NAMIBIE

Land of Sands

Avonturiers die de halve aardbol hebben gezien, laten zich zelden overdonderen door een nieuwe bestemming. Namibië heeft echter alles om zelfs de meest ervaren wereldreiziger bij de eerste kennismaking te doen smelten. Als dit niet het mooiste land van de wereld is, welk dan wel ?

TEKST EN FOTO’S : HENK VAN NIEUWENHOVE

Van bij de eerste aanblik is het al raak. Na een feilloze nachtvlucht met uitstekende service, verzorgd door Air Namibia, landen we in Windhoek Airport, maar laden onmiddellijk onze bagage over in de privé-jet van Kücki, die gedurende negen dagen onze piloot zal zijn. Het landschap dat zich onder ons ontvouwt wanneer we zuidwestwaarts over Sossusvlei vliegen, is van een ontroerende schoonheid. De woestijnduinen strekken zich tientallen kilometers ver uit, als een eindeloze variatie op een thema. Door de wind gevormde kammen, met scherpe lijnen getekend, halvelings in de zon badend, halvelings in de schaduw verborgen. Daartussen loopt één oryx, een fiere antiloop met grote gedraaide horens, de nationale trots, een bewegende vlek op een monochroom schilderij. Zoals de grootste tekenaars uitblinken door eenvoud en alles herleiden tot één lijn, zo ook heeft de schepper bij het uittekenen van dit landschap alle ballast overboord geworpen om alleen de essentie over te houden : zand ! De wind en de zon doen de rest. Wij vliegen over dit prachtige landschap als een god die gedragen wordt door de wind en… zag dat het goed was.

Er zijn twee mogelijkheden om een reis op te bouwen. Men kan zachtjes naar een climax toewerken. Of men kan de reiziger van bij de eerste minuut naar adem doen snakken. In Search of Excellence, de reisbouwer die zijn naam alle eer aandoet, kiest voor de tweede aanpak, die niet zonder risico’s is. Dat kan immers alleen als de bestemming zoveel verschillende highlights te bieden heeft, dat men van het ene crescendo in het andere valt.

Onze piloot

zet het toestel feilloos neer op de verharde zandpiste. Van beneden af zien de duinen er weer anders uit, moet men ernaar opkijken. Temidden van deze golvende zandvalleien liggen enkele kleinschalige, luxueuze lodges, die door hun inplanting, architectuur en kleurgebruik helemaal opgaan in de omgeving. Namib Naukluft Lodge was vroeger een farm (van 13.000 ha) waar de beroemde karakoelschapen voor hun vacht gekweekt werden. Onder druk van groene jongens werd het kweken van karakoel sterk gelimiteerd, zodat vele farms hun activiteiten hebben stopgezet. Sommige hebben een nieuwe bestemming gekregen, zoals deze lodge. “Het toerisme is de enige groeiende sector in het land”, vertelt Hilmar Tonnemacher, zaakvoerder van Abenteuer Afrika Safari. (U merkt het aan de namen, Namibië heeft een Duitse voorgeschiedenis.) De koper-, uranium- en diamantmijnen doen het slecht. De landbouw is zo goed als weggeveegd door de jarenlange droogte. “Alleen wij boeren goed. Het aantal toeristen bedraagt nu 260.000 per jaar, waarvan de helft Zuid-Afrikanen. Dat is de limiet. Het gebrek aan water is een natuurlijke barrière voor massatoerisme.”

