Niet zoet voor beleggers

In nauwelijks enkele weken tijd werd suiker 40 % goedkoper. Wat is er aan de hand?

Zowel in 2008 als 2009 behoorde suiker tot de best presterende grondstoffen. Dat was vooral in 2008 niet evident, want samen met goud was suiker de enige grondstof die het jaar met een positief rendement kon afsluiten. Vorig jaar presteerde suiker zelfs nog een stuk beter, met een prijsstijging van 140 %. De eerste weken van 2010 kwam er een vervolg aan de opwaartse trend en eind januari kostte een pond suiker 31 dollarcent, het hoogste niveau sinds 1981. Rekening houdend met de inflatie was de zoet-stof 29 jaar geleden uiteraard nog een stuk duurder. Het voorlopige record werd in 1974 neergezet, toen de prijs op 63 dollarcent piekte. Ook in 1980 was er een tussentijds hoogtepunt van 42 dollarcent. De hausse van 2008 en 2009 kwam er niet zomaar. Na een deficitair oogstjaar 2008-2009 werd in de loop van vorig jaar duidelijk dat ook in het lopende oogstjaar 2009-2010 het aanbod niet aan de vraag zal kunnen voldoen. Het tekort wordt geschat op 8,1 miljoen ton, tegenover een deficit van 12,3 miljoen ton in 2008-2009.

Concentratie van vraag en aanbod

Op de globale suikermarkt zijn er twee dominante spelers. Aan de aanbodzijde is dat Brazilië, dat 23 % van de totale suikerproductie voor zijn rekening neemt. Aan de vraagzijde treffen we India aan, met een aandeel van 15 % in de globale consumptie. Tot 2004 was het land een netto-exporteur van suiker, maar de voorbije vijf jaar is India niet meer zelfvoorzienend en moet het suiker invoeren. In tegenstelling tot bij de meeste andere grondstoffen speelt China op de suikermarkt niet zo’n belangrijke rol. Voorlopig nog niet, want in normale omstandigheden (als er zich geen uitzonderlijke weersomstandigheden voordoen) houden vraag en aanbod elkaar in evenwicht, maar dat kan veranderen als de consumptie toeneemt. Ook in de Europese Unie is de suikermarkt min of meer in evenwicht. Dat was nog niet zo lang geleden anders, want tot 2005 was de EU na Brazilië de grootste aanbieder van suiker en een belangrijke exporteur. De overtollige Europese suiker werd vaak aan dumpingprijzen op de markt gebracht, wat ook internationaal voor lagere prijzen zorgde. Dat was niet naar de zin van onder meer Brazilië en Australië, die de situatie aanklaagden bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Die instelling verplichtte de EU om het suikerbeleid drastisch te hervormen, waardoor de hoeveelheid suiker die jaarlijks geëxporteerd mag worden aan strikte quota is gebonden. Brazilië had in 2009 af te rekenen met uitzonderlijke neerslaghoeveelheden, waardoor zowel de geoogste hoeveelheid suiker als de kwaliteit ervan ondermaats bleef. In India bleef het tijdens het moessonseizoen dan weer uitzonderlijk droog, waardoor de oogst ongeveer 40 % onder het niveau van 2008 zal uitkomen.

Het is opmerkelijk dat de vraag naar suiker relatief ongevoelig bleef voor de hogere prijzen. Dit jaar zal de consumptie met 2,2 % toenemen na een stijging van 2,8 % in het oogstjaar 2008-2009. Na dat eerste deficitaire oogstjaar hebben heel wat importerende landen (vooral in Azië) hun aankopen uitgesteld. Alleen de hoogstnodige hoeveelheden werden gekocht, terwijl de voorraden niet aangevuld werden. Er werd immers verwacht dat de suikerproductie opnieuw zou hernemen en de prijs terug zou dalen. Het tegendeel bleek echter waar. Het gevolg was dat de importeurs een jaar later wel verplicht werden om meer aan te kopen, want uit de voorraden kon niet meer worden geput. Dat verklaart het nieuwe deficit en de forse prijsstijging van 2009.

Redenen ineenstorting

De recente ineenstorting van de suikerprijs is te wijten aan een combinatie van factoren. Een eerste element is dat een prijs van meer dan 30 dollarcent al een weerspiegeling was van de krappe vraag- en aanbodsituatie. Daarbij kwam een opeenstapeling van kleinere nieuwsberichten die het sentiment deden omslaan. Zo stelden belangrijke importeurs als Egypte en Pakistan eerder deze maand de aankoop van suiker uit omdat binnenkort de nieuwe Braziliaanse oogst op de markt komt, die het aanbod (tijdelijk) zal verhogen. Daarnaast verkocht China 260.000 ton suiker uit de strategische reserves. Het wou daarmee van de hoge marktprijs profiteren. In februari kreeg de EU de toestemming om bovenop de opgelegde quota 500.000 ton suiker extra uit te voeren. Dat kwam wat onverwacht, want de WTO is eerder karig met het toestaan van uitzonderingen op quota. Wellicht speelde het grote tekort op de suikermarkt een doorslaggevende rol. In Brazilië is 2010 dankzij droger weer goed van start gegaan. Zo werd er tijdens de eerste twee maanden 6,9 % meer suiker geoogst dan in dezelfde periode een jaar eerder. De voorbije weken hebben ook de Indiase autoriteiten hun prognose voor de suikerproductie opwaarts bijgesteld. Eerder werd er van 15 miljoen ton uitgegaan, maar de meest recente prognoses gaan uit van 16 tot 17 miljoen ton. Redenen genoeg dus om winstnemingen te verantwoorden. Eind januari konden ervaren handelaars al nattigheid voelen. Toen was er een opmerkelijke verschuiving in de prijsstructuur van de termijncontracten. Normaal zijn die futures in contango, wat betekent dat suiker voor levering op een latere afloopdatum in regel duurder is dan die voor onmiddellijke levering. De voorbije maanden werd de spread tussen de verschillende termijncontracten steeds kleiner en begin dit jaar lag de prijs voor onmiddellijke levering zelfs hoger dan de prijs op termijn ( backwardation). Dat wijst enerzijds op een schaarste van het aanbod en anderzijds op lagere prijzen voor toekomstige contracten.

