Minder Mars, meer Neptunus

De generaals verdwijnen, de scheepskapiteins maken hun opwachting bij Vickers. Paul baron Buysse leidt een onderneming zuchtend onder de glorie van het Britse imperium. Doortastend saneert de Vlaamse CEO het engineeringconcern. Bijna een kwart van het personeel wordt naar huis gestuurd, een tankfabriek gaat dicht, 21 acquisities worden voorbereid, 338 miljoen pond cash ligt klaar, drie van de zes divisies zijn verkocht. The City applaudisseert voor Paul Buysse.

Londen.

Als Paul baron Buysse ‘s maandags om 8.00 uur lokale tijd per VLM – zijn vaste zetel is A 1 – arriveert op London City Airport, staat een zilverkleurige BMW klaar. De stal Rolls-Royces van Vickers is opgekuist. De prestigieuze divisie werd in de lente verkocht aan de Hunnen, als je de Londense volkskranten mocht geloven.

“Nooit heb ik zo’n emotionele algemene vergadering meegemaakt,” blikt Paul Buysse terug. “In de kranten werd op demagogische wijze gehetzt tegen een logische industriële herpositionering. ‘t Was alsof de Stuka’s opnieuw opdoken boven de krijtrotsen van Dover.” Vickers, dat in 1828 bij Sheffield ontstond – de toenmalige staalmetropool van de wereld -, zit tjokvol met prestigieuze daden en producten. De Spitfire groeide op de tekenplanken van haar professoren Zonnebloem & Co, drie vierde van de schepen gebruikt door Private Ryan en zijn medekrijgers bij de bevrijding van Europa gleden van de werven van het imperiale concern, het God Save the Queen klonk bij de doop van tanks, kanonnen en gevechtsvaartuigen.

Paul Buysse wandelt lichtvoetig over de museale kantjes van de onderneming. In de board room, een beschermd monument, organiseerde hij na de succesvolle verkoop van Rolls-Royce (voor 478 miljoen pond of 28 miljard frank aan Volkswagen) een party voor de honderd stafmedewerkers met blauwe en witte ballonnen (de kleuren van Vickers), Cubaanse muziek, Belgische chocolade en Stella. Paul Buysse: “De verwachtingen moeten worden opgetrokken, het enthousiasmeren, het binnenbrengen van een dosis passie zijn mijn taken.”

De emotionele intelligentie

van CEO Buysse is onklopbaar; de Antwerpenaar Marcel Klepfisch, een oud-medewerker van BTR-Hansen Transmissions, is zijn nieuwe cijferman en business development director. Paul Buysse was executive director van BTR.

Paul Buysse: “Veertig procent van de omzet van BTR werd verkocht, Vickers verkocht 35% en werkt voort op drie sectoren: defensie, maritieme producten en turbinecomponenten. Ik wil de omzet opnieuw doen klimmen van 700 miljoen pond naar 2 miljard pond in 2002, dan zijn we een gemiddeld grote onderneming op wereldvlak. Ik mik erg op de expansie in de zeewaartse activiteiten, dus in de cruisemarkt, de offshore, de snelle schepen en de watergebonden transportsystemen. De Kamewa Division is zeer belangrijk, we willen wereldleider zijn in de maritieme aandrijfgroepen. Ook moeten we sterker staan in Azië en de VS.”

Wapenfeiten

Tanks kunnen zware explosies opvangen en blijven voortrollen. Dat is het beeld bij Vickers. Enkele wapenfeiten van de CEO sedert zijn aantreden op 1 mei 1998:

22% van de werknemers verdwijnt;

de tankfabriek van Leeds wordt gesloten;

21 acquisities en samenwerkingsverbanden zijn gepland;

de Italiaanse bouwer van luxejachten, Riva, werd in augustus verkocht;

programma’s zijn in uitvoering om de productie per capita te doen stijgen;

dertig nieuwe managers zijn aangeworven, Buysse bouwt zijn eigen team;

de scheepvaartdivisie krijgt een eersterangsrol (zie kader: Meerminnen en motoren);

overnames van elektrische controlesystemen voor de brug van schepen staan in de steigers;

de kordate aanpak waarborgt een goed tweede halfjaar, kondigde de CEO aan tijdens zijn eerste ontmoeting met financiële analisten op 17 september.

Sandy Morris van ABN Amro Hoare Govett: “Met de mededeling dat er zwaar zal worden gesaneerd, heeft baron Buysse de problemen van Vickers bij de nekharen gegrepen. Cutting 22 per cent of the workforce is not mucking about.”

De positieve punten

van Vickers, somt Paul Buysse op, zijn: een onvoorstelbaar sterke naam; een diepe herschikking van de portefeuille ( Medical,Cosworth – auto-onderdelen – en Rolls-Royce vlogen buiten); een sterk management; voldoende investeringen. De zwakke punten van Vickers zijn: de cultuur van een zeer groot bedrijf; een kaduuk rapporteringssysteem; een zwakke operationele efficiëntie. Paul Buysse: “Vickers is kwetsbaar voor een overname, want heeft veel liquide middelen en is van een overneembare taille. We willen echter niet worden opgeslorpt met het pistool tegen de slapen. Mijn prioriteiten zijn een perfecte rapportering tegen einde 1998, wat een cultuuromslag betekent; het enthousiasmeren van de jonge generatie; het versterken van de divisies. Eenentwintig serieuze overnames of allianties zitten in de kartons en binnen het jaar moeten de besprekingen vruchten afwerpen. We sluiten fabrieken, er zijn er die maar op 32% van hun capaciteit draaien. Onze marges moeten dringend worden verbeterd. Ik ben een zeer grote fan van margecontroles, daarmee meet je meteen je winstgevendheid. Onze aankopen moeten worden herbekeken. Vickers koopt voor 500 miljoen pond aan. Als ik daar 5% wegsnij, dan stijgt mijn resultaat met een klap.”

