Metamorfose van een havenaannemer

Ooit had Aannemingen Van Wellen zowat het monopolie in de Antwerpse haven. Na de overname door CFE sukkelde het in het rood. Nu doet Van Wellen alle werken, overal en voor iedereen. Met winst.

De naam Van Wellen klinkt als een klok in de Antwerpse haven. Maar dat is niet echt de bedoeling meer. “Dit jaar halen we 75 miljoen omzet en hebben we positieve winstcijfers”, zegt gedelegeerd bestuurder Yves Weyts. “Dat is gelukt door ons profiel van havenaannemer radicaal bij te sturen. Vandaag is in die niche amper omzet te halen, behalve als je toegeeft op de marges. En daar doen we niet aan mee. Niet meer, tenminste.”

Netwerk

Ooit was het bedrijf van de broers Jos en Roger Van Wellen promotor en aannemer van gebouwen en wegen in het Antwerpse havengebied. In 2006 werd de aannemingstak verkocht aan CFE, de in Brussel genoteerde dochter van de Franse bouw- en ontwikkelingsgroep Vinci. CFE is het moederbedrijf boven onder meer de baggeraar DEME. De onderneming draait een omzet van 1,8 miljoen euro.

Na de verkoop van de aannemingstak bleven de broers Van Wellen voor eigen rekening actief in projectontwikkeling. Dat was een logische beslissing aangezien ze een groot netwerk hadden, dat ze konden inzetten. Ondanks hun aanwezigheid met de merknaam Van Wellen op de markt behield ook Aannemingen Van Wellen zijn naam. “We behouden onze identiteit. Het is een sterk merk. Bij verwarring zetten we de puntjes op de i”, verklaart Yves Weyts.

Hij nam in 2010 de touwtjes in handen bij Aannemingen Van Wellen. Daarvoor was hij communicatiedirecteur van CFE. “Het wegvallen van de contacten van de broers Van Wellen was een groot nadeel voor ons. CFE zocht en vond in eigen huis een Antwerpenaar om een nieuw commercieel en maatschappelijk netwerk te ontwikkelen.”

Weyts trof een bedrijf met 60 miljoen omzet en 3 miljoen verlies aan, terwijl de dochters van CFE geacht worden zelfbedruipend te zijn. “Bij het uitbreken van de crisis in oktober 2008 was het orderboekje plots leeg”, legt Weyts uit. “Er werden werken aangenomen tegen paniekprijzen. We waren een bedrijf met één product voor één klant in één bepaalde regio: een wegenbouwbedrijf in de Antwerpse haven. Commercieel was dat niet echt verstandig. Bovendien stopten onze klanten in de haven door de crisis al hun investeringen in infrastructuur plots in de koelkast.”

In 2011 boekte Van Wellen voor het eerst opnieuw winst: 2 miljoen op een omzet van 67 miljoen euro. Behalve in de haven van Antwerpen werd het ook actief in Zeebrugge en Gent. In Antwerpen bouwt het onder meer nog mee aan terminals voor Katoen Natie, het museum van de Red Star Line, kantoren voor de rederij Grimaldi en de containerbehandelaar DP World. De onderneming heeft bovendien de kaart van de diversiteit getrokken. Ze bouwt nu ook buiten de havens. De afdeling algemene bouwwerken is een sterkhouder geworden. Ze is actief in residentiële projecten (rust- en verzorgingstehuizen, appartementen) en scholen. Zo werkt Van Wellen in Knokke mee aan het project La Reserve. Het was ook de aannemer van het prestigieuze Finis Terrae-complex.

Infrastructuur

In tegenstelling tot vroeger werkt Van Wellen vandaag voor meer dan 60 procent voor overheden. Het legt nu ook rioleringen en spoortrajecten aan. Hoewel het wegvallen van de Oosterweelverbinding een opdoffer was (zie kader Verloren verbinding), investeert Van Wellen nog sterk in infrastructuurwerken. Dit jaar heeft het moederbedrijf CFE een tak Spoor & Wegeninfra opgericht onder de verantwoordelijkheid van Yves Weyts. De afdeling boekt, in tegenstelling tot de bouwpoot van CFE, een positief resultaat.

Aannemingen Van Wellen bouwde onder meer aan de Diabolo-spoorlijn. Het bedrijf is lid van een van de vier consortia die geselecteerd zijn voor de Limburgse noord-zuidverbinding, waarvan de kostprijs wordt geschat op 345 miljoen euro.

Frivoliteitjes schrappen

Nu het bedrijf uit Kapellen weer op de rails staat, zoekt het twintig nieuwe medewerkers om het personeelsbestand van 270 mensen uit te breiden. Dat blijkt niet makkelijk, hoewel er vlakbij regio’s met hoge werkloosheidscijfers liggen, zoals Antwerpen en Borgerhout.

“Laaggeschoolden zijn ook welkom. We voorzien een opleiding”, stelt Weyts. “Er klopt iets niet. De mensen hoeven niet eens naar Kapellen af te zakken. Ze worden thuis opgehaald om te werken op werven in de regio.”

Van Wellen werkt bijvoorbeeld aan de Lichttoren die Immpact en BPI optrekken aan het Antwerpse Spoor Noord. Dat gebeurt met een plafondprijs. “We staan bekend als snelle en kostenefficiënte bouwer, omdat we vanaf dag één mee de plannen uitwerken”, zegt Weyts. “Zo kunnen we in een vroeg stadium aanpassingen voorstellen, bijvoorbeeld om onpraktische frivoliteitjes van de architect te schrappen. Optiminderen noemen we dat.”

HANS BROCKMANS, FOTOGRAFIE EMY ELLEBOOG

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content