Nieuwjaarsbrief 2003

Wie progressief is, schudt een dikke vuist naar de ondernemers. Steevast wordt erop gezinspeeld dat het misse mannen zijn. Oplichtertjes zonder hart voor de tewerkstelling. Dus gedreven door vette winsten en hun volgende Mercedes. Progressief wordt men in periodes van zwakke conjunctuur waar de Grote Kladeradatsch die Marx in mooie en onzinnige woorden beschreef naderbij sluipt. Sluitende fabrieken, verdwijnende jobs, stokende vakbondsafgevaardigden die voor de camera’s vertellen hoe fout de bazen zijn en hoe goed hun raad was en is; dat zullen we in 2003 meermaals zien. Met als slagroom Mia De Vits en haar recepten van de negentiende eeuw.

Wat te doen? Minder managementboeken lezen en meer leiden. De meeste goeroegeschriften zijn kookboeken met handigheidjes. Waar het bij management om gaat, vergeten ze eenvoudig uit te spellen. Waardecreatie, en daarvoor bestaat een waaier van wegen, is de kern. Creatie van materiële en spirituele waarden.

Wilt u dat de vuisten van de anti’s stilvallen? Wilt u dat de politieke commentator van een progressief blad u niet azijnig beledigt op Kanaal Z? Wees dan een goede manager. Is dat een probleem in België? Neen. Dit blad ziet ze dag en nacht in de weer. Niet van horen zeggen, wij staan ertussen. Op de honderd ondernemers hier verdient 90% het cijfer voldoende tot uitmuntend.

Neem Jean-Louis de Cartier van Brepols Group. Met zijn broer en voor de werknemers van Brepols en de eer van de familie heeft hij drie jaar geleden de leiding van een ziek bedrijf op zich genomen. Hij is agro-industrieel van roeping en zette dat opzij. De familie nam opnieuw de meerderheid tegen beter weten in. Vers geld vloeide naar de papierverwerker. Jaren van twistende aandeelhouders werden gevolgd door eendracht in de raad van bestuur en de directiekamer. Toch verdwijnen ruim 300 jobs en verliezen de Cartiers miljoenen euro. Triest en edel. Papier en elektronica mixen slecht. Naslagwerken lees je op het internet.

Neem Jef Colruyt, de Manager van het Jaar 2002 (zie blz. 44). Grote klasse en dat in de tweede generatie. Wijlen Jo Colruyt was Manager van het Jaar 1992. Colruyt is een teamspeler, een Mister Inside, een man die het duurzaam ondernemen toepast.

Neem Koen Vanreusel (zie blz. 32) van Selfmatic-Batiself, en de zestien Belgische bedrijven die de gemeenschapseconomie beleven. Zij schenken een deel van hun winst aan de Derde Wereld en laten het evangelie niet buiten hun bedrijf.

Neem Luk Bouckaert, een voorman van het nieuwe netwerk voor Spiritualiteit in Economie en Samenleving Spes (blz. 17), een kind van de Centrums voor Economie en Ethiek van de KU Leuven en Universiteit Antwerpen-Ufsia. Spiritualiteit is geen zever, maar ook in het zakenleven essentieel.

Diep onnozel is hoe ondernemers die prat gaan op hun performante marketingafdelingen er niet in slagen om voor hun leven en werk respect te krijgen. Ze laten zich op de beeldbuis en in bestsellers afslachten door scriptschrijvers en auteurs die doen of ze van niet beter weten (zie blz. 50). Een sticker Entrepreneurs are beautiful op uw karretje hoeft niet, het zou wel helpen. Een VBO-prijs op de Boekenbeurs voor een roman die geen poesjenellenkelder maakt van het ondernemen hoeft niet, het zou wel helpen. Een marketingcampagne pro de ondernemers, betaald door een coalitie van ondernemersverenigingen, hoeft niet, het zou wel helpen.

Frans Crols [{ssquf}]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content