Britannia rules the waves

Vroeger bezette Vickers alle 29 verdiepingen van Millbank Tower, dicht bij Westminster Abbey. Vandaag huist het bedrijf alleen nog in de drie topverdiepingen. Kostenplaatje: 1,2 miljoen pond per jaar, een uitgave die niet meer past bij de gekrompen afmetingen van het concern. Vickers verhuist naar een gerenoveerd pand in de buurt, nog dichter bij de studio van Paul Buysse in Pimlico.

Paul Buysse verwacht een consolidatie van de Britse en de Europese defensienijverheid: “Het leger zal taken afstoten naar toeleveranciers van systeemcontroles, onderhoud en voorraadbeheer. Groot-Brittannië zal wel geld blijven uitgeven voor een leidinggevende militaire positie in de wereld. Maar de defensienijverheid van Groot-Brittannië zal krimpen. De grote contracten lopen op hun einde.” Aérospatiale, Lagardère en British Aerospace neigen naar elkaar toe.

Vickers is leidinggevend

in gevechtstanks en beëindigt het programma van de Challenger II in 2001. Het Britse leger kocht 386 Challengers voor 1,5 miljard pond. De taaie gevechtsdieren worden echter minder populair, het tankorderboekje van Vickers is witjes. Kapitein Filip Oosterlinck van de Koninklijke Militaire School is een Belgische specialist van de gevechtstanks: “De trend in het westen is vrij eenduidig. De legerstaven, hierbij aangespoord door hun zuinige ministers van Defensie, geven de voorkeur aan snelle interventietroepen, dat wil zeggen, gemakkelijk vervoerbare eenheden met lichter materiaal. De gevechtstank past minder in een leger met een grotere internationale mobiliteit.” Vickers exporteert nu defensieproducten naar Qatar, Saudi-Arabië, Griekenland en Zuid-Afrika en heeft een potentieel orderboekje van 5 miljard pond.

Heeft Vickers een Agusta-verleden? Paul Buysse: “We hebben nooit een aanvaring gehad over steekpenningen. Never ever. De meeste contracten ontstaan in samenwerking met de Britse regering en dat laat niet veel sjoemelmarge toe, omdat het parlement hier zijn controletaak ter harte neemt.”

De jongste dagen is de concentratie in Groot-Brittannië een stap dichterbij gekomen. De Britten GKN en Alvis fuseren hun tankproductie. GKN is lid van Euroconsortium met het Franse Giat en het Duitse ARGE-GTK. GKN en Alvis zijn complementair aan de Challenger II. Niet uitgesloten is dat Vickers in de dans springt om een tegenbod te doen op Alvis. Alvis zou een prijskaartje hebben van 140 miljoen pond, minder dan de helft van de cash voor acquisities van Vickers.

Paul Buysse: “De aandeelhouders zijn niet al te happig op het geld te besteden aan defensie. Defensie draagt voor de helft bij tot de omzet, de drie divisies leveren echter elk een derde van de winst op, voor uitzonderlijke inkomsten. Ik betaal geen premie in een biedoorlog voor Alvis. Dat vernietigt shareholder value op een ogenblik dat we het vertrouwen van de beleggers, na onze herstructureringen, kunnen gebruiken.”

Raid

De koers van Vickers zakte met een derde sedert mei 1998, ondanks een raming van 90 pence cash per aandeel. De Financial Times schrijft: ” With or without its battle tanks, Vickers no longer looks impregnable to a hostile bidder.” De aandelen van alle Britse engineeringbedrijven werden substantieel goedkoper, BTR daalde over de jongste maanden van 400 naar 107 pence. De prijzen worden aanlokkelijk voor raids. “Ik ben me zeer bewust van de mogelijkheid dat er een bod komt. De fusies zullen echter als trend minder vijandig worden, want meer rekening zal worden gehouden met corporate governance. Door overtuiging zal worden getracht de aandeelhouders om te buigen, dus een fusie dient aanwijsbaar meer value te scheppen,” meent Paul Buysse.

Het sterke pond

leidde op twee jaar tot een concurrentiële handicap voor de Britse industrie van 19%. “De nettomarge in engineering staat sterk onder druk evenals de aandelenkoersen van alle engineeringbedrijven, dus is onze situatie moeilijk,” weet Paul Buysse. “In een eerste vlaag werd veel competitiviteit verloren, in een tweede vlaag werd snedig gereageerd door meer uitgaande investeringen voor onder meer componenten: in India, Polen, Roemenië.”

Korea en Japan raken Vickers niet, de onderneming is slechts voor 6% Azië-gevoelig. “Ik ben niet pessimistisch, want de Aziaten hebben geproefd van de welvaart en zullen zich dubbel plooien om een goed niveau te behouden of terug te winnen. Met de dramatische inzinking van hun munten zullen zij zich uit het diepe gat exporteren,” denkt Paul Buysse. “Acquisities ginder kunnen vandaag, twee jaar geleden niet; de Aziatische ondernemers zingen een toontje lager. Ik zie wel twee problemen, hoe groot is de financiële draagkracht van die ondernemingen en wie zijn de aandeelhouders? Dat is ginder in dat ruwe en beginnende kapitalisme niet zo duidelijk.”

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content