein Deprez (43) voor één keer zijn verhaal doen. “Omdat we nu een bepaalde transactie doen, maar daarna zou ik graag weer in stilte verder werken. Ik heb hier absoluut geen behoefte aan. Mijn kinderen kennen hun vader als een groenteboer, en laat dat maar zo blijven. Ik doe dit allemaal niet om in de belangstelling te staan.”

De groente- en fruitgroep Univeg – gecontroleerd door De Weide Blik, van selfmade man Hein Deprez – kwam ongewild toch in de belangstelling door een fusie aan te kondigen met de Italiaanse sectorgenoot Bocchi. Met een omzet van ruim 1,8 miljard euro en 6500 mensen op de loonlijst speelt de groep mee op het Europese schaakbord dat gedomineerd wordt door internationale kleppers als Dole (6 miljard dollar), Chiquita (4 miljard dollar) en Fresh Del Monte (3 miljard dollar). Belangrijke nuance: deze Amerikaanse groepen danken hun omvang voor een flink stuk aan de bananenhandel, die door een jarenlange licentiepolitiek verboden terrein was voor hun concurrenten. De Weide Blik en Bocchi doen zonder bananen ruwweg geschat 1,3 miljard euro in groenten en fruit. Bloemen en planten tekenen voor zo’n 350 miljoen euro, en convenience en logistieke operaties zijn telkens goed voor nog eens 100 miljoen euro.

De twee groepen zijn verrassend complementair. Terwijl Bocchi produceert in Zuid-Amerika, is Deprez actief in Zuid-Afrika. Ook hun afzetmarkten sluiten perfect op elkaar aan. Als Europa eind maart het licht op groen zet, staat niks nog een Belgisch-Italiaanse coalitie in de weg.

HEIN DEPREZ (DE WEIDE BLIK). “Dat klopt. Veel van die overnames zijn gebeurd om een aantal blinde vlekken in onze omzet of het productgamma in te vullen. Zo versnelden we ook het groeiproces en hoefden we niet overal het wiel opnieuw uit te vinden.”

Met deze fusie verdubbelt de groep in omzet. Was dat de drijfveer?

DEPREZ. “Je hebt een bepaalde visie en je kijkt wat er past binnen dat geheel. Vergeet niet dat dit een mature markt is, het aantal consumenten binnen Europa groeit niet meer. We kunnen niet méér eten, wel anders eten. Als je daarin verder wilt groeien, moet je kijken welke partijen in dat plaatje passen. En er zijn weinig partijen die diezelfde visie deelden, ik zie er in elk geval heel weinig.”

Bij Giovanni Bocchi, de stichter en CEO van Bocchi, speelde de opvolging een rol. Betekent dit dat Hein Deprez op termijn de enige CEO wordt van de groep?

DEPREZ. “Dat ben ik nu al. Bocchi wordt een onderdeel van De Weide Blik, waarin Giovanni participeert. Hij wordt mijn partner, ik ben de feitelijke CEO. Maar ik denk niet dat we een gesprek moeten hebben over Hein Deprez, maar over het bedrijf.”

Wie heeft welk belang in de groep?

DEPREZ. “( afgemeten) Wij doen daar geen uitspraken over. In ons perscommuniqué staat er dat Hein Deprez, Giovanni Bocchi en het management de aandeelhouders zijn. En dat het geheel ondersteund wordt door CVC Capital Partners.”

Dat impliceert dat CVC een minderheidsbelang heeft in de groep?

DEPREZ. “( glimlacht) Ik denk dat je tevreden zal moeten zijn met de tekst die we hebben vrijgegeven in het communiqué.”

CVC is tevreden met een minderheidsbelang, wat haaks staat op de filosofie van een private-equityspeler. Hoe hebt u dat voor elkaar gekregen?

DEPREZ. “Ik denk dat wij elkaar voornamelijk gevonden hebben op basis van wederzijds respect. Natuurlijk is een private-equityspeler gefocust op financieel rendement, liefst zo veel en zo snel mogelijk. Maar in onze sector is een langetermijnvisie onontbeerlijk. Daarin kunnen we elkaar aanvullen, als je zorgt dat de juiste balans er is. En dat je de doelstellingen van zo’n speler kan invullen, door een groeipotentieel voor ogen te houden. Wat ik wil benadrukken, is dat Hein Deprez niet uitstapt en ook nooit zal uitstappen.”

