Netwerken in C majeur

Lieven Desmet Lieven Desmet is redacteur bij Trends.

Kunnen Bach, Schubert en Telemann uw relatienetwerk verstevigen? Paul Buysse van Bekaert, Vic Swerts van Soudal en Paul Matthys van Sidmar vinden van wel. Alledrie organiseren ze al jarenlang concerten bij zich thuis. Trends schoof mee naar binnen en genoot van die ‘savoir vivre’.

Zaterdag 20.00 uur. Vic Swerts, zaakvoerder van siliconenproducent Soudal, heeft thuis tachtig vrienden en kennissen uitgenodigd voor een avondje kamermuziek. Aan de zwarte vleugel zit Luc Devos; de pianovirtuoos wordt deze keer begeleid door een celliste van het Berliner Philharmonisches Orchester. Op het programma: 6 Bagatellen opus 126 van Ludwig van Beethoven, Impromptu opus 142/3 in Bes majeur van Franz Schubert en de Sonate in C majeur opus 65 van Benjamin Britten.

Swerts organiseert al tien jaar huisconcerten. En daarbij primeert de muziek boven het zakelijke belang, zo zegt hij. “Mijn gasten komen uit de economische en politieke wereld, maar hier zijn titels van geen tel. Wie hier naartoe komt, doet dat om te genieten van de muziek in een relationele en ongedwongen sfeer.”

Geen dure invitaties of chique avondkledij

Toegegeven, huisconcerten baden nog steeds in een waas van intellectueel elitarisme. De term alleen al doet sommigen meteen denken aan heren in stijve pakken die elkaar minzaam groeten. Advocaat Rik Torrekens moet echter hartelijk lachen met deze vergelijking. Ook hij organiseert geregeld concerten bij zich thuis. Het pand waarin hij woont, in de Gentse binnenstad, ademt trouwens helemaal de kamermuzieksfeer uit door de lambriseringen, de parketvloer en, centraal in het salon, de schitterende vleugelpiano.

Voor de 54-jarige muziekliefhebber staat muziek centraal, en hij selecteert zijn gasten dan ook op basis daarvan. “Geen dure invitaties of ander gedoe, maar mensen die houden van kamermuziek. En ja, mijn gasten komen inderdaad vooral uit de advocatuur, maar dat lijkt me als advocaat niet zo ongewoon.”

Het enige elitarisme dat aan huisconcerten kleeft, is de keuze van de vrijetijdsbesteding: er komt nu eenmaal minder publiek naar een klassiek huisconcert dan naar pakweg een voetbalmatch. “Maar dat heeft niets te maken met een verheven maatschappelijke status,” zegt Torrekens. “Niks geen avondkledij of andere etiquette, maar gelijkgezinden die in een ongedwongen sfeer komen luisteren naar schitterende muziek die door de intieme huiselijke sfeer bijna tastbaar wordt. En na het concert keuvelen we nog even na bij een glas.”

Ook voor baron Paul Buysse, voorzitter van de raad van bestuur van staalproducent Bekaert, is de doelstelling: met vrienden genieten van de muziek en de sfeer. “Ik nodig graag jonge artiesten uit bij mij thuis om ze in contact te brengen met een publiek. Die jongeren staan te springen om op te treden. Na het concert heffen we samen het glas van de vriendschap.”

Vraag naar optredens neemt toe

Voor Rudolf Werthen, dirigent van I Fiamminghi, is het elitaire karakter van huisconcerten ontstaan uit een zekere schroom. “Ik ken het kleine huisconcert al heel lang. Met vrienden gaven wij dertig jaar geleden al over de middag dergelijke concertjes. Maar de mensen durven muzikanten bijna niet te benaderen, omdat ze – ten onrechte – bang zijn voor de prijs. Bedrijfsleiders hebben die schroom minder. Vandaar dat er heel wat huisconcerten plaatsvinden bij ondernemers. En je hebt natuurlijk ook wat plaats nodig.”

Kamermuziek werd vanaf de zeventiende eeuw aan de Italiaanse en Franse hoven opgevoerd en dat is eigenlijk de basis van de huisconcerten zoals we die vandaag kennen. Geleidelijk ontstond doorheen de geschiedenis een heel netwerk van muzikanten en burgers die elkaar vonden in een continue sfeer van opvoeringen. Volgens Werthen is deze niche van de muziekbranche aan het doorbreken: “We krijgen meer en meer de vraag of we kleine constellaties van het ensemble beschikbaar kunnen stellen voor dergelijke huisconcerten.” Hij meent zelfs dat de bloei van de huisevenementen mee aan de basis ligt van de publieksterugloop bij concerten.

André Postman van De Rode Pomp uit Gent organiseert sinds acht jaar concerten. Hij is historicus van opleiding en kwam via zijn broer, een componist, in contact met kamermuziek. “Die klassieke begeestering heeft me sindsdien niet meer losgelaten, er gaat niks boven die live klank.”

