MYANMAR

Niet al goud wat blinkt

Myanmar, het vroegere Birma, is een van de meest gesloten landen ter wereld en leeft gebukt onder een totalitaire junta. Het land wil de poorten opengooien en zijn mysterieuze schoonheid delen met de buitenwereld. Maar achter het hoekje staan de tanks klaar.

TEKST EN FOTO’S : HENK VAN NIEUWENHOVE

Toeristische troeven heeft het grootste land van Zuidoost-Azië (22x België) meer dan genoeg. Duizenden tempels en pagodes, met bladgoud of goudverf (klatergoud ?) belegd, in kwalwitte uitvoering of in verweerde baksteen, liggen verspreid over het hele grondgebied. De steden Yangon (ex-Rangoon) en Mandalay hebben nog de sfeer van The Orient : een mengeling van oosterse authenticiteit met een Brits koloniale stijl uit de vorige eeuw. Pagan (of Bagan), met zijn 2217 pagodes uit de 11de tot 13de eeuw, behoort tot ‘s werelds culturele erfgoed. Het Inle-meer met zijn 200 paaldorpen is van een ontroerende schoonheid. Hier wonen de beroemde Shan-vissers die met één been de roeispaan hanteren. De jongste twee jaren rezen langs het toeristische circuit luxueuze hotels als paddestoelen uit de grond en er worden nog nieuwe luxetempels gebouwd. De mensen zijn vriendelijk en open (behalve wanneer politieke vragen gesteld worden) en straatcrimininaliteit lijkt er onbestaande.

Maar : er is de keerzijde van de medaille ! Achter een decor van prachtige tempels, boeddhistische kloosters, idyllische rijstvelden en lieve mensen, gaat een harde wereld schuil van kinderarbeid, verplichte tewerkstelling, genadeloze onderdrukking van minderheden, machtige drugclans ( Khun Sa), alomtegenwoordige geheime politie en een meedogenloos militair staatsapparaat dat geen tegenspraak duldt. De schreeuw voor democratie werd in 1988 in bloed gesmoord : de schattingen lopen uiteen tussen 3000 en 10.000 doden. De verkiezingen van 1989, die een uitgesproken overwinning voor de National League for Democracy (82 %) opleverden, werden genegeerd. Integendeel : de State Law and Order Restauration (SLORC) werd in het leven geroepen, het land van naam veranderd (de Birmanen maken de helft van de bevolking uit, the Union of Myanmar moet staan voor alle bevolkingsgroepen !), de teugels nog verstrakt. Aung San Suu Kyi dochter van de vermoorde nationale held Aung San die het land in de jaren ’30 en ’40 naar de onafhankelijkheid stuwde, en winnares van de Nobelprijs voor de Vrede in 1991 werd jarenlang onder huisarrest geplaatst, ondanks protest van de hele wereld.

De tweede week

van december. Daags voor ons vertrek zijn twee- tot drieduizend jongeren (volgens The Bangkok Post) op straat gekomen om te betogen voor de oprichting van een studentenvakbond. De faculteit geneeskunde in Yangon heeft het vuur aan de lont gestoken, de brand waait over naar Mandalay en andere steden. De hele week wordt er betoogd voor democratie. In de hoofdstad staan de tanks klaar voor het stadhuis : we tellen er zes. Elders worden meer tanks en zwaar bewapende militairen gemeld. De universiteiten worden gesloten, straten gebarricadeerd door het leger, het huis van Aung San Suu Kyi dag en nacht streng bewaakt, de jaarlijkse grote marathon afgelast.