Prijsdaling in proportie?

De meeste van die elementen zijn tijdelijk en hebben geen structurele invloed op de vraag en het aanbod. Zo heeft de uitgestelde vraag per definitie maar een impact op de korte termijn. De lagere prijzen zullen ongetwijfeld een stimulans zijn om de voorraden opnieuw aan te vullen. Zowel de International Sugar Organisation (ISO) als het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) verwachten dat het marktevenwicht in 2010-2011 zal worden hersteld. Sommige private voorspellers stellen zelfs een licht overschot voorop. Nu is de kans statistisch gezien erg klein dat de globale oogst voor het derde jaar op rij zal tegenvallen. Toch blijven de klimatologische omstandigheden een belangrijke onbekende parameter die de prognoses danig in de war kunnen sturen. Zo wordt de Indiase oogst voor 2010-2011 op 23 miljoen ton begroot. Elke neerwaartse bijstelling of tegenvallende weersevolutie zal dus een impact hebben op de prijzen. Bovendien zijn er in Brazilië nog onzekerheden die zich niet tot het weer beperken. Het Brazi-liaanse aanbod hangt niet alleen van de oogst af, maar ook van de evolutie van de olieprijs. In Brazilië wordt suikerriet zowel tot geraffineerde suiker als tot biobrandstof (bio-ethanol) verwerkt. Het land heeft een goed uitgebouwde lokale markt waar een meerderheid van de voertuigen geschikt is om op ethanol te rijden. Hoe hoger de brandstofprijs, hoe hoger de vraag naar ethanol en hoe meer suikerriet er dus in biobrandstof zal worden omgezet. Dat gaat ten koste van de beschikbare hoeveelheid geraffineerde suiker voor de export. Voorlopig is ethanol in Brazilië nog grotendeels een binnenlandse aangelegenheid. De Verenigde Staten zijn er tot nog toe met hoge importheffingen in geslaagd om hun markt voor Braziliaans ethanol af te schermen. De VS produceren zelf ethanol op basis van maïs, waarvoor een veel duurdere en minder efficiënte methode gebruikt wordt. De Amerikaanse ethanolindustrie overleeft alleen dankzij royale overheidssubsidies. Daarnaast zijn er de historisch lage voorraden. Na twee deficitjaren zijn die teruggevallen tot het equivalent van 8,3 weken consumptie, tegenover 20 weken in 2006-2007. Er mag dus weinig fout lopen of de prijs schiet opnieuw de hoogte in. Hoe dan ook blijft er met een actuele prijs van 17 dollarcent per pond weinig ruimte voor ontgoocheling over.

Opportuniteit

We menen dat de omvang van de prijsdaling overdreven is en kansen schept voor beleggers die op een herstelbeweging willen inspelen. De backwardation waar we het eerder al over hadden, is een geschenk voor beleggers die via afgeleide producten in termijncontracten op suiker willen investeren. Op die manier wordt het negatieve rolrendement vermeden, een klassiek nadeel bij het beleggen in termijncontracten op grondstoffen. Met de zware prijsdaling kwam echter ook de contango opnieuw terug, zij het in beperkte mate. Momenteel kost een pond suiker voor levering in mei 17,1 dollarcent. Het termijncontract dat in oktober afloopt, kost 16,9 dollarcent en maart 2011 noteert opnieuw aan 17,2 dollarcent. De meest aangewezen manier om direct in termijncontracten te investeren, is via de turbo’s en minifutures van RBS (http://markets.rbs.nl of http://markets.rbs.de). Er bestaat een ruime keuze aan stoplossniveaus naargelang van uw risicoprofiel. Beleggers die liever zonder hefboom in suiker investeren, kunnen terecht bij de certificaten van dezelfde uitgever of de trackers (ETC’s) van ETF Securities. Het quanto open end-certificaat met ISIN-code NL0000417145 heeft eveneens een termijncontract op suiker als onderliggende waarde en beschermt daarnaast tegen het valutarisico. De ETFS Sugar (ISIN-code GB00B15KY658) is een ETC met als onderliggende waarde de Suiker-subindex van de bredere Dow-Jones -UBS-grondstoffenindex. Die is gecreëerd om de prestatie van het termijncontract op suiker te schaduwen. De ETC investeert dus niet rechtstreeks in suikerfutures, maar in een index. (C)

Door Koen Lauwers

Met een actuele suikerprijs van 17 dollarcent per pond blijft er weinig ruimte voor ontgoocheling over.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content