Multipandemie

Marc De Vos © Marc De Vos

De mensheid leeft al bijna een jaar onder een officiële pandemie. We staan er nog middenin, maar we weten al dat de passage van het coronavirus de wereld fundamenteel verandert. Het was snel duidelijk dat corona de genadeslag betekent voor de globalisering. De onderliggende liberaal-democratische waarden, de mondiale instellingen, het geloof in vrijhandel, het leiderschap van de Verenigde Staten: ze waren allemaal tanend en zijn nu in verval. In plaats daarvan staan autoritarisme, regionalisme, etatisme, nationalisme en geopolitieke concurrentie. Zelfs de Europese Unie, de wereldleider in Europese globalisering, tekent voor een planeconomie en strategische autonomie.

Er zal een heus relancemirakel nodig zijn om na de spontane heropleving het tij van onze welvaartscreatie positief te keren.

Minder globalisering, minder economische samenwerking en minder gedeelde welvaart, betekenen meer conflict en meer ongelijkheid. In de wedloop voor vaccinatie is het eerst ieder voor zich, daarna ieder zijn eigen exportmarkt en vaccindiplomatie, en pas daarna de zwakke en de arme landen. De wereldorde verliest cohesie op het moment dat die hard nodig is, voor virusbestrijding, voor de mobiliteit en voor het klimaat. Ook in Europa, in het kielzog van de brexit.

Inzake volksgezondheid is de pandemie gemuteerd in een multipandemie. Niet alleen zal het virus een bittere tol van doden en chronisch zieken nalaten. De strijd tegen corona verdringt ook de algemene gezondheidszorg, in middelen, in capaciteit en in de keuzes van patiënten en artsen. Volgens de Verenigde Naties heeft dat al meer dan 2 miljoen doden veroorzaakt, niet veel minder dan de pandemie zelf. Hoe diep de coronalittekens in het menselijke welzijn en in de mentale gezondheid zullen zijn, is nog maar de vraag.

In 2020 kostte de combinatie van corona en coronabestrijding de wereldeconomie 114 miljoen voltijdse banen. In 2021 ziet de Internationale Arbeidsorganisatie nog eens 90 tot 130 miljoen banen bedreigd. Die impact op de werkgelegenheid is meer dan vijf keer zo groot als tijdens de financiële crisis van 2009. Dat betekent een grootschalige verarming, waarvan altijd en overal de meest kwetsbare groepen het grootste slachtoffer zijn. En dat ondanks een mobilisatie van overheidsgeld zoals we die in vredestijd nog nooit hebben gezien.

Die overheidssteun betekent dat de coronapandemie eindigt in een schuldenpandemie. Vele landen – België inbegrepen – zullen de pandemie verlaten met een schuldgraad die in normale tijden een kredietcrisis zou betekenen. Of die normale tijden snel, ooit of nooit terugkeren, en voor welke landen, is voer voor discussie onder economen. Maar we kennen wel de neveneffecten van schuldenpolitiek: zwaarlijvige overheden, gepolitiseerde centrale banken, grote vermogensongelijkheid, opgefokte beurzen en in het algemeen een diepe verstrengeling van economie, overheid en politiek.

Voorspelt die realiteit een nieuw elan of een nieuwe handicap voor onze toekomst? De groei van de productiviteit, nog altijd de beste maatstaf voor economische dynamiek, valt al een paar decennia tegen. Nu een paar miljarden kinderen en scholieren schoolachterstand oplopen, nu overheden massaal failliete bedrijven en sectoren overeind houden, nu de handel stremt en honderden miljoenen gezinnen een loopbaaninfarct oplopen, zal een heus relancemirakel nodig zijn om na de spontane heropleving het tij van onze welvaartscreatie positief te keren.

Dat voert ons terug naar die nationale overheden. Vechtend voor zichzelf. Zoekend naar de groeiknop die niet bestaat. Goed bestuur zal het verschil maken. De samenleving, het reservoir aan leiderschap, het engagement en vertrouwen in de bevolking zullen dat ook. Hoe komen democratische regimes daarin corona te boven? En wat met die verdeelde democratie genaamd België?

De auteur is decaan aan de Macquarie University in Sydney en visiting fellow bij de denktank Itinera. @devosmarc

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content