Mustafa of Miet Smet?

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Alcoholverbod in nachtwinkels is een symptoom van maatschappelijke aderverkalking. Méér immigranten zorgen nochtans voor meer vitaliteit en economische groei. Zonder de artificiële PWA-klusjesdiensten. Zonder de Smet-banen.

De diensteneconomie van morgen vereist een volkomen andere ordening. Immigranten van nu en van morgen zijn daarin essentiële raderwerken. Het jongste wetsvoorstel van regeldrifters in het parlement om de verkoop van alcohol in nachtwinkels te verbieden, ridiculiseert dan ook al het gepraat over integratie van immigranten in de samenleving. Want, daar heb je nu kleine zelfstandigen, op wie het cliché van buitenlanders die teren op onze sociale zekerheid niet van toepassing is. En wat doet een regelzieke overheid? Het ondernemersinitiatief van hoofdzakelijk immigranten in de wielen rijden, inspelend op klachten van buurtbewoners over nachtlawaai of erger nog, van gevestigde belangenorganisaties.

De drukte om de nachtwinkels illustreert de thesis van Ed Lof dat de reguleringsdrang onder druk van groepsbelang boven het algemeen belang, vaak absurde dimensies aanneemt, en dat overbodige rigiditeiten – in dit specifieke voorbeeld – het potentieel van immigranten om zelf hun boontjes te doppen en een constructieve bijdrage te leveren aan de samenleving, dwarsbomen. “Zo zouden minibusjes die het straatbeeld van Aziatische steden beheersen een veel aantrekkelijker vervoermiddel kunnen vormen dan het inefficiënte openbaar vervoer en de peperdure taxi’s die nu het monopolie hebben,” illustreert Lof allerhande klemmen op de emancipatie van laaggeschoolden, immigranten in het bijzonder.

“Onze dichtgetimmerde arbeidsmarkt is, naast de excessen van een verlammende klaagcultuur, één van de symptomen van een gescleroseerde mentaliteit. Zulke mentale ingesteldheid ondermijnt de economische dynamiek.” Lof legt een rechtstreeks verband met de vergrijzing. En naarmate ouderen een grotere electorale machtsfactor worden, zal de behoudszucht sterker worden en zullen de rigiditeiten in verband met verworven rechten toenemen – terwijl economische dynamiek een kwestie is van initiatief, innovatie, risico’s durven nemen en flexibiliteit.

De remedie tegen maatschappelijke verstarring ziet Ed Lof, gespecialiseerd in openbare financiën en ontwikkelingseconomie, in een meer positieve beeldvorming ten aanzien van immigranten.

Immigranten spelen in

de toekomst van Europa een sleutelrol, is het uitgangspunt van Lofs prikkelende stellingen in zijn tegendraads essay Een nieuwe Gouden Eeuw, de demografische en economische noodzaak van immigratie (Forum Essay). Het refereert aan de bloei van de Nederlanden in de 17de eeuw, onder impuls van Vlaamse, Duitse en Franse inwijkelingen. “In een globaliserende wereldeconomie zou een etnisch gevarieerde en kosmopolitische bevolking van twintig miljoen zielen, een adequaat net van wegen en andere infrastructuur, en een economie die vooral is gericht op internationaal georiënteerde commerciële dienstverlening, Nederland opnieuw de status van gateway to Europe bezorgen. Naar analogie van de positie van Hongkong, Manhattan of Los Angeles met hun ontembare vitaliteit en mondiale uitstraling in hun deel van de wereld.”

Zonder mee te huppelen met het multiculturele gekoketteer, pleit Ed Lof voor een openarmenbeleid ten aanzien van immigranten naar het voorbeeld van de Amerikaanse meltingpot – consequent gebruikt hij het woord immigranten in plaats van het verhullende migranten. Immigranten moeten zich kunnen ontplooien en op alle niveaus als volwaardige burgers meedraaien in de samenleving. “Dat kan alleen in een klimaat waarin zij zich welkom voelen, maar ook worden aangemoedigd zich de cultuur van hun nieuwe vaderland eigen te maken. Van immigranten moet worden geëist dat zij zich conformeren en onderwerpen aan Europese normen, ten aanzien van de taal maar ook van de rechten van het individu. Ook wanneer deze niet in overeenstemming zijn met de eigen waarden uit hun land van herkomst.”

Lofs visie staat haaks op het knuffelen van buitenlanders door migrantenwerkers, maar evenzeer op het huidige beleid dat immigratie in alle EU-landen zo restrictief mogelijk interpreteert (zie kader Deuren wijd open?). Er bestaat immers in de Europese Unie over weinig zaken een zo grote consensus als over de noodzaak de immigratie te beteugelen. “Beide houdingen zijn kortzichtig en inefficiënt,” vindt Lof. “Er werd nergens in Europa ten aanzien van de reeds aanwezige immigranten een emancipatiebeleid gevoerd dat hen de gelegenheid biedt tot zelfontplooiing via inburgeringscursussen, onderwijs, stimulering van scholing door werkgevers. Liberalisering van de arbeidsmarkt en het slechten van barrières voor zelfstandig ondernemerschap zijn onontbeerlijk voor een geslaagde integratie. De neiging om de poorten te vergrendelen voor nieuwe immigranten zal ook weinig effect sorteren en het probleem eerder verscherpen. Om de vergrijzing en de daarmee gepaard gaande verstarring en polarisatie te doorbreken, heeft Europa juist meer immigranten nodig.”