Onder het motto Visit Myanmar Year 1996 dat op 18 november ’96 begon en het hele jaar ’97 moet doorlopen was zopas de poort voor buitenlandse bezoekers opengezwaaid. De busjes met toeristen en reisorganisatoren die een voorbode moeten zijn voor een half miljoen bezoekers worden met grote omwegen rond de plekken van onheil omgeleid. Wie geen vragen stelt, weet niets. Buitenlandse kranten zijn niet te krijgen. De twee officiële staatskranten en dito radio en televisie zwijgen in alle talen over de manifestaties. Of spreken in cryptische bewoordingen. The New Light op Myanmar van 14 december lanceert de volgende oproep : “Alle burgers moeten waakzaam zijn en voorkomen dat negativistische destructivisten en kruiperige verraders het onderwijs willen breken en studenten voor hun kar spannen om politieke macht te verwerven.” Alleen in de grote vier- en vijfsterrenhotels die sedert één of twee jaar uit de grond zijn gerezen, kan CNN bekeken worden en krijgt men bij wijze van headline beelden van de manifestaties te zien. Een expat maakt gewag van bloedige incidenten, waarbij één dode zou gevallen zijn. Op kerstdag vielen bij een bomaanslag in Yangon vijf doden en zeventien gewonden…

Is het moreel

verantwoord een dergelijk land als reiziger te bezoeken ? Neen, zeggen sommigen. Als toerist steun je alleen diegenen die het voor het zeggen hebben. Ja, zeggen anderen. We gaan toch ook naar China, Cuba, Turkije en zovele andere landen waar met de mensenrechten een loopje genomen wordt. Als bezoeker verplicht je de overheid tot meer openheid en soepelheid. Hangt er van af, zegt een derde, wat je onder toerisme verstaat. De klassieke toeristen die met bussen van de ene tempel naar de andere gereden worden, niets van de mensen leren en de mensen dus ook niets bij brengen, kunnen beter thuis blijven. Maar de culturele of ecologische reiziger, die verder kijkt dan zijn neus lang is, is zéér welkom. Gesteld dat hij de kans krijgt om zich een kritische mening te vormen, want de ‘muren hebben oren’ en ongeveer een derde van het land (de Gouden Driehoek in het noordoosten) is verboden gebied.

To be or not to be : een hamvraag, die een genuanceerd antwoord verdient. Dus Internet raadplegen ! Waar Aung San Suu Kyi hard van leer trekt tegen het Visit Myanmar Year. Zij spreekt van een soort façadisme dat de bevolking wordt opgelegd om de toeristen een mooi beeld van het land te bezorgen : “Toeristen moeten onder ogen zien dat hun komst de bevolking geen zier helpt. Het is alsof je met een druppelteller een uitslaande brand wil doven.” En verder : “Visit Myanmar Year is verantwoordelijk voor veel dwangarbeid. Met de aanleg van wegen en bruggen heeft men het land een face-lift willen geven om de toeristen een mooi beeld geven. De bevolking heeft andere noden.” Is er dan geen positieve kant aan het toerisme ? “Natuurlijk wel, als het op de juiste manier verloopt. Toeristen kunnen een wereld openen voor het volk van Burma (sic), net zoals de Birmanen de toeristen kunnen attent maken over wat er in hun land gebeurt, gesteld dat zij daarin geïnteresseerd zijn.” Lonely Planet geeft via hetzelfde Internet de volgende raad : “Verblijf niet in hotels die eigendom zijn van de staat ; reis niet met het officiële Myanmar Travels & Tours ; vermijd het openbaar vervoer dat door MMT wordt gecontroleerd ; maak gebruik van het gewone openbare of privé-vervoer ; koop souvenirs bij de bevolking zelf en niet in de staatswinkels ; verblijf in privé-hotels of local guest houses.” It’s your choise ! Wie het proberen wil, en dat op de juiste manier doet, krijgt de gelegenheid om een uitzonderlijk mooi land te zien en een bevolking te ontmoeten die ondanks alles bereid is die schoonheid te delen met haar gasten. We citeren opnieuw Lonely Planet : “Myanmar is verre van het gemakkelijkste land in Azië om te bereizen, maar het is magisch mooi, met ongelooflijk vriendelijke mensen, en het geeft een glimp van een bizarre Orwelliaanse maatschappij, die nauwelijks contact heeft gehad met the late 20th century. Omdat het door het bewind werd ingekapseld, is het een van de minst door het Westen beïnvloede landen ter wereld. De bezoekers die houden van dit ongewone, mogen echter niet vergeten dat deze situatie gecreëerd werd door de politieke realiteit.”