Namib Naukluft Lodge is de ideale spot om trektochten in de duinen van Sossusvlei te ondernemen. Namib betekent Land of Sands in de taal van de Bosjesmannen. Met een Bosjesman als gids kan men voor een of meerdere dagen het Naukluft Park intrekken. Op deze avontuurlijke kampeertocht zullen oryxen en springbokken uw metgezellen zijn en leert u alles over de kookerboom (de Bosjesmannen maakten pijlkokers uit zijn bast) en de geneeskrachtige aloë. De Bosjesman leefde (en leeft) hier in harmonie met de natuur. Hij zal nooit een val zetten voor een dier, maar het alleen doden met respect. Wie dat verzuimt, maakt het dier tot zijn vijand en zal er zelf het slachtoffer van worden. We kunnen er nog wat van leren…

Onze volgende halte in Sossusvlei is Karos Lodge, die op het eerste gezicht doet denken aan een karavanserai in de woestijn. Ook hier zit men ideaal om de charme van de woestijn te ontdekken. Bovendien zijn er twee extra’s. Vooreerst de ballontocht over de droomvallei. Wanneer men vanuit de lucht de zon als een rode bol over de zandvlakte ziet opkomen, waar een verdwaalde koedoe zijn lange schaduw werpt, dan weet men dat dit een van de mooiste maar ook onherbergzaamste plekken op aarde is. Wanneer de ballon in het zand neerstrijkt, wordt het ontbijt met champagne geserveerd. Men weet hier hoe men zijn gasten moet verwennen. Andere uitzonderlijke ervaring : ‘s nachts vanuit de observatietoren naar de sterrenhemel kijken. Dit is de op een na beste plek op aarde (na Chili) om sterren te bekijken. Kometen ziet men hier met het blote oog voorbijtrekken.

Bij valavond

vliegen we door naar Swakopmund. Langs de Skeleton Coast zien we scheepswrakken liggen, en verder uitgestrekte witte vlakten waar zout gewonnen wordt. Robben schrokken tegen elkaar aan, flamingo’s zwermen uit over de zee, een groep dolfijnen zwemt voor de kust uit. Swakopmund is de thuishaven van Hilmar en Kucki, die er naast hun toeristische activiteiten ook elk een restaurant uitbaten, in dezelfde straat nog wel : resp. Frontiers (Namibische specialiteiten) en Kücki’s Pub (place to be). Swakopmund is ook de stad van Michele McLean, in 1994 verkozen tot Miss Universe. Met een beetje geluk treft u deze verblindende schoonheid aan in een van de twee restaurants, waar ze kind aan huis is. Nergens ter wereld heb ik zo’n kultuurschok beleefd als hier in Swakopmund. Wat mij in Afrika het meeste aantrekt, zijn de geuren, de kleuren, de lekkere chaos, de afwezigheid van tijd en ritme, de manier van leven. Van dit alles is niets te vinden in Swakopmund. Men treft er Duitse huizen, een Altes Amtsgericht en een Kaiserliches Bezirkgericht, een lutheraanse kerk, blanke mensen die Duits of Diets ( Boers) spreken en de Republikein lezen : “Namibië se grootste nuus- en advertensiemedium”. We lezen mee : “Rekordpryse is gister op Outjo vir speenkalwers betaal”. De Swakopmunders gaan chic eten in het Hansa Hotel, drinken in de Biergarten bier uit grote pinten, zingen het Südwester Lied en vieren elk jaar karnaval, Rosenmontag inbegrepen. Het charmante, oude Bahnhof werd sinds kort omgebouwd tot een viersterrenhotel met een gigantisch casino, waar Aziatische, Amerikaanse of Europese toeristen rondhangen. Himba, Herero, Ovambo, Caprivi, Kavango, Damara of Bosjesmannen moet je hier niet zoeken. Swakopmund is een stukje Duitsland in de woestijn.

