“Muziek is mijn verjongingskuur”

“Eigenlijk wilde ik muzikant worden,” vertelt Herman Van Hove, zaakvoerder van uitgeverij Biblo. “Helaas had ik er het talent niet voor. Daarom begon ik maar met de knoppen te prutsen.” En van het een kwam het ander: ‘geluidstechnicus’ Van Hove werd achtereenvolgens organisator van concerten én manager van wijlen Toon Hermans. Het swingende verhaal van een manager vol van muziek.

“Veel zakenlui van mijn generatie houden zich al te krampachtig vast aan het verleden,” stelt Herman Van Hove gedecideerd, terwijl hij zijn armen ironisch genoeg te rusten legt op een stapel vergeelde jazz- en rock ‘n rollplaten. “Ze horen de verzuchtingen van jongeren niet meer. En dat is nefast voor de toekomst van hun bedrijf. Tenslotte spreken jongeren een andere taal. Ze hebben een andere kijk op het leven en andere prioriteiten. Dat merk ik steeds weer wanneer ik hier bij Biblo artiesten als Bart Peeters, Jan Leyers of Els De Schepper over de vloer krijg. Het contact met jonge, creatieve geesten zou ik niet meer kunnen missen. Beschouw het als mijn verjongingskuur.”

Dat het Van Hove menens is, mag blijken uit zijn overvolle agenda. De welbespraakte Kempenaar mag in het dagelijks leven dan al uitgever zijn van bloedserieuze boeken en tijdschriften over beleggen en geneeskunde, na de werkuren stort hij zich nog steeds met het enthousiasme van een jonge Turk op zijn ware passies: muziek, cabaret en theater. Ten kantore Biblo – een modern gebouw uitgetekend door de indertijd piepjonge bOb Van Reeth – kijken ze al lang niet meer verschrikt op wanneer er gereputeerd volk over de betonnen vloer komt. Als fervent muziekliefhebber turnde Van Hove de kantine van Biblo namelijk om tot een knusse jazzkroeg. Geregeld nodigt hij er vrienden en kennissen uit voor een concert van Toots Thielemans, Kenny Werner, Brad Mehldau of andere jazzgiganten. En dat terwijl hij meestal zelf fanatiek gebogen over de geluidsapparatuur hangt.

“Geluid is altijd al mijn ding geweest,” bekent Van Hove. Als zestienjarige snaak knutselde hij transistorradiootjes en versterkers ineen. Toen had hij wellicht nooit kunnen bevroeden dat zijn geluidsfetisj zou leiden naar een hele reeks concerten – evenementen die intussen mythische proporties hebben aangenomen. Zo verzorgde Van Hove midden jaren zestig het geluid voor Francis Bay, Champion Jack Dupree, Ferre Grignard en Boudewijn De Groot. “In die pionierstijd was alles mogelijk,” lacht hij met een wat weemoedige blik. “Met mijn door dezelfde geluidsmicrobe gebeten vriend Ivo en ons ene versterkertje van 40 watt verzorgden we het geluid bij al die legendarische artiesten. Bij Francis Bay versterkten we daarmee zelfs een hele big band en een hoop zangers. Maar tijden veranderen. Nu hebben we twee vrachtwagens met een kwart miljoen euro aan hoogtechnologische apparatuur.”

Nieuwe carrière op zijn veertigste

Aan die idyllische tijd kwam een einde toen Van Hove – samen met zijn jeugdvriend Fons Van de Putte – eind jaren zestig besloot om uitgeverij Biblo op te richten. Een tijdrovende job, zo bleek algauw, waardoor de muziek een hele poos naar de achtergrond verhuisde. Meer dan een decennium lang hield Van Hove zich gedeisd achter de coulissen. Maar – zo wil het cliché – muzikaal bloed kruipt waar het niet gaan kan. Toen de uitgeverij in 1980 naar het huidige Biblo-pand in Kalmthout verhuisde, begon Van Hove er vrijwel meteen kleinschalige concerten te organiseren. Sindsdien passeerden heel wat artiesten er de revue: Guido Belcanto, de jonge Ingeborg of Kommilfoo, om maar een paar namen te noemen.

Toen ook Peter Hens – het klassiek geschoolde en clowneske brein achter het Kwatchtet en de Frivole Framboos – er optrad, kwamen Van Hoves muzikale activiteiten in een stroomversnelling terecht. Na het op unaniem lovende kritieken onthaalde concert toonde Hens zich dusdanig tevreden over de puike geluidsinstallatie bij Biblo en het doorgedreven vakmanschap van Van Hove, dat hij hem meteen polste om voortaan het geluid voor hem te verzorgen. Onnodig te zeggen dat melomaan Van Hove niet lang hoefde na te denken.

“Op mijn veertigste begon ik zowaar opnieuw aan een carrière ‘on the road’,” vertelt hij. “Om acht uur ‘s ochtends laadden we de vrachtwagen om daarna de hele dag met kabels en versterkers rond te zeulen. In de namiddag volgde dan de soundcheck en ‘s avonds was er het eigenlijke optreden, waarna we alles meteen weer konden afbreken. Om twee uur ‘s nachts kwam ik uiteindelijk afgepeigerd thuis. Maar daar hoor je me zeker niet over klagen. Als doorgewinterde bureaurat had ik er behoefte aan om uit mijn kantoor te ontsnappen.”