Tot de jaren ’60

was Birma, dat grenst aan Thailand, Laos, China, Indië en Bangladesj, de grootste rijstuitvoerder ter wereld en de zevende grootste olie-uitvoerder (de grootste in Azië). Tientallen jaren van politieke chaos, economisch verval en isolement hebben het eens zo welvarende land echter in grote armoede gestort. De levensstandaard is volgens de Wereldbank lager dan die van buurland Bangladesj.

Wie door de brede boulevards van de hoofdstad Yangon rijdt, vermoedt nochtans niet dat dit een van de tien armste landen ter wereld is. De stad heeft nog een zekere grandeur, het (Japanse) wagenpark is vrij modern, de gebouwen zijn keurig, de gouden pagodes zijn netjes onderhouden, er zijn verzorgde parken met romantische waterpartijen. In Yangon, beter bekend onder zijn vroegere naam Rangoon, wonen zo’n 4,5 miljoen mensen, ongeveer een tiende van de totale bevolking. Te bezichtigen zijn de pagode van Shwedagon, een fonkelend monument dat pijn aan de ogen doet ; de idyllische koninklijke meren met de gouden draken ; de Kyauk Htat Gyi-pagode met een liggende en lachende boeddha van 70 meter lang ; de grote lanen uit de Britse tijd met de Victoriaanse gebouwen ; Scott’s Market en China Town.

Sir James Scott

bezocht Pagan reeds in 1882 en kwam tot volgende conclusie : “In many respects the most remarkable religious city in the world.” En hij voegt eraan toe : “Jerusalem, Rome, Kiev of Benares : geen enkele stad heeft zo’n rijkdom van tempels als deze schitterende verlaten hoofdstad aan de Irrawaddy.” Een tocht met de paardenkoets door dit immense religieuze gebied, bevestigt zijn woorden. Hier doet men beter geen schoenen aan, want elk heiligdom moet op blote voeten betreden worden. Tussen 1057 en 1287 werden hier niet minder dan 13.000 tempels gebouwd op een zakdoek van 40 km². Er staan er nog meer dan 2000 overeind, die onder toezicht van de Unesco gerestaurareerd worden.

Elke tempel moest de kans op een beter volgend leven verhogen. Koning Anawrahta was de grote inspirator van dit architecturale wonder. Hij maakte het land één en stuwde het naar een hoge beschaving die 200 jaar zou aanhouden. De meest gekende tempels zijn de Shwezigon-pagode en de Gupyauk Gyi-tempel, maar u kan hier eigenlijk dagenlang op verkenning gaan om u onder te dompelen in het Theravada-boeddhisme, de zuivere leer van Boeddha. Die zegt o.m. : “Leven en dood zijn twee zijden van het muntstuk van het bestaan.” Volgens de doctrine is het leven een tijdelijke cyclus van lijden, waaraan men alleen kan ontsnappen door te leven volgens de leer van Boeddha. Geen wonder dat er in Myanmar zo’n 800.000 monniken zijn.

De ondergaande zon tekent inktzwarte silhouetten van pagodes en stupa’s en koningspalmen tegen een oranje hemel. Ondertussen trekken betelnoot kauwende boeren met hun ossenspannen moeizaam over de zandwegen naar huis. Een jongetje zit op de rug van een waterbuffel. Dit zou een scene uit Max Havelaar kunnen zijn, ware het niet dat onze koets bijna van de weg geblazen wordt door een voorbijrazende militaire escorte van de generaal-eerste minister.