Dit alles heeft natuurlijk met de geschiedenis van dit land te maken. De Portugees Diego Cao was de eerste om er zijn vlag te planten in 1484, maar hij verliet snel dit onherbergzame land. Pas halfweg de 18de eeuw streken walvis- en robbenjagers langs de kust neer om guano (vogelstront) te ‘oogsten’ en te verhandelen, en in hun spoor volgden missionarissen. De Hollanders en de Britten plantten beurtelings hun vlag op Namibisch grondgebied. Maar zij moesten in 1882 de plaat poetsen voor de Duitsers, die onder aanvoering van Adolf Lüderitz, dit deel van Afrika tot hun protectoraat maakten. De Duitsers bleven tot 1915 en drukten hun stempel op dit land. Zuidwest-Afrika, zoals het land genoemd werd, kwam nadien onder het mandaat van Zuid-Afrika, en werd als Vijfde Provincie zo goed als geannexeerd. Begin jaren ’60 begon Swapo (South West Afrika People’s Organisation) guerrilla te voeren en de strijd duurde tot 1989. Op 21 maart 1990 vierde Namibië als laatste Afrikaanse land zijn onafhankelijkheid. Sam Nujoma (Uncle Sam) werd de eerste president en is dat nog steeds. Waar de hele wereld verwachtte dat het land in een chaos zou gedompeld worden, gebeurde juist het tegendeel. De politieke macht is in handen van de zwarten, de blanken (160 à 180.000) zijn baas over de economie en het toerisme. En dat heeft geleid tot een vrij stabiele vorm van ‘samenleving’.

Swakopmund

is de ideale uitvalsbasis voor een aantal uitstappen : naar Walvis Baai (tot 1993 een Zuid-Afrikaanse enclave) met zijn 50.000 flamingo’s ; Cape Cross met zijn 17.000 zeeleeuwen ; de Brandberg met zijn schat aan mineralen en halfedelstenen ; Dune Seven waar Hilmar champagne en uitstekende Swakopmund-oesters laat aanrukken ; de Namib Desert met zijn ongelooflijk boeiende flora (o.a. de zeldzame Welwitschia Mirabilis die duizenden jaren oud kan worden). Nooit geweten dat een woestijn zoveel afwisseling te bieden heeft. Alleen al het spel van de kleuren is wonderlijk : zwarte dolomietrotsen, witte zoutvlakten, en daartussen alle schakeringen van geel, oker, grijs. De onherbergzaamheid wordt als het ware in kleuren vertaald. En toch wonen hier mensen. Zoals de rasechte Brusselaar Jozef Steens, die aan de rand van de Namib Desert zijn caravan heeft neergezet en zijn schilderijen verkoopt. Tien jaar heeft het hier niet geregend, en toch zijn er nog boeren, die hardnekkig koeien houden en zelfs asperges en spruiten telen.

Over de Brandberg

en het versteende woud ( petrified forest), vliegen we naar Kaokoland in het uiterste noorden, het land van de Himba, een van de laatste authentieke stammen van Afrika. We landen in de districthoofdplaats Opuwo, waar Johan en Riekie Steyn een keurige lodge hebben gebouwd. In de plaatselijke supermarkt duwen de Himba-vrouwen hun karretje voort, zoals op de beroemde reclamefoto’s voor Knack. Een goede raad : ga niet zonder gids naar de Himba. Een aantal dorpen zijn immers reeds door te veel toeristen ‘overvallen’, met alle gevolgen vandien : whiskyverslaving en prostitutie. We bezoeken een drietal dorpen of kralen, die onze gids zorgvuldig heeft uitgekozen. Hij komt hier twee, drie keer per jaar en bezorgt hen geneesmiddelen en zakken bloem. De mannen zijn met hun vee weggetrokken naar Angola op zoek naar grasland. De vrouwen zijn met de jongste kinderen achtergebleven. Hier leeft men nog zoals tienduizend jaar geleden. Vele missionarissen hebben hun tanden stuk gebeten op dit fiere volk. Maar de druk van de oprukkende ‘beschaving’ wordt alsmaar groter. Reizigers hebben het gemunt op hun prachtige sieraden en gebruiksvoorwerpen, andere zwarte stammen halen koeien en geiten weg voor enkele flessen sterke drank. “Er zijn er zo’n 7000 overgebleven”, zegt Steyn. “Maar als de kinderen naar school gaan, keren ze niet naar hun kraal terug. There is no way back.”

