Misschien geven we beter geen prognoses

Gevallen engel. Ex-beurslieveling. Marc Coucke kreeg de voorbije maanden heel wat naar het hoofd geslingerd over zijn succesbedrijf Omega Pharma. Gelukkig wordt Coucke – naar eigen zeggen – niet vlug kwaad.

Bij Omega Pharma loopt iedereen op eieren, want de jaarresultaten naderen met rasse schreden. Op 13 maart is het zover. Liever geen interview dus, zeker niet na het maandenlange spervuur van verwijten door analisten, media en beleggers. Maar aandringen loont. De kritiek op de bedrijfscommunicatie blijkt een gevoelige snaar te raken. Zodoende: Marc Coucke geeft, exclusief, vóór de resultaten een reactie op die kritiek. Coucke: “Als iemand zegt dat hij geen vertrouwen meer heeft in ons, is dat maar zo. Je kan dat die mens niet kwalijk nemen. Alleen moet je ook de feiten kunnen zien. Wij hebben in de zeer conservatieve OTC-sector ( nvdr – de sector van voorschriftvrije producten in de apotheek) een bedrijf opgebouwd dat nu het nummer 11 in de wereld is. Het is vanzelfsprekend dat, hoe hoger je de lat legt, hoe vaker je die lat een keer mee hebt.

“Omega is, omdat het zo snel is gegaan, een zeer moeilijk te voorspellen bedrijf. Ik ben het er volledig mee eens dat we er alles aan moeten doen om dat te verbeteren. Maar we zijn heel snel gegroeid, soms met 60 % per jaar. Wel, dan kan het al eens een keer minder zijn dan verwacht, en het parcours was inderdaad soms een beetje hobbelig. In 2007 zaten de omstandigheden echt niet mee en daar hebben we iets te weinig proactief op gereageerd. Maar moet dit nu het rampjaar, het annus horribilis, van Omega worden genoemd? 2 % interne groei en 8 % totale groei in het jaar waarin we een puur OTC-bedrijf zijn geworden. God ja, als dat het slechtste jaar is in de geschiedenis van Omega, staan ons waarschijnlijk nog mooie tijden te wachten.”

Welke groei is mogelijk?

COUCKE. “We blijven zeggen dat we gemiddeld 7 % organische groei per jaar willen. Ik vind dat een gezonde ambitie en dat is absoluut haalbaar. Het ene jaar zullen de omstandigheden wat meezitten en het andere jaar vallen ze tegen.”

Het mag wat minder zijn, maar misschien moet u dat wel beter communiceren? Daar is veel kritiek op gekomen.

COUCKE ( zucht). “Heel veel. Omega moet absoluut proberen om beter te communiceren. Wij hebben continu geprobeerd zo goed mogelijk uit te leggen waarmee we bezig waren, maar het is zeer moeilijk om als groeibedrijf te communiceren. Veel heeft met timing te maken. Per definitie wil een winstwaarschuwing gewoon zeggen dat je vorige keer mis was. We hadden hier te maken met de slechtste zomer van de afgelopen twintig jaar. Sorry, maar als je een aantal weersgevoelige producten hebt en het is echt een verschrikkelijke zomer, verkoop je minder. Bovendien werd er voor de eerste keer sinds wij generische geneesmiddelen verdelen, geen enkele beleidsmaatregel genomen om het voorschrijven ervan te bevorderen.”

Welke lessen trok u uit de kritiek?

COUCKE. “De raad van bestuur probeert altijd in alle sereniteit alle commentaar te bekijken, te analyseren en daar eigen conclusies uit te trekken. Welnu, Omega is altijd zo transparant mogelijk geweest, maar we moeten erop letten dat dit zich niet tegen ons keert. Je merkt ook dat een winstwaarschuwing van een ander bedrijf in de krant ergens op pagina zeventien staat. Als wij dat doen, haalt het de voorpagina. Misschien moeten we maar geen prognoses meer geven, dan zijn alle problemen opgelost. Maar dan is Omega natuurlijk Omega niet meer.”

Dat is ook te wijten aan de personencultus die hier meer aanwezig is dan bij vele andere bedrijven. U hebt het bedrijf zijn gezicht gegeven en het sexy gemaakt.

COUCKE. “Dank u voor het woord ( straalt en lacht). Maar toch, toen we met onze omzetwaarschuwing kwamen, las ik ook dat Omega Pharma een onemanshow is. Dat vond ik echt wel beledigend voor de mensen hier.”

Heeft Jan Cassiman al beslissingen genomen waarmee u het niet eens was?

COUCKE. “Absoluut. Dat moet ook, anders had ik even goed zelf kunnen voortdoen.”

Maar u houdt een oogje in het zeil, om in te grijpen indien nodig?

COUCKE. “Neen. Ik ben hier nog wel van ‘s morgens tot ‘s avonds omdat ik de operationele managers zoveel mogelijk steun met ideeën, met brainstorming en de opvolging van de strategie. Maar zij beslissen en voeren uit.”

Hoe wordt intern gereageerd op wat er allemaal is gezegd en geschreven. Neem de kritiek op uw verkoop van aandelen om te investeren in de B2B-dochter Arseus. Zeggen jullie ‘mea culpa’?

COUCKE. “Ik ben ervan overtuigd dat iedereen weet hoe de vork in de steel zit. En dat de mensen die daarop kritiek hebben te kwader trouw zijn. Ik had daarover in juli, dus maanden eerder, al naar de CBFA gebeld en alles is correct verlopen via een lopende opdracht die in tempore non suspecto werd gegeven, maar waarvoor de kennisgeving kort voor de winstwaarschuwing moest worden gepubliceerd.”

