“Mijn vader stippelde een leerplan uit”

Karl Huts is niet alleen de zoon van Katoen Natie-baas Fernand Huts. Als manager groene energie brengt hij zelf ook heel wat teweeg in het bedrijf. Zijn weg naar de top blijft niet onopgemerkt.

Eerlijkheid is een mooie eigenschap voor een leader of tomorrow. Zonder blikken of blozen geeft Karl Huts van Katoen Natie toe dat hij niet alleen vanwege zijn eigen verdiensten in de Trends-lijst is opgenomen. Zijn positie als zoon van de grote baas, Fernand Huts, speelt hem in de kijker. “Er zijn talloze ondernemers die meer hebben verwezenlijkt dan ik. Ik heb niet met eigen handen iets uit de klei opgebouwd. Maar dat is dan maar zo.”

Toch heeft hij als 33-jarige zijn stempel al gedrukt op een aantal afdelingen in de logistieke onderneming. “Mijn vader stippelde acht jaar geleden een leerplan voor me uit”, blikt Huts terug. “Ik begon helemaal onderaan in het magazijn, onder de hoede van een ex-militair die me niet anders behandelde omdat ik het zoontje van de baas was. De eerste dag kafferde hij me publiekelijk uit omdat ik een kwartier te laat was. Hij leerde me hard te werken en respect op te brengen voor iedereen.” Na ongeveer een halfjaar kreeg Huts de verantwoordelijkheid over een magazijn in Arles, waar hij de vinger op enkele pijnpunten wist te leggen en ze vervolgens wegwerkte.

De transformatie van vloermedewerker tot manager die de afdeling herstructureert, herhaalde zich nog een paar keer. “Zo was ik op de transportafdeling als dispatcher begonnen, maar ik vond dat die dienst beter kon. Ik veranderde de manier van werken en gooide de rapportering om, vooral door vragen te stellen.” Ook harde beslissingen omzeilt hij niet. Zo gooide hij na een overname en integratie van een Amerikaans bedrijf de baas van die onderneming eruit omdat die aan de drank zat, en bedankte hij de boekhouder en twee bedienden.

Vandaag leidt Huts de divisies groene energie en aankoop rollend materieel. Een andere grote uitdaging: de voorbereiding van zijn huwelijk in april. Ooit hoopt hij zijn vader op te volgen aan de top van het bedrijf, dat met 9300 mensen ongeveer een miljard euro omzet draait. “Ik besef dat ik er nooit helemaal klaar voor zal zijn. Toch zal ik op een bepaald moment moeten springen, zoals ik al eerder in kleinere functies deed.” Sinds kort weet hij dat hij op versterking zal kunnen rekenen. Zijn broer werkt nu ook in het bedrijf.

Mijn mentor. “Mijn vader heeft me altijd in afdelingen geplaatst die hij zelf opvolgde. Door rechtstreekse rapporteringen kon hij me coachen en met honderden vragen uitdagen.”

Mijn fouten. “Ik maak constant fouten. Dat merk ik wanneer ik na het werk met de wagen naar huis rijd. Ik stel me dan steeds dezelfde vragen: wat had ik anders kunnen doen?”

Mijn geloofwaardigheid. “Ik heb geloofwaardigheid opgebouwd door in meerdere afdelingen helemaal onderaan te beginnen. Mensen kennen me en weten dat ze me geen oor moeten aannaaien.”

HANS HERMANS EN BENNY DEBRUYNE