Een oude vrouw nodigt ons uit in haar hut. Ze weent tranen van ontroering als we haar danken voor de eer die ons te beurt valt. De jonge vrouwen hebben hun naakte lichaam met rode aarde en olie ingesmeerd. Ze zijn zo vereerd met ons bezoek dat ze hun sieraden (die ze van hun grootmoeder geërfd hebben) willen wegschenken, wat we weigeren. Dezelfde stukken worden in de hoofdstad Windhoek voor grote sommen geld te koop aangeboden. Himba zijn rijk aan traditie, maar ze zijn ook rijk in de betekenis die wij aan dat woord schenken. Ze hebben veestapels van tienduizenden koeien, wat een kapitaal van miljoenen dollars vertegenwoordigt. Zij rekenen niet in geld, maar anderen in dit land doen dat wel, dat is hun drama. Terug in Opuwo zien we de Ovambo met trucks vol geiten wegrijden…

We tanken bij

en vliegen verder door naar Vingerklip, zo genoemd naar een enorme rots die als een reusachtige vinger uit het landschap opsteekt. We bezoeken hier de gloednieuwe en luxueuze Vingerklip Lodge. Onze piloot is hier nooit eerder geland en… er blijkt zelfs geen airstrip te zijn. Geen nood : Kücki cirkelt drie keer rond, bestudeert de zandweg die naar de lodge leidt om te zien of er geen bomen in de weg staan of auto’s in aantocht zijn en besluit te landen op de ‘openbare’ weg. We sterven zeven doden, volslagen ten onrechte. “Kücki houdt te veel van het leven om risico’s te nemen”, zegt Hilmar. Hij zet het toestel feilloos aan de grond en taxiet tot aan de poort van de lodge, waar de gasten ons verbaasd staan op te wachten. Die avond drinken we meer dan één fles Zuid-Afrikaanse Zonnebloem-wijn. De sterrenhemel die we cadeau krijgen wanneer we naar onze hut wandelen (wankelen ?), is de mooiste die we ooit gezien hebben. De sterren geven zoveel licht af dat het hele landschap zichtbaar wordt, als in een surrealistisch schilderij van Magritte waar de grens tussen dag en nacht vervaagt.

Etosha National Park

is onze volgende bestemming, een van de mooiste wildparken van Afrika, én de paden zijn er nog niet plat ge(t)reden. Eerst vliegen we over het park en we zien massa’s antilopen en giraffen, maar ook olifanten en een neushoorn. Vervolgens rijden we een hele dag kriskras door het park, waar Afrika’s dierenrijkdom zich aan onze ogen ontvouwt : koedoe, impala, dikdik, springbok, zebra, jakhals, hyena, oryx, vlakvark… Om honger van te krijgen. Die honger wordt gestild in Mokuti Lodge, waar een reusachtig wildbuffet klaarstaat, dat zelfs de meest verstokte vegetariër zou doen watertanden. Die nacht zijn we er getuige van hoe de Namibische sprinter Frankie Fredericks in Atlanta nipt naast het olympisch goud grijpt. De ontgoocheling is groot.

De reis gaat stilaan naar zijn eindpunt, maar op weg naar Windhoek hebben onze gastheren Kücki en Hilmar nog twee verrassingen in petto. Vooreerst bezoeken we Okonjima waar een broer en drie zussen Hanssen een uniek project hebben opgezet om de luipaarden, cheetahs en andere katachtigen uit de klauwen van de mens ( “the super predator”) te redden en te beschermen. Dit project financieren ze met de opbrengst van hun lodge. De gasten worden dan ook in de wondere wereld van de katten geïntroduceerd. Als laatste toemaatje bezoeken we Mount Etjo Safari Lodge. De baas is een echte Afrikaner, Jan Oelofse, een flink uit de kluiten gewassen Boer. Naast een grote farm runt hij een prachtige lodge (de suites hebben een privé-jacuzzi) en een ongeëvenaard privé-wildpark. Hij kruipt achter het stuur van zijn jeep en leidt ons rond over hobbelige wegen, zodat we ons aan de stangen van het voertuig moeten vasthouden. Links en rechts springen springbokken, zebra’s, koedoes, giraffen en zoveel andere dieren weg. We hobbelen tot aan een drinkplaats, waar we temidden van een grote kudde olifanten en neushoorns terechtkomen. Een gigantische olifantenstier nadert ons voertuig om het gezelschap te monsteren. Zijn slurf komt tot een paar centimeters van de neus van Didier Schmidt (in search of excellence). De olifant aarzelt, gaat weg, komt weer terug, herhaalt zijn handeling een drietal keer. Hij ziet dat het goed volk is, en vervoegt zijn kudde.