Onze interpretatie was eerder dat Bocchi op termijn kan uitstappen via een aandelenverkoop aan CVC.

DEPREZ. “De aandelen van Giovanni Bocchi komen op termijn naar mij. Maar hem was het vooral te doen om de continuïteit in het bedrijf. De man heeft een zekere leeftijd en een opvolgingsprobleem, maar hijzelf zal de komende jaren actief blijven binnen de groep.”

Zijn verdere overnames, met CVC als financiële hefboom, een mogelijk scenario?

DEPREZ. “Dat is iets waar ik nu niet over nadenk. Iedereen kent onze geschiedenis. Als je met je team een bepaalde ambitie hebt, zou ik niet weten waarom het hier moet stoppen. Maar het moet ook zin hebben en vooral toegevoegde waarde bieden.”

In de jaren negentig werd een beursgang eventjes geopperd toen Westfin (van Christian Dumolin) instapte. Is dat nog een mogelijkheid?

DEPREZ. “De beurs was toen de norm, om een exit te bewerkstelligen. Net zoals het vandaag blijkbaar mode is om te verkopen aan een private-equityspeler. Maar wat zal het binnen vijf jaar zijn? Ik heb daar geen idee over, ik weet alleen waar ik met mijn bedrijf naartoe wil. En op het moment dat we zulke stappen moeten overwegen, zullen we dat wel doen. Maar ik ga voor de lange termijn.”

U houdt wel een groeipotentieel voor ogen. Dat impliceert nieuwe overnames?

DEPREZ. “We zullen al flink wat groeipotentieel hebben door deze beide partijen bij elkaar te brengen. Ik vind dat we ons eerst daarop moeten richten. En als we in bananen actief zouden worden, heb je andermaal een enorme groei. Tien procent van de totale markt van groenten en fruit wordt gevormd door één product: bananen.”

Hoe concreet zijn die plannen?

DEPREZ. “Bij Bocchi bestaan daar concrete plannen over, er is zelfs al grond beschikbaar. Nu de licenties weg zijn, kan iedereen die markt betreden. Het aanbod zal groter worden en de mogelijkheid zal bestaan dat de retailer onder zijn eigen merk bananen kan aanbieden. Ik zie daar dus een groot potentieel voor ons de komende jaren.”

Hoe belangrijk was de rol van Philippe Van De Vyvere (Sea Invest) als kapitaalverschaffer voor Univeg? Jullie hadden elk de helft van de aandelen in Food Invest, dat De Weide Blik controleerde.

DEPREZ. “Ik denk dat al onze partners, en Van De Vyvere op de eerste plaats, ons bedrijf de nodige geloofwaardigheid hebben gegeven. En daardoor konden we makkelijker groeien.”

Met de fusie is Philippe Van De Vyvere, net als de andere aandeelhouders van De Weide Blik, uitgestapt.

DEPREZ. “Dat was op vraag van mezelf. De tijd was rijp om een nieuwe stap te zetten. Ik denk dat we een aantal mooie jaren samen hebben gehad, en ik ben ze daar ook erkentelijk voor. Het heeft de weg vrijgemaakt om de fusie met Bocchi mogelijk te maken.”

Was Van De Vyvere gelukkig toen u met dit idee op de proppen kwam?

DEPREZ. “Ik denk dat hij heel snel begrepen heeft dat in een bepaalde richting gaan, andere mogelijkheden biedt. En dat daarvoor de ruimte gegeven moet worden.”

Uw zus, Veerle Deprez, is meerderheidsaandeelhouder van Pinguin, het beursgenoteerde diepvriesgroentebedrijf. De indruk bestaat echter dat Univeg eigenaar is geworden.

DEPREZ. “Mijn zus is daar aandeelhouder. Ik heb in Trends mogen lezen dat we tweelingen zijn, dat is natuurlijk ook deels zo. Ik heb dagelijks contact met haar. Maar wij zijn niet betrokken bij het dagelijkse beleid van Pinguin. Ik zeker niet, en mijn zus ook niet.”

Zou Pinguin passen binnen de groeistrategie van Univeg?