Mandalay

was de vroegere hoofdstad van het land. De ‘Gouden Stad’ werd pas 150 jaar geleden gebouwd en telt momenteel 1 miljoen inwoners. Hier brengt u een bezoek aan de tempels van Sagaing, de kloosters van Amarapura en de Kuthodaw pagode met ‘s werelds grootste boek, bestaande uit 729 marmeren stelen, waarop de hele boeddhistische canon geschreven staat. Maar met een goede gids kan u ook een tipje van de achterkant van Mandalay bekijken : de vele weefateliers waar kinderen vanaf 8 jaar (schatten we) tewerk gesteld worden voor het schamele loon van 2 VS-dollar per dag. Of de ateliers waar bladgoud vervaardigd wordt : arbeiders met naakt bovenlichaam, dreunen met zware hamers op de gouden plaatjes, tot ze blinken van het zweet.

Het steekt schril af tegen de mystieke sfeer en de zalige rust die in de vele boeddhistische kloosters hangt. De monniken moeten afstand doen van alle bezittingen, behalve hun kleed, een scheermes en een eetkom. Zij mogen geen levend wezen kwetsen of beledigen en moeten zich strikt houden aan het celibaat. Ze moeten dagelijks met hun kom om voedsel gaan bedelen, en te oordelen aan hun rijk gevulde tafel lukt dat aardig. De vrouwelijke monniken, bonzes, eveneens kaalgeschoren en gedrapeerd in licht roze gewaden, zijn verlekkerd op sigaren. De monniken reizen heel wat af en genieten speciale tarieven. Men hoeft trouwens niet voor het leven in te treden, men kan ook voor een tijdje monnik worden.

Het leven

van de Shan, aan het prachtige Inle-meer, lijkt op het eerste zicht idyllischer, maar is in werkelijkheid keihard. Deze belangrijke stam (10 % van de bevolking) heeft als een van de eerste minderheden vrede gesloten met het leger. De kinderen gaan niet of nauwelijks naar school. Ze gaan vissen op het meer, werken op de rijst- of lookvelden, trekken met de buffels rond. ‘s Avonds in het dorp Nyaung Shwe, aan de oever van het meer, is het dringen voor de openluchtcinema, waar een Birmaans familiaal drama gedraaid wordt. De mensen worden gelokt met hardrockmuziek die keihard door de luidsprekers galmt, dat zelfs onze westerse oren ervan tuiten. We duiken liever een kroeg binnen, waar we tussen langharige Aziaten een blikje Stella drinken.

Terug in Yangon zijn we ook hier getuige van een snel veranderende levensstijl. Danstent Galaxy, hét adres voor expats en happy few, staat in vuur en vlam. Een Australische kortgerokte meidengroep dreunt erop los, het jonge volkje gaat uit de bol. De avond wordt waardig besloten met een ode aan Bob Dylan : Knockin’ on Heaven’s Door. Wanneer we rond middernacht met de taxi terug naar het hotel rijden, duwt de chauffeur plots op zijn rem om een hoertje op te pikken. Zijn bijdrage tot de conversatie beperkt zich tot een Engels vierletterwoord en een brede smile, die bij de afwijzing van zijn voorstel samentrekt tot een zure grimas. Aankloppen aan de hemelpoort : wat verstaan deze zo lang geïsoleerde mensen hieronder ?

Myanmar : het gouden land van duizenden tempels en 800.000 monniken, een van de meest geïsoleerde en mysterieuze landen ter wereld, dat nauwelijks contact gehad heeft met ‘the late 20th century’.

Scènes uit het leven van de boeddhistische monniken en de vrouwelijke bonzes (met sigaar).

Arbeid voor jong en oud : een koppel oude sigarenmakers ; een jong meisje in een weefatelier ; een vrouw die steengruis versjouwt op haar hoofd ; bladgoud slaan op blote voeten.

Buffels trekken de hooikarren voort, Shan-vissers op het Inle-meer. Het zouden scènes uit Max Havelaar kunnen zijn.

Pagan : tussen de 11de en 13de eeuw werden hier 13.000 tempels gebouwd, waarvan er meer dan 2000 bewaard zijn. Een wereldmonument.

Uit het dagelijkse leven in de paaldorpen : uen meisje wast zich met het water van het Inle-meer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content