‘Met tien GSK’s is België uit de problemen’

Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Jean Stéphenne bouwde GSK Vaccines uit tot de wereldleider in vaccins. Nu is de alom gerespecteerde architect van het Waalse sociaaleconomische Marshallplan businessangel en wijze waarnemer van onze economie. “We moeten vooral meer groeipolen als GSK hebben”, is zijn advies.

Jean Stéphenne heeft vorige week de titel van Ridder Commandeur in de Orde van het Britse Rijk ontvangen. Het is een zoveelste bewijs van zijn enorme impact op de ontwikkeling van GSK Vaccines, het vroegere GSK Biologicals, de vaccindivisie van de Britse farmareus GlaxoSmithKline. Een handvol jaren geleden kwam de Britse koningin Elisabeth hem trouwens hoogstpersoonlijk bezoeken in het hoofdkwartier van GSK Vaccines in Waver. Daar is een spectaculaire campus uit de grond gerezen, waar elk jaar 1,4 miljard vaccindosissen van de band rollen. GSK Vaccines is in Waals-Brabant alleen al goed voor 7900 directe banen, maar niemand die eraan twijfelt dat het zonder Stéphenne, ooit door de vakbonden als megalomaan omschreven voor zijn ambitieuze plannen, helemaal anders zou zijn gelopen.

“Ik heb ervoor gevochten”, zegt Stéphenne, die vurig hoopt dat het succes en zijn aanpak van GSK navolging krijgen. “Ik zeg je, als we hier in België tien GSK’s zouden hebben in diverse domeinen, zou België uit de problemen zijn. Neem bijvoorbeeld celtherapie. Hoeveel kleine ondernemingen hebben we niet in Wallonië en in Vlaanderen? Ik heb al aan politici gevraagd wie de moed heeft die te groeperen. Alleen als we ervoor zorgen dat die de kritische massa bereiken, worden ze leiders in hun domein. Dát is het soort beslissingen dat hier moet worden genomen.”

Stéphenne heeft intussen bijna afscheid genomen van zijn GSK Vaccines. Sinds 2012 is hij CEO af, en eind dit jaar stopt hij er ook als consultant. Intussen zijn de leemtes in zijn agenda opgevuld met een rist bestuurs- en investeringsactiviteiten (zie kader Jonge ondernemingen helpen slagen’). Maar ook daarbuiten is zijn moreel gezag nog groot. Stéphenne groeide uit tot een spil van het Waalse bedrijfsleven en trok aan heel wat politieke touwtjes. Zijn netwerk reikte tot in de hoogste federale en regionale regionen. Onverzettelijk blokkeerde Stéphenne als voorzitter van de Waalse werkgeversfederatie UWE ooit de eis van de vakbonden om de 32-urige werkweek in te voeren. Later gaf hij de aanzet voor het Marshallplan om de Waalse economie een nieuw elan te bezorgen (zie kader Banen zeggen niet alles).

Het Marshallplan werkt wel, maar vordert traag.

JEAN STÉPHENNE. “Ja, je kunt altijd zeggen dat het sneller zou moeten gaan, maar het plan is nog niet zo oud. Bovendien neemt technologische innovatie nu eenmaal vele jaren in beslag. Dat moet je accepteren. Neem Nanocyl, de producent van koolstofnanotubes waar ik voorzitter van ben. In zo’n bedrijf in de materialensector neemt de cyclus van ontwikkeling, van idee tot marktintroductie, al gauw vijf tot zes jaar in beslag. In farma spreek je zelfs over tien tot vijftien jaar. Ik stel ondertussen wel vast dat het aantal banen in biotech en farma in Wallonië de jongste tien tot vijftien jaar gestegen is. In kmo’s is het zelfs verdubbeld. En als je het verder ontleedt, merk je dat bedrijven die in het Marshallplan zitten, veel sneller groeien dan andere.”

Bent u tevreden over de resultaten van het plan?

JEAN STÉPHENNE. “Zeker. Een voorbeeld: het grote Amerikaanse investeringsfonds Massachusetts Life Sciences Center heeft twee Waalse bedrijven, Promethera BioSciences en Coris BioConcept, geselecteerd om samen met Amerikaanse technologiebedrijven producten te ontwikkelen. Ik zeg al dertig jaar dat België niet de beste arbeidsvoorwaarden biedt, dus moet je gaan voor producten met een hoge toegevoegde waarde, gebaseerd op innovatie. En in innovatie zijn we nog altijd beter dan de Chinezen en andere Aziaten.”

Hoe scoort Vlaanderen volgens u met zijn steun aan de economie?

STÉPHENNE. “Vlaanderen heeft goed gewerkt met instituten als imec en VIB. Maar de overweging zou moeten zijn hoe we allen samen grote spelers als GSK kunnen creëren uit innovatieve bedrijven uit het industriële kmo-weefsel. We moeten sectoren zoeken waarin we leidinggevend willen zijn. Alleen als Vlaanderen, Wallonië en Brussel daarin massaal investeren, creëer je wereldcentra. Het enige dat ontbreekt, is kritische massa. Vandaag werken we alleen vanuit een regionale visie. Dus voor sommige dragende sectoren zou een nationaal marshallplan goed zijn. Daar is iedereen het trouwens al over eens, wat niet vanzelfsprekend is in dit land.