Die plichtbewuste houding lijkt Van Hove alvast gemeen te hebben met zijn favoriete muzikanten: jazzartiesten. Bovendien blijkt uit Van Hoves jarenlange ervaring dat jazzmuzikanten doorgaans het makkelijkst zijn om mee samen te werken. Een ongeschreven regel die zelfs lijkt op te gaan voor de allergrootsten. “Klopt helemaal,” knikt Van Hove. “Bij sommige popartiesten moet je vaak ellendig lang aan de sound sleutelen. Meestal is dat om hun ‘technische mankementjes’ te maskeren. Wanneer Toots Thielemans bij ons over de vloer komt, gaat die op zijn kruk zitten en begint hij te spelen. Een soundcheck met Toots duurt doorgaans tien minuten.”

Manager van Toon Hermans

Wie ook maar een half oor bij Van Hove te luisteren legt, leert dat ‘s mans artistieke CV uit behoorlijk wat hoogtepunten is opgetrokken. Eén daarvan is ongetwijfeld de innige samenwerking met Toon Hermans, de grootste en populairste cabaretier die de Nederlanden ooit hebben gekend. Als onvoorwaardelijke fan van het eerste uur ging voor Van Hove een jongensdroom in vervulling toen Hermans hem eind jaren negentig plots bombardeerde tot zijn persoonlijke manager. Een welgemikte carrièrezet? Wel neen. Gewoon een gelukkige samenloop van toevalligheden.

“Zijn zoon vroeg me indertijd of ik een boek wilde uitgeven over zijn schilderijen,” licht Van Hove toe. “Uiteraard hoefde ik daar niet lang over na te denken. Op die manier kwam ik vaak bij Toon langs en werden we vrienden. Toen hij hoorde dat ik ook geluidstechnicus was, belde hij me op met de vraag of ik voor hem even wilde informeren bij de Arenbergschouwburg. Toon wilde blijkbaar weer optreden en wou weten of ze nog dagen vrij hadden op de kalender. Weer enkele dagen later belde hij me met de vraag of ‘we’ ook iets in Nederland gingen doen. Na een maand hadden we een hele theatertournee gepland en zestien mensen in dienst. Zonder het zelf in de gaten te hebben, was ik manager geworden van één van mijn jeugdidolen.”

Het hoeft geen betoog dat de samenwerking met Toon Hermans een blijvende stempel heeft gedrukt op het leven van Van Hove. Toen Hermans in het voorjaar van 2000 overleed, schreef Herman Van Hove de hoestekst voor zijn postuum uitgebrachte plaat. De Biblo-manager is ook voorzitter van de Stichting Toon Hermans, die het artistieke erfgoed van de cabaretier beheert. “Nooit heb ik zo’n boeiende man ontmoet,” mijmert hij vol adoratie. “Toon was misschien wat mensenschuw, maar hij leefde honderd procent voor zijn vak en zijn publiek. Al de rest kon hem nauwelijks iets schelen. Zo had hij bijvoorbeeld totaal geen oog voor financiële zaken. Het interesseerde hem gewoon niet. Sterker nog. Ik heb als manager van Toon zelfs nooit een contract moeten tekenen.”

Miniatuurtheatertje op zolder

Gelukkig heeft het bruuske afscheid van Toon Hermans Van Hoves enthousiasme voor muziek, theater en cabaret geenszins kunnen temperen. Wel integendeel. Met de uitgave van een prachtig fotoboek bracht Van Hove vorig jaar nog een hommage aan het door hem zo bewonderde Circus Ronaldo, terwijl Biblo optrad als geldschieter voor de Elsschot-film Lijmen/Het Been. Bovendien vertimmerde hij nog niet zo lang geleden zijn zolderkamer tot een heus miniatuurtheatertje, waar plaats is voor zestien stoelen en een podium. Sindsdien fungeert het gezellige kamertje als druk gefrequenteerde try-outruimte voor tal van artiesten. Zo kwam acteur en rasverteller Karel Vingerhoets er zijn Vlaamse Verhalen instuderen, gaf komiek Johny Voners er zijn allereerste hommageconcert aan Charles Aznavour en kwam Bart Peeters er zijn jongste theatershow voorstellen.

“Wat de toekomst me nog te bieden heeft, weet ik niet,” stelt Van Hove filosofisch, terwijl hij zijn ogen richt op de wispelturige hemel. “Maar dat muziek steeds een prominente rol zal blijven spelen, daar ben ik van overtuigd. Op mijn achtenvijftigste voel ik nog altijd diezelfde kriebels in de buik als ik op mijn zolderkamertje Bart Peeters aan het werk zie als toen ik als snotneus achter de knoppen stond bij Ferre Grignard. Hopelijk blijft mijn carrière als mislukt muzikant nog een tijdje duren.”

Dave Mestdach [{ssquf}]

“Hopelijk blijft mijn carrière als mislukt muzikant nog een tijdje duren.”

“Zonder het zelf in de gaten te hebben, was ik manager geworden van Toon Hermans.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content