Niemand is te vertrouwen

Hoe geloofwaardig zijn de adviezen van beursanalisten? Komt de belegger voor banken en beurshuizen wel altijd op de eerste plaats? Tv-journalist Paul D’Hoore ontsluiert in zijn boek ‘De 10 beurswetten van Paul D’Hoore’ hoe u en ik soms doelbewust op het verkeerde been worden gezet. Een exclusieve voorpublicatie.

Grote banken en beurshuizen hebben een legertje analisten in dienst. Die analyseren aandelen en kleven er een advies op. Ze zeggen dus of je een aandeel mag kopen ( buy) of het beter zou verkopen ( sell). Dat is klare taal.

Maar meestal is het taalgebruik van analisten veel minder helder. Tussen kopen en verkopen in, staat het advies houden (hold). Wat wil dat zeggen, houden? Als ik het aandeel niet heb, kan ik het toch niet houden? Maar goed: als ik het aandeel niet heb, en de analist zegt: houden, dan weet ik toch dat het advies luidt: niet kopen.

Maar als ik het aandeel wél heb? Dan krijg ik dus het advies om het aandeel te houden, terwijl iemand anders over datzelfde aandeel het advies krijgt: niet kopen? Het is dus perfect mogelijk dat ik een aandeel wél heb en mijn buren niét, en dat we ons allebei beroepen op hetzelfde advies: houden. Of moeten we vaststellen dat houden eigenlijk betekent dat de analist het zelf ook niet goed weet? Dat mag, natuurlijk. Een analist kan misschien niet altijd tot een glashelder advies komen. Misschien moet hij dat dan ook wat duidelijker zeggen. In de plaats van houden zou hij dan kunnen zeggen: geen mening.

Niet alle analisten maken gebruik van buy, sell of hold. Sommige beurshuizen noemen een aandeel positief, negatief of neutraal. Neutraal is in elk geval duidelijker dan houden.

Nog anderen delen de aandelen in als outperformer, marketperformer en underperformer. Bij het advies outperformer verwacht de analist dat het aandeel het beter zal doen dan het beursgemiddelde. Een marketperformer zal het niet beter of slechter doen dan het beursgemiddelde. En underperformer wil zeggen dat het aandeel minder goed zal presteren dan het gemiddelde van alle aandelen op de beurs.

Maar de belegger blijft wel zitten met zijn vraag: moet ik het aandeel kopen of niet? Wat heeft een belegger aan het advies outperformer als dat aandeel maar 10% daalt, terwijl de hele beurs gemiddeld 20% verliest? Het is waar: het aandeel is een outperformer. Het presteert beter dan het beursgemiddelde. Maar als belegger verdien ik dan toch liever 2% door mijn geld op een spaarboekje te zetten, dan 10% te verliezen met mijn outperformer, die het beter doet dan het beursgemiddelde.

Een ‘stuk stront’ voor de beleggers

Adviezen van analisten zijn dus niet altijd glashelder. Gelukkig zijn ze meestal wel eerlijk. Meestal. Want er zijn ook voorbeelden van het tegendeel. Het meest opmerkelijke voorbeeld is de Amerikaan Henry Blodget. Tot in 2001 analyseerde Blodget de aandelen van internetbedrijven voor Merrill Lynch, het grootste beurshuis ter wereld. In zijn gloriedagen had hij de bijnaam King Henry. Internetanaliste Mary Meeker – zijn collega bij Morgan Stanley – gold in die dagen als de Queen of the Net. Zowel de King als de Queen zijn door beleggers voor de rechtbank gedaagd.

King Henry zag er geen graten in om aandelen die hij officieel aanraadde, onder vrienden met de grond gelijk te maken. Dat weten we met zekerheid. Want de procureur-generaal van New York heeft de zaak onderzocht. Hij eiste inzage in maar liefst 30.000 computerberichtjes van Merrill Lynch. De vergelijking tussen de officiële mening van Blodget en zijn persoonlijke commentaar in zijn e-mails is schokkend. Vier voorbeelden:

over: InfoSpace

officieel advies persoonlijk commentaar van dezelfde analist

kopen voor korte en lange termijn Dit aandeel is een vat buskruit

over: Internet Capital

officieel advies persoonlijk commentaar van dezelfde analist

bijkopen op korte termijn We zien niets dat dit bedrijf er op korte termijn

kopen voor lange termijn weer bovenop kan helpen

over: 24/7 Media

officieel advies persoonlijk commentaar van dezelfde analist

bijkopen voor korte en lange termijn Stuk stront (piece of shit)

over: Lifeminders

officieel advies persoonlijk commentaar van dezelfde analist

bijkopen op korte termijn Stuk stront (piece of shit)

kopen voor lange termijn

Een advocaat van gedupeerde beleggers wreef zich al vergenoegd in de handen. “Hier zouden wel eens rechtszaken van kunnen komen. Mogelijk komen dergelijke analisten in de gevangenis terecht. Dat zou een duidelijke boodschap zijn aan alle analisten.”

