De organisatie van zelfstandige ondernemers Unizo diende vorige week bij de Raad voor de Mededinging een klacht in tegen Banksys, het elektronische betaalsysteem van de Belgische banken. Het aantal betalingen via Bancontact en Proton is dit jaar al spectaculair gestegen, maar Banksys trakteerde de aangesloten handelaren niet op een tariefverlaging. Unizo noemt die handelwijze een “misbruik van de monopoliepositie”. Trends vroeg aan Luc Soete, gereputeerd econoom in de informatietechnologie en verbonden aan de Universiteit van Maastricht, en professor Leo Van Hove ( VUB), specialist in elektronisch geld, of de argumenten van Unizo steek houden.
LUC SOETE ( UNIVERSITEIT MAASTRICHT). “Het bezwaar van Unizo is terecht, want Banksys profiteert optimaal van het feit dat het systeem ingeburgerd is. Maar het monopolie zal hopelijk vanzelf verdwijnen zodra er meer concurrentie optreedt tussen de Europese banken. Daar wringt het schoentje, want er is een schrijnend gebrek aan concurrentie in de banksector, over de grenzen heen dan. Banken uit verschillende lidstaten beconcurreren elkaar nauwelijks. Alleen het Amerikaanse Citicorp tracht op de hele Europese markt een stek te veroveren, iets wat ook geldt voor ABN Amro, maar dan alleen in het segment van de businessklanten.
“In elk land is de kostenstructuur van de banken een functie van het aantal klanten binnen de nationale grenzen. Zolang het gros van de transacties tussen die eigen knusse klantengroep gebeurt, zijn de Europese banken niet geneigd om grote grensoverschrijdende overnames te doen, ondanks de invoering van de euro. Die klantenbasis doet kleine banken zoals KBC overleven. Waarom, zo redeneren de banken, zouden we kosten maken om grensoverschrijdende elektronische systemen op te zetten, kosten die verhaald moeten worden op de meerderheid van de nationale klanten?
“Wat de betaalsystemen betreft zijn er nochtans enorme schaalvoordelen te realiseren in Europa, alleen is de dienstverlening afgestemd op de nationale klanten. In het Academisch Ziekenhuis van Maastricht bestaat het personeel voor de helft uit Belgen. De meesten halen hun loon cash af bij een Nederlandse bank en storten dat bij hun bank in België weer op de rekening. Tot 1 juli was die handelwijze goedkoper. Met de nieuwe Europese richtlijn, die stelt dat de aangerekende kosten door de bank voor alle EU-klanten gelijk moeten zijn, zal de klant meer grensoverschrijdende transacties doen, en zullen de banken wel moeten volgen. Ik zie het banklandschap dan ook snel evolueren naar vier tot vijf grote Europese banken. De EU-richtlijn geeft het Europees denken een sterke aanzet.”
TRENDS. Is er dan ook plaats voor verschillende elektronische betaalsystemen?
LUC SOETE. “Een betaalsysteem is een netwerksysteem. In het extreme geval is er één dominant systeem dat de rest van de markt duwt, zoals Microsoft Windows kon doordrukken. Maar zelfs dan stelt de voorthollende technologie, of de wensen van de klant, die standaard steeds weer in vraag. De beleidsmakers moeten er gewoon voor zorgen dat er concurrentie mogelijk blijft en dus dat de systemen open staan voor alle gebruikers. Dan is er in Europa plaats voor twee à drie systemen, net zoals dat het geval is in de markt voor kredietkaarten.”
LEO VAN HOVE (VUB). “De schaal- en netwerkeffecten maken van de marktmacht van Banksys – of van Interpay in Nederland, waar de situatie perfect vergelijkbaar is – een natuurlijke toestand, die echt efficiëntieverhogend werkt. In betalingsverkeer is samenwerking onvermijdelijk.”
Als er een natuurlijk monopolie bestaat, hoe hou je dan de kosten in de hand?
LEO VAN HOVE. “De tarieven van Banksys kan je alleen afzetten tegen de ervaringen in andere landen en dan blijkt Banksys goedkoper te zijn. Het nadeel van een situatie met maar één dominante speler, is echter het gebrek aan transparantie, onder meer in de kosten.
“In Nederland is naar aanleiding van de invoering van de euro een breed maatschappelijk debat op gang getrokken. Basis is een rapport door de Nederlandse centrale bank in overleg met de banken, de consumentenbond, de grote gebruikers van betaalverrichtingen, de handelaars enzovoort.
“Een van de merkwaardige aanbevelingen is om de acquiring ( nvdr – de relaties met de handelaren) niet langer in handen te laten van Interpay, maar aan de individuele banken te geven. De handelaar zou voor zijn transacties terechtkunnen bij één aanspreekpunt, een bank. Zoals nu het uitgeven van de kaarten ook niet in handen is van Banksys, maar van de individuele banken. In principe speelt daar de concurrentie. De banken zouden dan zelf actief de baan opgaan om nieuwe handelaars te werven. Nu hebben de handelaars een contract met Interpay – zoals met Banksys in België. Dan zal de handelaar gewoon een contract hebben met zijn bank. Door van bank te veranderen zou je banken tegen elkaar kunnen uitspelen en op die manier een lagere prijs bedingen. De banken zouden de netwerkdiensten inkopen bij dealers. In Nederland zou dat Interpay zijn in het begin, maar in de toekomst zou dat kunnen veranderen.
“Interessant is dat de Nederlandse vereniging van banken ermee akkoord gaat dat de acquiring naar de banken verschuift. Of er ook nummerportabiliteit komt – het meenemen van zijn bankrekeningnummer naar een andere bank – is nog de vraag. Dat ligt technisch moeilijk.
“Een andere mogelijkheid die het rapport suggereert is het tegen vergoeding toelaten van derden op het bestaande netwerk – naar analogie met wat in de telecomsector gebeurt.”
Bruno Leijnse, Daan Killemaes [{ssquf}]