“Niet zonder de Belgen”

In de Verenigde Staten staan modeontwerpers Dries Van Noten en Ann Demeulemeester aan de top. Raf Simons en Veronique Branquinho volgen in hun zog. Nieuwe namen kan je vanaf vandaag, donderdag, tot zaterdag vinden op het defilé van de afgestudeerden van de Antwerpse modeacademie.

New York (VS).

“Je moet trots zijn,” zegt een enthousiaste verkoopster van Barney’s op Madison Avenue, een van de meest exclusieve kledingzaken in New York. “De Belgische ontwerpers verkopen het best, vooral Dries en Ann.” Ze spreekt de namen met zwaar Amerikaans accent uit. “Dries and Ann” zijn Dries Van Noten en Ann Demeulemeester. Samen met Martin Margiela zijn ze de bekendste Belgische modeontwerpers in de Verenigde Staten. “Ze worden veel gevraagd omdat ze een beetje avant-garde zijn. Het is echt ‘in’ om hen te dragen,” luidt het bij Barney’s.

Voor de Belgische mode is de VS na Japan de belangrijkste exportmarkt. Ann Demeulemeester haalt ongeveer 35% van haar omzet (360 miljoen frank dit jaar) in de VS. Bij Dries Van Noten laat men zich niet verleiden tot franken of procenten. “De VS-markt is belangrijk en groeiend, maar is niet de hoofdmarkt,” zegt de commercieel verantwoordelijke bij Van Noten. De balans van maart 1998 toont een omzet van 962 miljoen frank en een winst van 64,8 miljoen. Van Noten heeft ook nog een vennootschap in Parijs.

Opkomende ster Veronique Branquinho zegt 20% van haar omzet in de VS te boeken. Een andere nieuweling, A.F. Vandevorst, haalt er 12% (enkel via Barney’s). Voor Raf Simons – de vriend van Veronique Branquinho – is de Verenigde Staten slechts 10% waard (tegen 55% voor Japan). De meer gewaagde kleding van Simons zit daar voor veel tussen.

“De VS is voor vrouwenmode een makkelijker markt dan voor mannenmode,” zegt Vincent Vantomme, financieel en commercieel directeur bij Connection, de nv van Raf Simons. “Mannen kiezen veel conservatiever en kopen kostuums van Jill Sander, Dolce & Gabbana… In het goedkopere gamma zijn het vooral de Amerikaanse merken zoals Banana Republic, GAP of Hilfiger die het doen. Ons segment hoort daar niet bij. In New York hebben we Barney’s. Saks Fifth Avenue is nu ook geïnteresseerd, maar wacht toch nog af, want het wil geen risico nemen.”

Nieuwe impulsen

De VS is groot en divers. Voor de dure mode zijn de hoofdsteden San Francisco, maar vooral Los Angeles (LA) en New York. LA heeft de naam gedurfder te zijn. Hollywoodsterren kunnen zich meer extravagantie veroorloven dan upper class-mensen op Wall Street-feestjes. Raf Simons, Dirk Bikkembergs (waarvoor de VS slechts enkele procenten betekent, tegen 40% in Japan) en Walter Van Beirendonck (twee jaar op de Amerikaanse markt aanwezig en volgens de lokale persagent Lou Jacovelli met een groeiende populariteit) hebben het dan ook meer begrepen op LA en Frisco. Meer neutrale ontwerpers als Van Noten en Demeulemeester scoren hoger in New York, waar de kledingcodes sterk meespelen in de aankoop.

Uptown in New York zitten de grootwarenhuizen – Barney’s, Bergdorf Goodman, Saks Fifth Avenue, Henri Bendel (waar Lieve Van Gorp in de rekken hangt). De meeste schuwen risico, op Barney’s na, waar de “grand chic” komt kopen. In Soho zijn de meeste boetieks gevestigd waar wat minder mainstream-mensen – maar daarom niet armer – hun kleren kopen. Een van die boetieks is de Gallery of Wearable Art, het enige verkooppunt van Kaat Tilley in New York.

Maar ook in Soho heerst toch enige braafheid. Rika Vanhove van bvba 32, de vennootschap van Ann Demeulemeester, verwacht veel van de opening begin augustus – hoewel het ook wel eens september of oktober zou kunnen worden – van Jeffrey’s. “Soho is al tien jaar hetzelfde,” zegt ze. “Dit wordt iets nieuws.”

Eigenaar Jeffrey Kalinsky (37) bezit nu drie winkels in Atlanta en heeft naam en faam in de VS als een uitstekende adviseur voor hen die begeleiding willen bij het kopen van hun kleren (om het oneerbiedig te zeggen: voor zij die er wel geld voor bezitten, maar er geen verstand van hebben). Klanten vliegen vaak van Chicago en New York naar Atlanta om samen met hem inkopen te doen. Anderen krijgen een set thuis gestuurd waaruit ze kunnen kiezen. Met sommige klanten gaat hij op zijn kosten naar Europa om er shows te kijken en kleding te kopen. “Waarom geen 300 dollar besteden aan een ticket voor iemand die voor 16.000 dollar kleren koopt?” Kalinsky verkocht ooit een kleed aan iemand om haar de volgende dag, na een nacht piekeren, op te bellen en te zeggen dat ze moest terugkomen, omdat dat kleed eigenlijk niet bij haar paste.

Jeffrey Kalinsky verkoopt in Atlanta Dries Van Noten, Ann Demeulemeester, Martin Margiela en Veronique Branquinho. “De Belgische ontwerpers zullen erg belangrijk zijn in mijn nieuwe winkel,” zegt hij. ” Je kunt geen modewinkel openen zonder de Belgen.

Kalinsky heeft een voormalige Nabisco-koekjesfabriek gekocht van drie verdiepingen in een ex-industriële buurt die volop aan het heropleven is. Tussen een hele reeks kunstgalerijen ligt ook een schitterende winkel van Comme des Garçons, die wat weg heeft van Van Beirendoncks winkel in Antwerpen. Jeffrey’s nieuwe winkel zal Ann Demeulemeester, Dries Van Noten, Anna Heylen en Martin Margiela brengen. “De Belgen hebben de laatste tien jaar zo’n geweldige invloed gehad op de mode,” zegt Jeffrey Kalinsky. “Ze zijn erg talentvol. Ann en Martin hebben een nieuw concept ontwikkeld; Dries is ook erg visionair en bovendien erg commercieel.”

GUIDO MUELENAER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content