Geen Smet-banen, maar ondernemerschap

Dat het aantal ouderen stijgt en een slinkend aantal jongeren de groeiende last zal moeten torsen van pensioenen, medische zorgen en andere speciale voorzieningen voor de ouderen, is bekend; op termijn komen de overheidsfinanciën onder druk. De reeds aanwezige jonge immigranten kunnen het krimpende draagvlak voor die kosten helpen dragen. Maar ten aanzien van nieuwkomers groeit de overtuiging dat het overeind houden van onze Sociale Zekerheid al penibel genoeg is, zodat we er allerlei politieke en economische vluchtelingen niet meer kunnen bij nemen: Eigen volk eerst en Nederland/Vlaanderen zit vol zijn thans gemeengoed onder politieke partijen.

In die redenering spitst het debat zich, volgens Ed Lof, toe op verdelingsvraagstukken, terwijl de vraag hoe de welvaart kan worden vergroot wordt verdrongen: “Om de productie in stand te houden of gewoon al voor het toebrengen van ziekenzorgen, dreigen we te kampen met een tekort aan arbeidskrachten. Het behoud van onze welvaart vraagt niet om minder, maar om méér immigranten. Daarnaast betekent groei in een moderne samenleving niet méér auto’s, méér verbuik van grondstoffen of méér vervuiling, maar veeleer voortdurende verandering: niet hetzelfde doen in steeds meerdere mate, maar ándere dingen doen. Creativiteit, openheid van geest en durven grenzen te verleggen, stimuleren dat soort groei en welvaart en counteren de stagnatie.”

Lof ziet de maatschappelijke ontwikkelingen echter de andere kant opgaan: de milieudiscussie ontaardt in een last- en hinderdiscussie, de besluitvorming wordt beheerst door een klaagcultuur. Niet gekenmerkt door een afweging van kosten en baten, maar door de schrille protesten van degenen die er persoonlijk nadeel van ondervinden – tégen de aanleg van de IJzeren Rijn, tégen de HST. Louter behoudsgezinde reflexen. Aan werkgeverskant uit een verstarde bedrijfscultuur zich in het zoeken naar kostenreductie veeleer dan in initiatieven om nieuwe producten te ontwikkelen of nieuwe markten te veroveren. Nederlanders net als Belgen besparen steeds meer, maar die gelden worden in het buitenland belegd. “We zijn een renteniersnatie geworden. Sparen voor de oude dag helpt wel voor het individu, maar niet voor de collectiviteit. Ook onze bedrijven investeren elders omdat de Nederlandse, respectievelijk Europese economie te weinig groeipotentieel bieden.”

Het Nederlandse Poldermodel

stoelt op loonmatiging en wordt daarom door Lof bestempeld als “een defensieve strategie, die medeverantwoordelijk is voor een extreem hoge kapitaalexport en een nog altijd lage arbeidsparticipatie.” De groei van de werkgelegenheid in Nederland is meer te danken aan een gemiddeld kortere arbeidsduur – arbeidsdeling – dan aan een toename van het totale aantal gewerkte uren. “De structurele werkloosheid is in essentie een arbeidsmarktprobleem en een kwestie van fiscaliteit. Er moeten door de overheid geen marginale jobs gecreëerd worden via Melkert-banen of Smet-banen in België, mensen moeten meer de gelegenheid en de ruimte krijgen om zelf bedrijven op te richten. En zonder dat we ons sociaal vangnet overboord gooien, kunnen we er niet omheen dat de huidige Sociale Zekerheid is verworden tot een armoedeval voor kansarmen. Het verdwijnen van laag betaalde banen heeft geleid tot een breuk in onze economische ontwikkeling.”

Zowel in dynamische sectoren, vooral in de diensten, als in de snelgroeiende lowtechsectoren aan de onderkant van de arbeidsmarkt loopt Europa achter op de Verenigde Staten. “Een immigrant uit een land waar voor laaggeschoold werk een paar gulden per dag wordt betaald, is graag bereid hier te werken voor een lager bedrag dan het geldende minimumloon. Een groot deel van de Amerikaanse landbouw en bouwsector draait op illegalen uit Mexico. Wat niet formeel geaccepteerd wordt, zal vroeg of laat als een realiteit moeten worden erkend.”

Ed Lof is zich bewust van zijn immigratieparadox: het pleiten voor een opendeurbeleid naar nieuwkomers toe, terwijl een massa jonge immigranten nu al doelloos rondhangt. “Er zijn sociale spanningen ontstaan omdat we de kinderen van onze vroegere gastarbeiders niet geïntegreerd of liever geëmancipeerd hebben. Sommigen verwachten dat het probleem zichzelf oplost, omdat deze werklozen de banen zullen invullen die vrijkomen door de vergrijzing. Ik betwijfel dat deze jongeren nog tien jaar kunnen wachten. In hun maatschappelijk isolement zoeken ze financiële zelfstandigheid en zelfrespect in de informele economie of in de criminaliteit. Dat wakkert bij de enen racistische gevoelens aan, bij de anderen afweermechanismen tegenover onze cultuur. We kweken krampachtige reflexen om de waarheid niet onder ogen te moeten zien.”

ERIK BRUYLAND

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content