Met de steun van een topindustrieel

Luc Van Nevel, voormalig CEO van Samsonite, is voorzitter van VLAB (Vlaamse Federatie van Beschutte Werkplaatsen).

TRENDS. Hoe wordt een topindustrieel voorzitter van de federatie van beschutte werkplaatsen?

LUC VAN NEVEL (VLAB). “De sector is me zeker niet onbekend, want Samsonite heeft altijd met beschutte werkplaatsen samengewerkt. Toen Pierre Breyne, ondervoorzitter van VLAB en gedelegeerd bestuurder van dienstencentrum GID(t)S in Hooglede-Gits, me ruim twee jaar geleden vroeg om voorzitter te worden van de federatie, heb ik niet lang getwijfeld. In het begin waren er nog wat mensen die het moeilijk hadden dat het voorzitterschap naar een ex-CEO van een Amerikaanse multinational ging, maar dat is nu voorbij. In Amerika is het overigens de normaalste zaak van de wereld dat industriëlen zich na hun carrière op liefdadigheid storten. In feite was het mijn bedoeling om het wat kalmer aan te doen, maar dat is al valse hoop gebleken.”

Wat hoopt u te bereiken tijdens uw voorzitterschap?

VAN NEVEL. “Of ze het nu willen of niet, de beschutte werkplaatsen moeten mee met de globalisering. Het is duidelijk dat de massaproductie hier definitief verdwijnt. Aanvankelijk waren beschutte werkplaatsen nadrukkelijk gelinkt aan één grote klant, maar dat is nu niet meer leefbaar. De sector moet overschakelen van monoproductie naar een brede waaier van activiteiten. Elke beschutte werkplaats moet eigenlijk een verzameling zijn van zeven tot acht kleine kmo’s onder één dak. Met mijn achtergrond probeer ik deze transitie te begeleiden.

“Veel directieleden deden bij mij ook hun beklag over het slechte imago van de sector. Ik heb hen uitgelegd dat er geen imagoprobleem, maar wel een marketingprobleem is. De beschutte werkplaatsen moeten zichzelf beter verkopen. Die boodschap is duidelijk aangekomen, want ook op dat vlak merk ik een duidelijke professionalisering.”

U hebt een uitgebreid netwerk. Maakt u reclame voor de sector?

VAN NEVEL. “Ik heb inderdaad nog een resem mandaten en het valt me telkens weer op hoe slecht reguliere bedrijven de beschutte werkplaatsen kennen. Vaak hebben ze er nooit aan gedacht om een beroep te doen op hun diensten. Dan gebeurt het wel eens dat ik voorstel om aan de dichtstbijzijnde beschutte werkplaats een offerte te vragen.

“Ik vind overigens niet dat de beschutte werkplaatsen oneerlijke concurrentie zijn voor reguliere bedrijven. Zij hebben absoluut hun rol in de maatschappij. Als we de mensen met een arbeidshandicap niet inschakelen in ons economisch systeem, dan belanden ze bij de sociale zekerheid. Dat is in de eerste plaats geen prettig vooruitzicht voor de betrokken mensen die hun status in de maatschappij zien dalen én dat is economisch een slechte zaak voor de volledige gemeenschap.”