“Neem bijvoorbeeld ThromboGenics, dat met zijn oogmedicijn een geweldige ontdekking had. Maar het is slechts één medicijn. Zeggen dat we in België marktleider in oftalmologie willen worden, is iets anders dan zeggen dat je een spin-off wil creëren rond één product, daarmee succesvol wilt zijn en het dan verkopen.”

Waarop bent u het meest trots?

STÉPHENNE. “Op de verankering van GSK als wereldwijd expertisecentrum voor vaccins hier bij ons. Dat zal er nog decennia zijn. Nu GSK de vaccinafdeling van Novartis overneemt, zal dat de vestiging nog versterken. Het maakt me trots op mijn land en mijn regio.

“GSK kon bestaan dankzij de relaties die ik ontwikkelde met de industrie en met universiteiten. In de farmasector wordt basisonderzoek almaar meer uitbesteed aan universiteiten. Dat is een model dat wij hebben ingevoerd en het wordt voortgezet. Ik heb er ook voor gevochten dat arme landen toegang hebben tot vaccins. Ik heb daarbij het geluk gehad Bill Gates te ontmoeten. Hij begreep het model en steunde het financieel.”

Wat is uw grootste zorg?

STÉPHENNE. “Het baart me zorgen te zien wat in België gebeurt. Hoe meer België verdeeld geraakt, hoe meer het verzwakt. We hebben een grote schuldenberg, jongeren hebben te weinig banen. Dus moet je echt het industriële weefsel versterken. En dan heeft het geen belang welke politieke structuur je hebt. Zonder bedrijven is er geen sociaal welzijn.”

We hebben nu eenmaal onze regio’s.

STÉPHENNE. “In Zwitserland of Duitsland heeft de industrie veel meer succes dan in België. Nochtans is hier de knowhow even groot. Wij hebben niet de beste maatregelen getroffen. We zijn zo bezig met onze communautaire problemen, dat we ons niet met de echte problemen bezighouden. De visie moet wat nobeler zijn dan elkaar de laatste lokale stem te betwisten.”

Hebt u ergens spijt van?

STÉPHENNE. “Neen, ik ben over het algemeen een optimist. Ik betreur alleen dat België in zijn bestaan dag na dag afneemt. De oorlog tussen de gemeenschappen bestaat al sinds de oprichting van België. We slagen er nog altijd niet in dingen samen te doen. En vandaag is de politieke wereld niet klaar om te luisteren. Maar het leven bestaat gelukkig uit actie en reactie. Neem onze exportagentschappen. In China zien ze daar vandaag de Vlaamse minister en morgen de Waalse. Dat zorgt voor een onmogelijke kakofonie. Maar nu lijkt het er toch van te komen dat ze hun acties coördineren. Dat soort wilskracht mankeren we in België. Die moeten we creëren. Het zal uiteindelijk wel positief uitdraaien, maar eenvoudig zal het niet zijn.”

U had in de politiek moeten gaan.

STÉPHENNE. “Dat is een te harde stiel.”

U kunt nochtans mensen overtuigen. U hebt ooit nog de invoering van de 32-urige werkweek geblokkeerd.

STÉPHENNE. “Dat klopt. En de volgende dag werd ik al bij toenmalig premier Jean-Luc Dehaene geroepen om te vragen wat we samen konden doen. Dehaene was een groot staatsman.”

Hoe ziet u toekomst van België?

STÉPHENNE. “Ik geloof totaal niet in het Europa van de regio’s. Dat is onregeerbaar en een illusie. Ondanks alle spanningen kan België blijven bestaan. We moeten niet alles ontrafelen, maar proberen op federaal niveau gemeenschappelijk belangen te vinden. Anders verzwakken we België economisch te veel. Mocht ik nu een internationale investeerder zijn en al die disputen hier zien, zou het me niet bepaald aantrekken om hier aan de slag te gaan.”

Maar ondanks alles blijft u optimistisch?

STÉPHENNE. “België is toch een zeer open land, dat zich aanpast en verandert. In Frankrijk, waar ik ook regelmatig vertoef, is verandering veel moeilijker. Wij hebben een zeer kleine markt, dus zijn we verplicht open te zijn. Dat is de kracht van België, en dat zal zo blijven, ondanks de verdeeldheid.”

Lees ook: Geef Vlaanderen zijn Marshallplan.

BERT LAUWERS

“We zijn zo bezig met onze communautaire problemen, dat we ons niet met de echte problemen bezighouden”

“Ik geloof totaal niet in het Europa van de regio’s”

“In innovatie zijn we nog altijd beter dan de Chinezen en andere Aziaten”

“Het plan van de Vlaamse regering, Vlaanderen in Actie, wordt aangestuurd door te veel ministers”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content