“Met de euro alleen krijg je nog geen economische groei”

Met de introductie van de euro is een belangrijk onderdeel van de economische integratie voltooid. Nu moeten de politici snel werk maken van politieke en verdere economische integratie. We vroegen aan Jan Smets (Nationale Bank), Jef Vuchelen (VUB) en Kris Peeters (Unizo) hoe het verder moet met belastingtarieven, indexering en die eigengereide Britten.

JAN SMETS (NATIONALE BANK). “Onderschat toch niet in welke mate de Europese product- en arbeidsmarkten al zijn hervormd sinds het Verdrag van Maastricht. Ik zeg niet klaar is Kees, maar ik ben nogal gevoelig voor uitspraken als zou Maastricht alleen maar het monetaire luik op de rails hebben gezet en de rest wat in de kou laten staan. Het bleef niet alleen bij grote verklaringen op de diverse Europese toppen.

“Ik ben het wel eens met de stelling dat de politici niet mogen denken dat met de introductie van de euro het werk af is. Het zijn uiteindelijk niet de centrale bankiers die het groeipotentieel van een economie kunnen opdrijven. Dat is een taak voor de politici en de sociale partners.”

JEF VUCHELEN (VUB). “Vergeet echter niet dat de agenda van de politici een beperkte omvang heeft. Tot 1997 was voldoen aan de Maastricht-criteria prioritair en stond de rest in de schaduw. Later trok de invoering van de euro alle aandacht naar zich toe. De vraag is: wat zal de volgende prioriteit zijn? Het grootste gevaar is dat de politici een nieuwe dada vinden om de toon te zetten bij de publieke opinie, zoals bijvoorbeeld de uitbreiding naar Oost-Europa. De structurele hervormingen dreigen dan weer naar de achtergrond te verdwijnen.”

KRIS PEETERS (UNIZO). “Door de dynamiek van de Europese eenheidsmarkt zullen enkele hete hangijzers zich willens nillens tot op de politieke agenda wringen. Ik denk bijvoorbeeld dat de transparantie van de prijzen snel de problematiek van de verschillende Europese BTW-tarieven, loonontwikkelingen en vennootschapsbelastingen op tafel zal gooien. Ik vrees echter dat Europa op die manier ad hoc en geval per geval zal reageren, zonder een duidelijk en gecoördineerd beleid te voeren.”

Bestaat er in de eurozone nu geen gevaar voor Argentijnse wantoestanden? Die vloeien voort uit de laattijdige devaluatie van de munt.

VUCHELEN. “De euro bestaat als virtuele munt toch al drie jaar. De vraag is dus of we door de onmogelijkheid om te devalueren onderhuids al een aantal problemen hebben opgebouwd. Is dat niet het geval, dan moeten we besluiten dat elk land zijn eurohuiswerk goed heeft gemaakt. Ik ben geneigd te zeggen dat de voorbije vijf jaar de zaken vlot zijn verlopen.”

PEETERS. “Met die nuancering dat we de jongste jaren een economische groei hebben gekend die mogelijke problemen heeft verdoezeld.”

Guy Quaden, de gouverneur van de Nationale Bank, waarschuwde onlangs nog voor de snel stijgende lonen. Wat doet we dan als we over enkele jaren een loonkostenhandicap van 10% hebben?

SMETS. “De euro veegt de concurrentieproblematiek niet onder de mat. Als er vroeger regionaal een probleem met de competitiviteit was, kreeg je snel problemen op de wisselmarkt. Nu zal een dalende competitiviteit van de ondernemingen in een land of regio zich vertalen in oplopende werkloosheid, omdat bij te hoge loonkosten de bedrijven marktaandelen verliezen of andere oorden zullen opzoeken.

“De convergentie van de Europese economieën heeft er echter voor gezorgd dat de kans dat een lidstaat of regio achteropraakt kleiner is geworden. Trouwens, de conjunctuurcycli zijn in de eurozone zeer gelijklopend. Elke lidstaat zit doorgaans in hetzelfde conjuncturele schuitje. Wel is het zo dat productiviteitsverschillen tussen regio’s en sectoren altijd zullen blijven bestaan, ook binnen België. Zorg er dus voor dat de inkomensvorming de groei van de arbeidsproductiviteit weerspiegelt. Ik denk daarom dat het niet zinvol is om naar een Europees loonoverleg te gaan.”

VUCHELEN. “Ook Wim Duisenberg, de voorzitter van de ECB, heeft gezegd dat de lonen in Europa een probleem vormen. Maar hoe ga je, zonder over de nationale overheden te springen, de sociale partners in de verschillende landen overtuigen om de loonontwikkeling onder controle te houden? Zullen de sociale partners luisteren naar Duisenberg?”

Is de automatische indexering van de lonen in België houdbaar in een monetaire unie?

PEETERS. “Het is evident dat België in euroland de uitzondering vormt met zijn automatische indexering van de lonen. Moet dat nog? Is het geen volwassener systeem om de indexering in de onderhandelingen op te nemen? Ik hoop dat die automatische indexering er vroeg of laat uitgaat.”