De advocaat nam zijn wensen voor werkelijkheid. Merrill Lynch bereikte een settlement met de staat New York: een overeenkomst waarbij de zakenbank een boete zou betalen van 100 miljoen dollar. Dat was minder dan gevreesd. Met het cynisme dat de beurs kenmerkt, steeg het aandeel van Merrill Lynch prompt 5%.

Hoewel Merrill Lynch dus bereid was om een boete te betalen, bekende het beurshuis geen schuld. Dat verkleinde de kans op succes voor de beleggers die een rechtszaak waren begonnen tegen het beurshuis. Merrill Lynch vond dat ze genoegen moesten nemen met excuses: “Merrill Lynch wil van deze gelegenheid gebruik maken om, als onderdeel van het akkoord dat bereikt is met New York en andere staten, in het openbaar zijn excuses aan te bieden aan onze klanten, aandeelhouders en werknemers voor de ongepaste uitlatingen die aan het licht kwamen door het onderzoek. Het spijt ons oprecht dat er momenten waren waarop sommige van onze internetanalisten een mening gaven die op sommige momenten wellicht onverenigbaar kon lijken met de openbare aanbevelingen van Merrill Lynch”.

In één klap een massa geld

Waarom gaven Henry Blodget en anderen positieve adviezen voor zogenaamde strontaandelen? Dat was toch niet goed voor hun klanten – de beleggers? Inderdaad. Maar de klant kwam blijkbaar op de tweede plaats. Het allerbelangrijkste waren de eigen inkomsten van Merrill Lynch. Dat geld komt niet alleen van beleggers. Het komt ook – en vooral – van bedrijven. Bedrijven die op de beurs genoteerd staan en die een kapitaalverhoging willen doorvoeren. Welke bank mag de kapitaalverhoging doorvoeren? Toch zeker geen bank die negatief staat tegenover het concern. Een kapitaalverhoging kan miljoenen dollars opbrengen voor de bank. Als het advies van de analist daarvoor een beetje bijgevijld moest worden, was dat blijkbaar geen enkel probleem.

Behalve kapitaalverhogingen zijn er ook nog beursintroducties, fusies van bedrijven en overnames. Allemaal operaties die in één klap een massa geld opleveren. De analist – die vaak al jarenlang goeie contacten heeft met een bedrijf – werd daarbij vaak ingezet als verbindingsofficier. Hij trok met de zakenbankiers van het beurshuis naar zijn contactpersonen bij het bedrijf. Na de kennismaking was het aan de zakenbankiers om de grote contracten voor fusies en overnames binnen te slepen.

Daar wou de procureur-generaal van New York een einde aan maken. Hij vroeg Merrill Lynch om het analistenteam af te splitsen. Aandelenanalyse moest ondergebracht worden in een apart bedrijf. Merrill Lynch heeft dat geweigerd. Ondertussen blijven de analisten van Merrill Lynch klanten bezoeken samen mét de zakenbankiers.

Een royaal loon is niet voldoende

Citigroup, de grootste bankengroep ter wereld, wil evenwel dat er bindende regels komen die de banden tussen de zakenbankiers en de onderzoeksanalisten losser maken. Op 12 juli 2002 stuurde Citigroup daarover een brief naar de Amerikaanse beurswaakhond, de Securities and Exchange Commission (SEC). Citigroup wil dat het analisten verboden zou worden vergaderingen bij te wonen waar zakenbankiers contracten pogen binnen te halen van beursgenoteerde bedrijven. Citigroup pleit ervoor om dergelijke regels aan alle banken op te leggen. Dat zou efficiënter zijn om het vertrouwen van de beleggers te herstellen dan dat Citigroup alleen voor zichzelf dergelijke regels zou uitvaardigen.

Toeval of niet: op dat moment liep er ook een onderzoek tegen Citigroup. De openbare aanklager van New York vermoedde belangenconflicten tussen Citigroup en analist Jack Grubman, die werkte voor het beurshuis Salomon Smith Barney (SSB), een dochtermaatschappij van Citigroup. Grubman was tijdens de telecomgekte topanalist bij SSB. Hij verdiende toen 20 miljoen dollar per jaar.