Windhoek

is een epiloog. Het is even wennen in het Windhoek Country Club Resort met zijn money-making casino, zijn gigantische buffetten en zijn disco. De zwarte bevolking van de hoofdstad laat zich verleiden door al die glitter. Velen komen in het casino hun laatste spaarcenten verspelen. Windhoek is nochtans geen onaardige stad, met een vreemde mix van Duitse tradities en zwarte culturen. De Herero-vrouwen lopen in Pruisische hoepelrokken door de winkelstraten. Met zijn 180.000 inwoners is Windhoek een van de veiligste hoofdsteden van Afrika. Maar de tanende economie eist haar tol. Een paar kilometer buiten de stad leven vele zwarten samen in de armtierige huisjes van Plukkerskamp. En nog een paar kilometer verder in Katatura leven zo’n 60.000 mensen in hutten van karton of sinaasappelkisten. Elke dag groeit deze suburb. Vroeg of laat moet dat problemen geven. Hoe moet het verder met dit land ? De scharnier voor de toekomst is de koppeling van de Namibian dollar aan de Zuid-Afrikaanse rand. Volgens sommigen een zegen voor het land, volgens anderen een blok aan het been. Namibië moet letterlijk alles invoeren en Zuid-Afrika is de grootste leverancier. Maar velen zouden liever een onafhankelijker koers varen en zich bijvoorbeeld naar de noordelijke buur Angola richten. Hoe dan ook is Namibië op dit ogenblik een van de meest stabiele landen in Afrika. Het is ook het minst bevolkte land van het continent, met 1,6 miljoen inwoners op 825.000 km² (27 keer België). Maar het heeft zoveel te bieden aan de reiziger, die er bovendien een uitstekende toeristische infrastructuur aantreft, sedert de onafhankelijkheid amper zes jaar geleden door ondernemende jonge mensen uit de grond gestampt.

Ook de wijn wordt vanzelfsprekend uit Zuid-Afrika ingevoerd. De laatste avond drinken we bij een heerlijk stukje gegrild oryxvlees de trots van de natie een uitstekende fles met een merkwaardige naam : Allesverloren. We hebben echter alles gewonnen !

In Search of Excellence (ISE) bouwt incentives op maat. Info : Nijverheidslaan 57, 9250 Waasmunster. Tel : (052) 46.19.06. Fax : (052) 46.32.91.

Midden : fiere Himba. Boven : zandduinen van Sossusvlei ; de reus van Etosha ; wolkenkrabbers in Windhoek ; kookerboom in de Namib Desert. Links : champagne en oesters in de woestijn ; katjes op de loer in Okonjima. Rechts : ‘Pruisische’ Herero-vrouw ; langnek in

bij foto 2

bij foto 6

Dartele springbokjes en logge witte neushoorn in het privé-park Mount Etjo.

Boven : Kücki en Hilmar : ondernemende Namibiërs ; links : de riante Vingerklip Lodge ; rechts : Mokuti Lodge aan de rand van Etosha National Park.

Twee werelden in één land : vrouwelijke agenten in Windhoek ; Himba’s in hun traditionele kraal.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content