SMETS. “Ook in andere landen zie je een de facto aanpassing van de lonen aan de inflatie via een spontaan onderhandelingsproces. Problemen zijn meestal te wijten aan te grote reële loonsverhogingen. En dat kan de arbeidsmarkt ontwrichten.”

VUCHELEN. “Het risico voor de bedrijven is in België toch anders, zeker als je onaangename verrassingen krijgt op het vlak van inflatie.”

SMETS. “Omgekeerd profiteren de Belgische bedrijven van een olieprijsstijging. In 2000 heeft de gezondheidsindex hen afgeschermd van het type onderhandelingen in andere landen waar inflatieverwachtingen de kop opstaken. Bij ons is er geen sprake van een anticipatie op inflatie, precies omdat er een indexering is.”

De wisselkoersen liggen vast, we hebben een Stabiliteitspact en we streven naar een Europees sociaal mininum. Zullen de lidstaten nu op andere vlakken concurreren, bijvoorbeeld via de vennootschapsbelasting?

VUCHELEN. “Er moet een Europees systeem van transfers komen, waarbij landen met spectaculaire werkloosheidscijfers worden geholpen. Maar serieuze transfers kan je alleen doen in een politieke unie.”

De Amerikaanse econoom Martin Feldstein stelt dat politieke integratie altijd zal sneuvelen op de Frans-Duitse tegenstelling.

VUCHELEN. “Daarbij aansluitend: wacht je op het Verenigd Koninkrijk of niet? Voortgaan met de politieke integratie zonder dat Groot-Brittannië iets in de pap te brokken heeft, zal de Britten afschrikken.”

Is de houding van de Britten niet logisch om niet toe te treden? De euro moet onvermijdelijk leiden tot een hechte politieke unie en zo ver willen de Britten niet gaan.

VUCHELEN. “Vergeet ook niet dat de Britten hun lot politiek zouden moeten koppelen aan een land dat hen in het verleden een aantal keren heeft geprobeerd te domineren. Willen ze dat risico lopen? Waarom sluit je een brandverzekering af? Niet omdat je denkt dat je huis zal afbranden, maar omdat je dat risico wil indekken.”

SMETS. “Je kan het argument ook omkeren. Fransen en Duitsers weten evengoed dat de euro leidt naar politieke integratie en doen toch mee.”

VUCHELEN. “Duitsland en Frankrijk kunnen misschien speculeren dat een van de twee de sterkste zal zijn. Stel dat je aan het begin van de voetbalwedstrijd zou weten wie er zal winnen. Er zou geen match zijn.”

PEETERS. “De Engelsen zijn geïnteresseerd in de Europese markt. Daarom zullen zij op termijn toetreden en proberen de politieke integratie te boetseren volgens hun visie.”

Hoe vul je die Europese politieke unie concreet in? Betekent dit dat in de toekomst Europa zal bepalen hoeveel belastingen we moeten betalen?

PEETERS. “Ik denk dat we in een eerste fase naar een de facto harmonisering van een aantal regimes, zoals de vennootschapsbelasting, gaan. Idem voor de BTW. Eerst kan er een felle competitie optreden, een opbod van lagere belastingtarieven, maar op een bepaald moment zal het tot Europese harmonisering komen.”

SMETS. “De Europese filosofie is er toch meer een van coördinatie dan van harmonisering. De belastingdruk ligt te hoog in Europa, zeker op arbeid, zodat een minimum aan concurrentiedruk toch welkom is. Aan de andere kant is het karakteristiek voor Europa om te waken over sociale minima. Een race to the bottom kunnen we missen.”

Verhoogt de euro het groeipotentieel van de Europese economie?

SMETS. “Dan moet de euro leiden tot een betere marktwerking. De tastbare biljetten versterken de efficiëntiewinsten die kunnen worden geboekt. Ik heb dat belang van de chartale euro misschien niet op zijn volle waarde geschat. Het verminderen van de transactiekosten, het verdwijnen van wisselrisico’s en vooral de toegenomen prijstransparantie kunnen de Europese economie een duwtje in de rug geven. Op zich volstaat dat niet om het groeipotentieel van de Europese economie gevoelig op te trekken. Daarvoor moeten we steeds opnieuw hetzelfde liedje zingen over structurele hervormingen op product-, arbeids- en financiële markten.”

Daan KillemaesJohan Van Overtveldt

Johan Van Overtveldt

“Ik hoop dat de automatische indexering er vroeg of laat uitgaat.”

[Kris Peeters, Unizo]

“Niet de centrale bankiers, maar de politici en de sociale partners moeten zorgen voor economische groei.”

[Jan Smets, Nationale Bank]

“Ik weet niet hoe je de sociale partners in de eurolanden ervan zal overtuigen om de loonontwikkeling onder controle te houden.”

[Jef Vuchelen, VUB]

“Het is niet zinvol om loonoverleg op Europees niveau te voeren.”

[Jan Smets, Nationale Bank]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content