DEPREZ. “Ik heb daar geen idee, noch een standpunt over. Ik denk dat Pinguin veel potentieel heeft, maar ik kijk ernaar zoals jullie ernaar kijken, het zijn mijn centen niet. Ik ben natuurlijk wel geïnteresseerd in wat daar gebeurt. Ik denk dat mijn zus een heel verstandige vrouw is die op een rustige manier die zaken bekijkt. En als Pinguin haar om advies over bepaalde dingen vraagt, zal ze dat zeker doen.”

Er bestaat veel verwarring over Univeg en Pinguin, zowel bij de beleggers van Pinguin als bij de sectorgenoten, die stonden te trappelen om de plaats van het zieke Pinguin in te nemen. Moeten jullie daar niet duidelijker over communiceren?

DEPREZ. “Dat hébben we duidelijk gedaan, alleen heeft de pers er een ander verhaal van gemaakt. Wij hebben duidelijk gesteld dat noch Univeg, noch Hein Deprez daar iets mee te maken heeft. Dat het toevallig mijn zus is, daar kan ik toch ook niks aan doen ( lacht). En dat in de sector een aantal mensen van een kale reis zijn teruggekomen, dat klopt. Zoals u terecht zegt, stond men te trappelen om de plaats van Pinguin in te nemen. Maar je mag nooit het vel van de beer verkopen voor hij geschoten is.”

Dus Univeg heeft niks te maken met Pinguin, vandaag niet en in de toekomst niet?

DEPREZ. “Vandaag heeft Univeg niks te maken met Pinguin.”

En in de toekomst?

DEPREZ. “( zucht) Wat de toekomst zal brengen, weet ik niet. In ieder geval is Pinguin duidelijk actief in een andere sector.”

In jullie sector is er een consolidatie aan de gang, terwijl dat bij retailers, jullie klanten, al decennia het geval is. Moesten jullie meegroeien?

DEPREZ. “Absoluut. We hebben sommige van onze klanten in tal van landen in heel Europa zien opduiken. Om één voorbeeld te geven: de Metro Groep. Zij zijn actief in 23 landen, waaronder Rusland, de Balkan, Oost-Europa en het oude continent. Als je een speler wilt zijn die meetelt voor zulke klanten, moet je ook in heel wat landen operationeel zijn. Ze verplichten je natuurlijk niet om dat te doen. Het is ook een ambitie binnen dit bedrijf om ten dienste te staan van zulke klanten en ervoor te zorgen dat we een service kunnen aanbieden op tal van vlakken. En automatisch word je een partner in dat verhaal.”

U spreekt over een ambitie. Is die vervat in een bepaalde missie of een businessplan?

DEPREZ. “Ik heb in mijn leven nog nooit een businessplan gemaakt, met cijfers en een pak wishful thinking. Wat ik wél heb gedaan, is kijken wat we moesten doen om vandaag een goede leverancier te zijn. En daar vooral zo min mogelijk over praten, maar het proberen te realiseren. Als je kijkt naar sectorgenoten, zie je dat de productie voor hun primair is. Van daaruit kijken ze hoe ze eventueel toegevoegde waarde kunnen bieden aan een product, en hoe ze het gaan verkopen. Wij vertrekken vanuit een ander standpunt: de vraag van de consument. De retailer is ongelooflijk gespecialiseerd om elke dag die signalen op te vangen van de consument. Vanuit die kennis stappen wij de andere kant van de ketting in.”

Daarmee staan jullie haaks op organisaties als de Boerenbond, die vanuit pure productie redeneren.

DEPREZ. “De slogan die de Boerenbond vandaag gebruikt, luidt: ‘van grond naar mond’. Wij zeggen net het tegenovergestelde. Dat betekent een heel andere mentaliteit, en ook dat je continu vragen stelt. We zien een heleboel bewegingen ontstaan die je niet kan negeren. Als je ziet wat er binnen Europa gebeurt, moet je je in België de vraag stellen of wij in de nabije toekomst nog in staat zullen zijn om hier bepaalde producten te produceren om te exporteren. We hebben hier een enorme knowhow. Maar zal die opgebouwde kennis voldoende sterk zijn om een pak andere kostprijsfactoren te kunnen compenseren, zoals de kostprijs van grond, milieu en arbeid? Ik ben in 1983 gestart als champignonkweker. In die tijd een zeer interessante teelt, maar tegen eind jaren tachtig was dat al niet meer het geval. In Polen werken ze voor een zevende van de loonkost van bij ons. En de loonkost in onze sector bepaalt voor de helft onze totale kostprijs. Je moet al veel knowhow in huis hebben om dat te compenseren.”

