Monogaam geboren

Sedert begin dit jaar lijkt Agfa bezig aan een helletocht waarbij slecht nieuws mondjesmaat de krantenkolommen haalt. De omzet- en winstverwachtingen werden bijgesteld, de verkoop van de afdeling Consumer imaging mislukte en binnen het directiecomité rommelde het zo hard dat een wissel aan de top noodzakelijk bleek. Een insider zegt zelfs onomwonden dat Agfa-Gevaert in het verleden “blunders” heeft gemaakt: “Niemand heeft ooit begrepen waarom de fotoafdeling plots buiten moest. De grote verdediger van de strategie ( nvdr – Seeger) vertrok dan maar zelf.”

Bij investeerders en analisten bestond er aanvankelijk enige twijfel over het nieuwe gezicht. Zegt Verhoeven: “Voor hen was ik een onbekende figuur, al jaren bij Agfa en dus te conservatief, niet jong genoeg en jobhopping is me helemaal vreemd. Maar ja, van paus Johannes XXIII dacht ook iedereen dat hij een overgangspaus was, terwijl hij vandaag geldt als de grote hervormer.”

De vakbonden beschouwden de Belgische nationaliteit van Verhoeven dan weer als een voordeel. Het lijkt immers onvermijdelijk dat er zal worden gesnoeid in het personeelsbestand. De bonden redeneren dat een Belg meer oog heeft voor de ruim 5000 Belgische koppen onder de 22.000 Agfa-werknemers. Verhoeven zelf relativeert zijn afkomst liever. “Ik kom uit Baarle-Hertog. Daardoor ben ik sowieso al een grensgeval.”

Verhoeven is op carrièrevlak merkwaardig monogaam gebleven. Hij begon in 1973 _ toen de inkt van zijn doctoraat nog nat was _ bij Agfa en ging er nooit meer weg. Wat voorafging, was een Grieks-Latijnse vorming in Hoogstraten en een ingenieursopleiding (1964-1969) aan de KU Leuven. De tijd van de studentenrevoltes. “Natuurlijk was ik er ook actief bij betrokken,” lacht Verhoeven. Maar ook daar bleef hij in de schaduw van studentenleiders als Paul Goossens en Wilfried Martens.

Verhoeven begon zijn Agfa-era op de researchafdeling. Al vroeg kwam hij echter op een lijstje van potentiële topmanagers te staan. Na een gesprek met André Leysen vertrok hij in 1979 naar een centrale groep die zich tijdens herstructureringen bezighield met de controle op financiën en de productieprocessen. “Een goede manier om het bedrijf te leren kennen,” blikt hij terug. Een paar jaar later klom Verhoeven in de hiërarchie en deed in de Amerikaanse tak van Agfa managerservaring op. In 1988 kwam hij terug naar Mortsel om er de productie van de grafische divisie te leiden. In 1989 werd hij in Leverkusen ‘patron’ van de filmdivisie en sinds 1997 zetelt hij in het directiecomité.

“Bedrijfsleiders worden al te vaak opgevoerd als publieke figuren,” mijmert Verhoeven. “In de eerste plaats zijn we toch vakmensen met een grote verantwoordelijkheid. En al vergt een beursnotering meer communicatie, ik sta zeker niet graag op de barricaden te springen.”

De analisten kennen hem intussen wel. Verhoeven weet wat de markten en producten zijn, zo stellen ze. De nieuwe CEO lijkt vergroeid met Agfa, maar geeft ook blijk van visie op de toekomst.

En ondanks zijn barricadenschroom is hij, naar verluidt, erg open tegenover investeerders. “Dat moeten we ook doen,” beklemtoont hij. “Ik vind dat we in onze communicatie te lang te optimistisch zijn geweest. Het is goed om dromen te hebben, maar je moet ze ook kunnen realiseren.”

Verhoeven wil niet natrappen, maar zit duidelijk met een lastige erfenis. De drie takken van de groep _ Grafische beeldvorming, Consumer imaging en Technische beeldvorming _ zag zijn voorganger als drie aparte entiteiten, terwijl de nieuwe CEO meer gelooft in de synergie tussen de divisies. En dus werd Consumer imaging, waartoe de traditionele filmrolletjes behoren, uiteindelijk toch maar niet verkocht aan de Amerikaanse investeringsgroep Schröder Ventures. Hoewel dat volgens Verhoeven nog niet betekent dat de afdeling nu opnieuw tot Agfa’s kernactiviteiten behoort. “We hebben vooral last van de slabakkende conjunctuur en de versnelde digitalisering van de fotografie. We zijn ervan overtuigd dat we de filmrolletjesdivisie rendabel kunnen runnen. Maar als het gaat om investeringen, zien we onze toekomst vooral in de medische beeldvorming.”

Verhoeven en zijn directiecomité werken dus aan het Horizon-plan. Dat in de tak Consumer imaging gesnoeid zal worden, lijkt duidelijk. Voor digitale scanners en fototoestelletjes, zo gaf Agfa al aan, ligt een uitsterfscenario klaar. Film, fotolabs en finishing lijken wel te zullen overleven. Maar eigenlijk is het plan nog niet klaar. Dus weet niemand precies wat er gaat gebeuren en wachten investeerders gespannen af. Van de inhoud van het plan zal in ieder geval afhangen hoe de beurs op korte termijn tegen Agfa aankijkt. Een sleutelrol is daarbij ook weggelegd voor de participatie die Agfa in het zieltogende Xeikon heeft. “We zullen ook onze participaties bekijken,” geeft Verhoeven toe, “maar Xeikon ligt ons na aan het hart omdat het in onze eigen schoot is ontstaan. We zijn trouwens alleen financiële aandeelhouder en hebben vertrouwen in het nieuwe management bij Xeikon.”

En dan is er nog iets. Twee jaar geleden leidde een vijfkoppig managementteam Agfa. Vandaag telt het directiecomité nog drie leden. Veel te weinig, volgens analisten. Zij zien daarin de oorzaak van de wat schimmige communicatiepolitiek. Het management heeft versterking nodig. “Dat beseffen we terdege,” geeft Ludo Verhoeven toe. “Maar dat lezen we niet graag in de krant.”

Hans Brockmans

Roeland Byl

“Analisten vonden me een onbekende figuur, te conservatief ook. Maar ja, van Paus Johannes XXIII dacht ook iedereen dat hij een overgangspaus was.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content