Omega Pharma koopt twee miljoen aandelen in. Koopt u ook zelf aandelen bij?

COUCKE. “Neen. Ik zou niet weten met welke middelen.”

Wat maakt u kwaad?

COUCKE. “Quasi niets, hoor. Al zijn er soms dingen waarvan ik denk: ‘verdomme, het is niet eerlijk’.”

Zit Omega Pharma in België aan zijn plafond voor OTC?

COUCKE. “Zeker niet. Wat de verkoop door de apotheker aan de eindconsument in België betreft, waren wij vijf jaar geleden het nummer zeven en vorig jaar nummer twee. Is dat een mooie groei of niet?”

Hoeveel produceert Omega zelf?

COUCKE. “Een derde ongeveer, in zes fabrieken, waaronder onze moderne fabriek in Wevelgem.”

Wil u nog een fabriek neerpoten in andere regio’s?

COUCKE. “Een heel simpel antwoord: neen.”

Voor de grote farmaspelers was OTC lange tijd geen kernactiviteit meer. Waarom is dat opnieuw veranderd is?

COUCKE. “Omdat de groei van OTC wereldwijd gestegen is, en de groei van klassieke farma is gezakt. Nu groeit OTC ongeveer even hard als farma.”

Wat heeft dat betekend voor Omega Pharma?

COUCKE. “Dat we net op tijd groot genoeg zijn geworden. Anders zaten we hier niet. Op een moment dat niemand van OTC moest weten – omdat het segment moeilijke jaren kende en er quasi geen groei was – hebben wij met beperkte financiële middelen in OTC een Europees topbedrijf kunnen uitbouwen. Wij wisten dat OTC door de veroudering van de bevolking een van de sectoren van de toekomst zou worden. Bovendien geloofden we dat de apotheker een groter deel van zijn inkomsten uit OTC zou halen en dat de consument steeds meer houdt van gepersonaliseerd advies. Dat en een groeiend belang van schoonheid, gezondheid, vitamines en voe- dingssupplementen waren duidelijke trends.”

Kan die sprong naar de top vijf nog, nu de grote spelers de OTC-markt liever voor zich houden?

COUCKE. “We zullen onze job perfect moeten doen, maar natuurlijk kan het.”

Organisch of via overnames?

COUCKE. “Een combinatie van de twee. We mogen dan wel geen vijf jaar krijgen zoals vorig jaar toen we met 2 % groeiden.”

Maar zou de overname van Bittner nu nog haalbaar zijn?

COUCKE. “Die zou nu niet duurder zijn, want we hebben er vier keer de omzet voor betaald, veruit onze duurste overname. Maar het was de juiste stap omdat we ook onze stempel zetten op Oost-Europa en de voormalige Sovjetunie.”

U moet ook de andere BRIC-landen aanpakken om echt aan de top te geraken?

COUCKE. “Och ja, maar dat moet je toch stapje per stapje doen. Het is wel mooi dat men al begint te vragen of Omega niet te traag gaat. Wel, we hebben de ‘R’ al en hebben nog een BIC te gaan ( schatert, terwijl hij een balpen in de hand houdt). Maar het is niet dringend. Iedereen is daar al wat aan het rondkijken, dus laat ze maar eerst rustig wat onder elkaar doen.”

Is de OTC-sector cyclischer dan vaak wordt aangenomen?

COUCKE. “Ik denk het niet. We zullen wel zien. Stel dat die recessie er komt, dan kan ik me niet voorstellen dat producten die met gezondheid te maken hebben helemaal vooraan komen in de keten van besparingen.”

Zoekt u grote producten met een bekende naam of toch nog altijd nicheproducten?

COUCKE. “Omega is het bedrijf dat zich op de nichemarkten richt, en met ons middel tegen snurken viseren we weer zo’n heerlijke nichemarkt. Maar ik denk dat we meer en meer klaar zijn om ook een keer in de grote markt te komen, zonder dat er haast bij is. Ik denk dat we na het woelige jaar 2007 met de afsplitsing van Arseus, een nieuw directiecomité en de heisa rond onze communicatie, dit jaar gewoon goed onze job moeten doen. Dat is momenteel belangrijker dan grote acquisities doen.”

Is de balans sterk genoeg mocht een goede acquisitie zich aandienen?

COUCKE. “Voor mooie acquisities is er altijd geld. Dat is een boutade, maar het is wel zo. En onze balans is sterk na de beursgang van Arseus.”

Op die balans staat natuurlijk wel veel goodwill.

COUCKE. “Wat bekeken wordt, is de nettoschuld tegenover de rendabiliteit, de vrije cashflow en de bedrijfskasstroom. En we hebben op de verkoop van Arseus meer dan 70 miljoen euro nettowinst gerealiseerd. Voordien werd gezegd dat er al heel wat goodwill op stond van al die B2B-bedrijven, maar als je daarop al meer dan 70 miljoen euro nettowinst haalt, is onze goodwill wel een zeer zware onderschatting van de echte activa die we hebben.”

Kan u veel geld mobiliseren indien nodig?

COUCKE. “Ik vermoed van wel.”

Via nieuwe schulden of aandelen?

COUCKE. “Dat zullen we dan wel zien. Nieuwe aandelen zouden wel vrij gevaarlijk zijn.”

Bent u nog tevreden over Bittner?

COUCKE. “Die overname was strategisch gezien super, omdat we ook de specificiteit van de groeilanden leren kennen. 2008 wordt een heel belangrijk jaar. Het wordt het jaar van de eerste synergie met Bittner.”

U trekt nu met de Omegaproducten naar Oost-Europa?

COUCKE. “Absoluut, maar altijd een per een.” (T)

Door Bert Lauwers en Daan Killemaes/Foto’s Pat Verbruggen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content