NIEUWE IMPULSEN ?

Minister van Tewerkstelling en Arbeid Miet Smet bereikte vorige week een akkoord met Europees Commissaris Karel Van Miert over een nieuwe Maribel-regeling. Van Miert had Maribel verboden vanwege concurrentievervalsend (alleen de exportgerichte sectoren konden genieten van de toegekende loonkostenverlagingen). Vanaf 1 juli ’97 zal Maribel voor alle bedrijfstakken gelden. Hoe groter het relatief aantal personeelsleden in de onderneming, hoe groter de toelage.

Maar er blijven enkele heikele thema’s. De nieuwe Maribel kost 6 miljard frank meer en de financiering daarvan is nog niet duidelijk. En hoewel de meeste sectoren erop vooruitgaan, zijn er toch enkele die verlies lijden. De zwaarst getroffene is de chemiesector. Dat gaf aanleiding tot een pittige discussie in het VBO tussen de verschillende federaties. VBO-onderhandelaar Wilfried Beirnaert moet de kerk in het midden houden.

TRENDS. Het VBO antwoordt op de nieuwe regeling met een “Ja, maar”. Wat betekent dat ?

WILFRIED BEIRNAERT. Miet Smet heeft goed onderhandeld. Zowel inzake de toekomstige formule als de eventuele terugvordering van de vroegere bijdragen. Maar de modulering naar arbeidersintensiteit zit ons dwars. Ze brengt ons een stap verder af van een algemene loonkostenverlaging. Bij een aantal ondernemingen stijgen bovendien de loonkosten. Wat in sommige sectoren de CAO-onderhandelingen zal bemoeilijken. Bovendien staat die selectiviteit van Maribel haaks op het proces in de bedrijven waarbij men meer kenniswerkers probeert binnen te brengen. Bedrijven met bijvoorbeeld veel O&O- en algemene staff-diensten en kleinere bedrijven met veel technische bedienden worden bestraft.

De regering heeft weerstaan aan de verleiding om meer mensen te laten genieten van dezelfde enveloppe. Maar we hadden liever de forfaitaire bijdrage per arbeider behouden zonder onderscheid naar arbeidersintensiteit.

Maar dan lag de kost ook hoger dan de 6 miljard extra die er nu bijkomt. En zelfs daarvan is de financiering nog niet zeker.

Ons voorstel kostte 8 tot 8,5 miljard frank. Dat betekent dus ook dat er nu voor 2 miljard frank verliezers zijn. Wat de financiering betreft, zullen bepaalde bestaande enveloppes niet uitgeput raken de 6,3 miljard frank voor de tewerkstellingsakkoorden bijvoorbeeld. Het is wel goed dat men bepaalde ideeën heeft laten vallen zoals de extra lasten op de bouw. Men moet niet met één hand terugnemen wat men met de andere hand heeft gegeven.

Kunnen, nu het Maribel-akkoord er is, de sectorale onderhandelingen van start gaan ?

Deze onderhandelingen zijn een heel belangrijke test. Is men bereid binnen het kader van de loonmatiging te blijven ? In bijna alle sectoren zijn er nu vergaderingen belegd in de loop van maart. De eisenbundels zijn uiterst voorzichtig, op een enkele uitzondering na. De vakbonden pinnen zich niet vast op een cijfer.

Is de opruiende taal bij Forges de Clabecq dan een geïsoleerde zaak ?

Ik denk van wel. Maar dit wordt een probleem voor de vakbond. Die heeft het erg moeilijk om het genuanceerde discours dat België geen keuze heeft als het wil toetreden tot de EMU over te brengen van de top naar de basis. Dat verhaal ligt moeilijk bij de werknemer die zijn job bedreigd ziet. Bij de stakingen in Frankrijk tegen Juppé zag ik een bord met daarop “ça suffit, on comprend plus”. D’Orazio slaat spijkers met koppen, en dat beklijft natuurlijk beter. De vakbonden hebben een communicatieprobleem.

Miet Smet en ook Fons Verplaetse willen een nieuwe impuls geven aan het overleg, een nieuw soort grote overeenkomst. Kan dat helpen ?

De sociale partners moeten eerst een zelfanalyse maken. Waarom is het overleg vorig jaar misgelopen ? Smet kan dan misschien later de verschillende analyses samenbrengen. Op het VBO zijn we met die reflectie bezig. Het herstel van het vertrouwen is meer een zaak van stap voor stap vooruitgang boeken in concrete dossiers dan een groot vertrouwenspact à la Verplaetse. Met grote pacten breng je te veel dogma’s in het debat, iedereen wil dan zijn grote gelijk opdringen.

Als Nederland zo’n succesverhaal is, dan heeft dat onder meer te maken met het feit dat de sociale partners elkaar begin de jaren tachtig hebben teruggevonden in koopmansstijl, niet met grote dogma’s, wel in een win-win-positie. In België kijkt men direct naar wat men heeft verloren. Met de Maribel-zaak heeft het ABVV onmiddellijk gerepliceerd dat de patroons weer 6 miljard hebben gekregen zonder tegenprestaties. Dat soort taal hoor je niet in Nederland.

Maar voor we zover zijn, moet eerst nog het dogma van de indexering worden gesloopt.

De indexering zal op een gegeven moment op een pragmatische manier haar dogmatiek verliezen. Als blijkt dat de toegelaten loonkostenevolutie zo marginaal wordt dat de vakbond niet meer kan onderhandelen en dat is een essentieel deel van het vakbond-zijn dan gaan we vanzelf naar een globalisering van de onderhandeling. In Nederland heeft men dat beslist in ’82 met het akkoord van Wassenaar. De vakbonden hebben toen loonmatiging aanvaard en de prijscompensatie laten vallen ; in ruil hebben de werkgevers een kwalitatief engagement aangegaan om werk te maken van jobs en vorming van jongeren.

Is dat hier ook mogelijk ?

In Nederland is dat gebeurd op het ogenblik dat het CDA-PvdA-kabinet werd vervangen door een CDA-VVD-kabinet. De sociale partners dachten dat ze aan de kant zouden worden gezet, en daarom hebben ze hun verantwoordelijkheid opgenomen. Dat is geen pleidooi voor een regeringswissel hier. Ook de tweede toepassing van de loonwet kan een impuls betekenen.

Wat heeft de VBO-reflectie over het mislukken van het overleg opgeleverd ?

Ten eerste dat het ACV de uitdaging heeft begrepen, de ABVV-leiding ook, maar die is er niet in geslaagd ze over te brengen naar de militanten. Ten tweede dat we in september geen betrouwbare cijfers hebben over de loonevolutie. We hebben met de Oeso-cijfers van juni gewerkt. We missen zoals in Nederland een Centraal Planbureau waarvan de cijfers boven iedere verdenking staan. Ten derde de toenemende politisering, de sociale partners worden de uitvoerder van de regeringspolitiek. Er moet een betere afbakening komen. Ten vierde de toenemende mediatisering.

GUIDO MUELENAER

WILFRIED BEIRNAERT (VBO) De indexering zal op een gegeven moment op een pragmatische manier haar dogmatiek verliezen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content