Hoewel hij al royaal betaald werd om aandelen te analyseren, verleende hij tegelijk massaal hand- en spandiensten aan de zakenbankiers van SSB. Hij hielp ze lucratieve opdrachten in de wacht te slepen bij bedrijven die hij volgde als analist. Net zoals bij internetanalisten van Merrill Lynch (zoals Henry Blodget), zou dat zijn onafhankelijkheid als analist fundamenteel hebben aangetast. Zo bleef Grubman tot het bittere einde aanbevelen om het aandeel WorldCom te kopen. WorldCom was een goede klant van SSB, en Grubman bezocht geregeld de onderneming, samen met de zakenbankiers van SBB.

Ook de beursgang van ATT Wireless roept vragen op over de onafhankelijke analist Jack Grubman. Sandy Weill, de topman van Citigroup, drong er eind 1999 bij Grubman op aan om nog eens met een positieve instelling te luisteren naar de topmanagers van AT&T. Prompt vond Grubman dat je AT&T-aandelen moest kopen. Tot dan was zijn advies neutraal geweest.

De advieswijziging van Grubman miste haar effect niet. Zijn werkgever Salomon Smith Barney kreeg een lucratieve rol als begeleidende bank bij de beursintroductie van de gsm-dochter van AT&T. Allemaal heel goed voor Grubman, Salomon Smith Barney en Citigroup. Maar wat gebeurde er met het aandeel AT&T, waarvan Grubman dus ineens vond dat je het moest kopen? De maanden daarna zakte de koers in elkaar…

In augustus 2002 nam Jack Grubman “in onderling akkoord met zijn werkgever” ontslag. In werkelijkheid ging het om een gedwongen vertrek. Omdat hij dertien maanden voor het einde van zijn contract vertrok, kreeg Grubman – volgens ingewijden – wel een afscheidspremie van 32,2 miljoen dollar.

De vuile was in België

En hoe zit het bij ons, zult u zich afvragen. Mag ik antwoorden met een wedervraag: is België een eiland? Neen, dus. Wel, dan zullen de praktijken in België wellicht niet zo veel afwijken van die in het buitenland. Al is er wel één belangrijk verschil: bij ons wordt de vuile was doorgaans niet buiten gehangen. In het fluistercircuit hoor je wel eens wat, maar die dingen komen zelden op tv of radio en je leest er ook bijna nooit wat over in de schrijvende pers. Dat is begrijpelijk. Wat je niet kan bewijzen, kan je als journalist ook niet gebruiken.

Uitzonderlijk wordt er wel eens wat gesuggereerd. Zo schreef het beleggersblad Beurstips op 27 september 2000:

“Het lijkt ons zo klaar als een klontje dat bepaalde financiële instellingen en verzekeringsmaatschappijen momenteel alle bestaande en nog uit te vinden trucs aan het verzamelen zijn om Real Software weer naar boven te krijgen, kwestie van de miljarden die ze erin gestopt hebben niet allemaal te zien verdwijnen. Hoed u dus voor eventuele koopadviezen en maak eerst uw huiswerk: het zou best kunnen dat de ‘adviseur’ gewoon zijn stukken aan u kwijt wil.

PS: idem dito voor L&H. In Het Laatste Nieuws staan er dagelijks meldingen van mensen die elkaar doodslaan voor 5000 frank, dus als er miljarden mee gemoeid zijn, verwacht dan niet direct dat fair play de belangrijkste spelregel is.

Tip van het jaar voor de grote bazen-aandeelhouders-miljardairs van Real Software – Arinso – Lernout & Hauspie:

Beste CEO’s,

Als jullie aandeel vandaag dan toch zo ongelofelijk goedkoop staat en er zelfs een kans is dat er overnamebiedingen op komen wegens ‘te goedkoop’, wel, gebruik dan jullie éigen spaarcenten om het aandeel massaal bíj te kopen. Het kan voor jullie geen probleem zijn om er losjesweg voor minstens 500 miljoen of 1 miljard frank van bij te kopen.”

Op dat moment kostte het aandeel Real Software 34,76 euro. In de zomer van 2002 stond Real Software 90% lager. Arinso verloor in diezelfde periode 30% van zijn waarde. En bij Lernout & Hauspie ging er… 100% van af. Het spraaktechnologiebedrijf werd failliet verklaard op 24 oktober 2001.

Paul D’Hoore [{ssquf}]

Het boek ‘De 10 beurswetten van Paul D’Hoore’ (uitgeverij Globe, 14,50 euro) ligt vanaf vrijdag 11 oktober in de boekhandel.

Beursanalist Henry Blodget gaf aan beleggers positieve adviezen over aandelen die hij onder vrienden omschreef als ‘strontaandelen’.

De praktijken van beursanalisten in België wijken niet zo veel af van die in het buitenland. Alleen wordt bij ons de vuile was niet buiten gehangen.

Hoewel beursanalisten van banken al royaal betaald worden om aandelen te analyseren, verlenen ze soms tegelijk hand- en spandiensten aan de afdeling zakenbankieren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content