MET SCHRIK EN BEVEN

Op Chinese rijstvelden, Canadese akkers, of Amerikaanse luchthavens: wereldwijd jagen vogelverschrikkers uit het West-Vlaamse Wakken ongewenste gasten weg.

Op de luchthaven van Zaventem gebruiken ze er nog mensen voor, maar op Amerikaanse legerbases, én ook in Kleine-Brogel zijn ze al slimmer geworden. Om vogels weg te houden van de luchthaven worden machinale vogelverschrikkers ingezet. Zij zijn van de hand van de nv Ets. R. Verbrugge-Janssens uit Wakken, deelgemeente van Dentergem. Wereldwijd levert het bedrijf zijn materieel, en bouwde de voorbije decennia een solide en betrouwbaar verdelersnet op. “Bij ons primeert de kwaliteit,” beklemtoont zaakvoerder Monique Verbrugge. “We werken met trouwe klanten, en kunnen specifiek op hun eisen inspelen. Onze distributeur in de Verenigde Staten is al veertig jaar klant bij ons.”

In het productieatelier stapelen zich tientallen kanonlopen in de rekken: uit staalplaten en koper worden de vogelverschrikkers gemaakt. Met behulp van een fles butaan- of propaangas worden knallen veroorzaakt, die de ongewenste vogels wegjagen. Een tijdsklok regelt de insteltijden. Alle kanonnen zijn verplaatsbaar, en wegen gemiddeld tien kilo. “Het grootste deel is standaardproductie,” verduidelijkt Monique Verbrugge. “Maar op vraag van de klant kunnen we kleine, technische wijzigingen aanbrengen.” De productie gebeurt volledig in eigen huis door een dozijn werknemers. De productiemethode is overigens gepatenteerd sinds 1932. Toen stichtte vader René Verbrugge het bedrijf Ets. R. Verbrugge-Janssens. Vandaag wordt het 100%-familiebedrijf geleid door de kinderen Monique en Gabriël. De omzet schommelt jaarlijks rond 20 miljoen frank.

De Belgische markt is voor het bedrijf uit Wakken bijna verwaarloosbaar. 80 tot 95% van de productie wordt geëxporteerd. Verbrugge-Janssens heeft geen filialen in het buitenland, maar werkt uitsluitend met distributeurs. Amerikaanse luchthavens, en dan vooral militaire bases, vormen nog steeds een belangrijk groeipotentieel. Ook de toenemende milieuzorg vormt een markt: vogelverschrikkers worden ingezet om vogels weg te houden van olievlekken op zee, of vervuilde rivieren. Maar vier vijfde van de omzet is nog steeds voor de landbouw besteed. Het overwicht van de landbouw drukt weliswaar op de rendabiliteit. Het hoogseizoen bij Verbrugge-Janssens duurt van april tot juni, maar de productie kan daar niet flexibel op inspelen. “We hebben steeds een grote voorraad,” duidt Monique Verbrugge. “De productie van vogelverschrikkers vergt een grote kennis. Wij hebben personeel dat jarenlang bij ons werkt.”