In De Rode Pomp vonden al zo’n duizend optredens plaats, en gemiddeld komt daar ongeveer zestig man naar kijken. Doordat ze niet of nauwelijks bekende muzikanten programmeert, is Postmans vereniging hét prototype van een continu risico nemende onderneming. Dat het huis financieel aan de rand staat, mag evenwel geen beletsel zijn voor de gedrevenheid. Het is volgens Postman de enige manier om een publiek uit te bouwen voor de vele muzikanten en ensembles die bezig zijn met kamermuziek. En vanzelfsprekend brengt hij door zijn concerten particuliere muziekliefhebbers in contact met muzikanten. Op die manier zijn al vele huisconcerten ontstaan.

Een dankbaar publiek

Paul Matthys, directeur van Sidmar, richt samen met zijn echtgenote Françoise Dardenne drie tot vier keer per jaar een huisconcert in. Voor een select gezelschap van twintig tot dertig melomanen komen conservatoriumstudenten er hun eerste publiekservaring opdoen, al durven soms ook wel eens bevriende muzikanten een intiem concertje geven.

“De muzikanten van I Fiamminghi werken in een vaste structuur en willen vaak zelfs gratis optreden,” zegt Rudolf Werthen. “Je hebt een goed contact met je medemuzikanten en met het publiek.” De orkestleden spelen tijdens de huisconcerten meestal voor een zeer dankbaar publiek. De mensen komen er graag op af en voelen zich persoonlijk aangesproken door de intimiteit die er hangt. Je bent geen anonieme toeschouwer in een onpersoonlijk cultureel centrum.

“Het publiek is meestal al gewonnen nog voor je begint,” zegt Servaas Le Compte van het Gentse kamermuziekensemble Diavolo Chamber Orchestra. Het ensemble, met een naam die is afgeleid van een bekend Belgisch gerstenat, werd twaalf jaar geleden opgericht en heeft intussen tal van concerten opgeluisterd. Tot in de Belgische ambassade van Beiroet.

Kamermuziek wordt door sommigen niet voor vol aangezien – ze valt tussen de ernstige klassieke muziek en de populairdere genres. “De tafelmuziek van Telemann was oorspronkelijk bedoeld als gebruiksmuziek. Huisconcerten zijn als het ware de heruitvinding daarvan. Het is een sociaal gebeuren onder vrienden, het hoort bij een soiree en hoeft niet centraal te staan,” aldus Le Compte.

Toch zijn het hoofdzakelijk muziekliefhebbers die Servaas Le Compte ontmoet op dergelijke avonden, al weet hij ook dat het goed staat als statussymbool. “Ja, meestal zie je de beau monde of de notabelen. Maar we hebben ook al opgetreden voor bijvoorbeeld een verjaardag van heel gewone mensen.”

Hoeveel kost het?

Christel Kessels is pianiste en treedt geregeld op bij particulieren. “De voorbereiding van een huisconcert is identiek aan die van een podiumoptreden. Maar het financiële luik is soms problematisch. Er is geen structuur, zodat je een beetje moet zoeken.”

Reken voor een doorsnee optreden tussen de 10.000 en 30.000 frank, afhankelijk van het aantal muzikanten, met een gemiddelde van 7000 frank per muzikant. “Als je ziet wat er soms aan wijn wordt geschonken, dan mag dat toch geen probleem vormen,” lacht advocaat Louis Verbeke van Allen & Overy. Hij komt als voorzitter van I Fiamminghi wel vaker in muzikale kringen. “Met de wijn kan je al enkele goede muzikanten betalen.”

“Ik vraag altijd wat ze laatst hebben betaald aan hun loodgieter,” lacht Servaas Le Compte. “Een muzikant zou tijdens zijn opleiding eigenlijk een managementcursus moeten krijgen. Ons probleem is dat we gewoon heel graag optreden. Als ze je dan bellen voor een tof project, dan doe je dat gewoon.”

NUTTIGE TELEFOONNUMMERS

Er zijn in België alleen al honderden ensembles. Ze allemaal opsommen, is onbegonnen werk. We geven er enkele mee, aangevuld met andere nuttige telefoonnummers:

– Diavolo Chamber Orchestra: Tel. 09-224 41 85

– I Fiamminghi: Tel. 09-282 71 34

– Lemmensinstituut: Tel. 016-23 39 67

– Contacteer de verschillende conservatoria (muziekstudenten staan soms te springen om publiekservaring op te doen).

– De Rode Pomp: Tel. 09-223 82 89 (deze vereniging geeft ook een tweemaandelijks tijdschrift uit met interessante info en recensies).

– ‘Gids voor muzikanten, artiesten en spektakel’, een lijvig naslagwerk met contactgegevens van de meest uiteenlopende artiesten. Een uitgave van Tijd-Agenda: Tel. 03-286 04 81

– Sabam: Tel. 02-286 83 81

Lieven Desmet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content