Moet Europa via subsidies bepaalde teelten in de regio’s mogelijk houden?

DEPREZ. “Subsidies doden creativiteit en gezond verstand. In de landbouw werden de voorbije veertig jaar tienduizenden miljarden euro’s besteed. Wat hebben we daarmee gecreëerd? Kijk naar de melksector. Men voert daar quota’s in om de jonge startende boer een inkomen te garanderen. Dat is een heel nobel doel, maar wat is de uitwerking daarvan? Al het geld dat die boer in de loop van zijn carrière gaat verdienen, geeft hij al uit op het ogenblik dat hij start. Want hij moet beginnen met het kopen van de quota van een boer die stopt. Het ging in de zakken van de boer die stopte, en dus uit de sector. Dát hebben wij gedaan in Europa. Al die subsidiestromen moesten ervoor zorgen dat er vermogen werd opgebouwd in de sector, maar in plaats daarvan is dat voor een groot stuk verdwenen nog voor de jonge generatie kon beginnen.”

Voor die jonge generatie bent u een rolmodel. Begonnen als een kleine champignonkweker zonder diploma, en twintig jaar later aan het hoofd van een groep van 1,8 miljard euro.

DEPREZ. “De Weide Blik, dat is niet Hein Deprez, dat is niet 1,8 miljard euro. Neen, dat zijn de klanten, en de mensen binnen het bedrijf die willen luisteren naar wat de markt wil. En als je dan de juiste competenties hebt, heb je een bedrijf. Al de rest kan je heel makkelijk invullen. Ik ben begonnen zonder middelen, maar je moet de juiste ideeën hebben, de juiste concepten, en vooral de juiste prioriteiten. Ik wil een voorbeeld zijn voor onze mensen. Als de mensen hier om zeven uur beginnen, wel, dan ben ik hier ook om zeven uur. Zo zie ik een rolmodel. Tegelijk kan ik mij optrekken aan mensen in het bedrijf, die alle dagen plichtsbewust en vol goede wil er alle dagen opnieuw staan. Daar heb ik veel respect voor. Ik ben niet vergeten dat ik als champignonkweker ben begonnen, zeven dagen op zeven, of het nu vroor of warm was. Ik weet dus wat een inspanning het vraagt.”

Leest u eigenlijk ooit managementboeken?

DEPREZ. “Dat zal heel sporadisch eens gebeuren, maar het probleem is dat ik daar eigenlijk te weinig tijd voor heb. Ik lees voornamelijk vakliteratuur, over nieuwe producten, nieuwe teelten. Sommigen zeggen dat ze op het vliegtuig hun leesachterstand inhalen, maar ik ben altijd zo moe, dat ik meteen in slaap val ( lacht). Al die managementtheorieën, dat is toch eigenlijk maar het verwoorden van heel normale dingen. De knapste theorieën zijn eigenlijk niks anders dan puur gezond verstand. Om een goede ondernemer te zijn, moet je eerst en vooral de natuurwetten begrijpen. En als je dat begrijpt, zal de business al een stuk eenvoudiger zijn.”

U bent een van de donateurs van het Brusselse Kaaitheater. Gaat u geregeld naar het theater?

DEPREZ. “Cultuur interesseert me wel. Het is een van de gelegenheden om kunstenaars te ondersteunen. Daarom ook die schilderijen hier in het bedrijf. Ieder jaar kopen we een bepaald aantal werken, maar allemaal heel bescheiden hoor. De overheid is niet gul met zulke dingen, wat ze eigenlijk meer zou moeten ondersteunen. Maar ook het bedrijfsleven mag daar zijn verantwoordelijkheid in nemen. En ik probeer af en toe naar het theater te gaan, maar het gebeurt niet zoveel. Soms onder zachte dwang van mijn oudste kinderen, die nu op de middelbare school zitten, maak ik wat tijd vrij om naar een bepaalde voorstelling te gaan.”

Gunt u zichzelf eigenlijk wel nog iets?

DEPREZ. “Natuurlijk. Ik heb een mooi bedrijf waar ik me iedere dag opnieuw in kan uitleven. Ik gun me dus veel. Als je elke dag kunt doen wat je graag doet, wat kan je dan nog meer verlangen?”

Luc Huysmans, Lieven Desmet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content