Mens sana in portemonnee sano

Twee reuzen van de voetbalwereld hebben gisteravond de strijd beslecht om de meest prestigieuze trofee van het jaar: de Champions League-beker. Maar ongeacht de uitslag blijkt finalist Bayern München economisch een maatje kleiner dan het industriële imperium van tegenstander Manchester United.

Meer dan vijf miljard frank inkomsten, meer dan één miljard winst. Manchester United is veruit de rijkste voetbalclub ter wereld. BSkyB, de betaalzender van Rupert Murdoch, wilde er 37 miljard voor neertellen, maar de Britse antitrust-autoriteiten blokkeerden de transactie. Sportieve successen en een professioneel zakelijk beheer hebben een voetbalploeg omgetoverd tot een beursgenoteerde multinational met wereldwijde faam.

United kon zijn commerciële successen bouwen op de legende die rond de club zweeft. Op 6 februari 1958 stortte de jonge talentvolle ploeg van de manager Matt Busby letterlijk neer in München. Het team had zich net in Belgrado geplaatst voor de halve finale van de Europabeker voor Landskampioenen. Er vielen 23 doden, onder wie acht Busby-babes, de bijnaam van de spelers. Toen Busby, die het vliegtuigongeval overleefde, tien jaar later de Europabeker won, sprak de televisie over een wederopstanding. Maar er volgde een lange sportieve inzinking, tot manager Alex Ferguson in 1986 de club opnieuw triomfen liet beleven, net op het moment dat ook het Britse voetbal uit het dal klauterde. Het hooliganisme werd ingedamd, er kwamen investeringen in nieuwe stadions en het grote geld rolde binnen via lucratieve tv-contracten.

Naar de beurs

United, nog steeds met een legendarisch aureool, zag onder impuls van voorzitter Martin Edwards als een van de eerste clubs de mogelijkheden. Edwards tilde United uit de rode cijfers en trok in 1991 naar de beurs. Vandaag heeft de voorzitter nog 14% van de aandelen in handen. Ze zijn nu 400 keer meer waard dan toen hij ze in 1980 van zijn vader Louis erfde.

Edwards collega-aandeelhouders zijn al lang niet meer de emotionele voetbalsupporters van weleer. Institutionele beleggers bezitten zes van de tien aandelen in de club. United is een vrijetijdsonderneming met voetbal als kernactiviteit. Dat impliceert ook dat op het einde van het seizoen de winst niet op, maar vooral naast het veld wordt uitgeteld.

Dat identiteitsvraagstuk levert soms moeilijke evenwichtsoefeningen op: hoeveel van de winst moet bijvoorbeeld worden geïnvesteerd in nieuwe spelers in plaats van uit te keren aan de aandeelhouders? Manchester koos er afgelopen zomer voor om fors in nieuwe spelers te investeren: manager Ferguson spendeerde meer dan een miljard frank om Jaap Stam, de duurste verdediger aller tijden, en Dwight Yorke, de smiling assassin, aan te trekken. Gevolg was dat de club tijdens de laatste zes maanden van 1998 slechts 670 miljoen frank winst maakte, tegenover 900 miljoen frank in dezelfde periode van 1997. De aangetrokken spelers zorgden nu wel voor sportieve successen en extra inkomsten, maar Ferguson kreeg van de raad van bestuur niettemin de wenk geen nieuwe spelers aan te kopen vóór er anderen verkocht werden. En zelfs United maakt zich zorgen om de escalerende lonen van de topspelers na het Bosman-arrest. Per jaar betaalt United nu bijna twee miljard frank aan spelerslonen.

Aan de inkomstenkant

komt één derde uit de ticketverkoop; Old Trafford, een stadion met 55.000 zitplaatsen, is de komende jaren uitverkocht. De slagkracht van de Manchester marketingmachine wordt geïllustreerd door de merchandisingactiviteiten, goed voor 1,3 miljard frank inkomsten in 1997. Pakweg 750.000 United-shirts gingen vorig jaar over de toonbank – United heeft shops in Sydney, Bangkok en Singapore en heeft plannen om in de grote luchthavens een supporterswinkel te openen – vaak op vraag van voetbalgekken die niet eens weten waar Manchester ligt. De Coca-Cola van het voetbal heeft naar schatting honderd miljoen aanhangers in de hele wereld.

Sponsors die hun naam willen verbinden aan United betalen de prijs: sportkledijfabrikant Umbro betaalde voor een zesjarig contract 450 miljoen frank. Elektronicareus Sharp betaalt jaarlijks 200 miljoen om op de shirts te prijken. Maar hét gouden kalf heet televisie, zeker nu een Britse rechtbank oordeelde dat de clubs niet meer als groep de tv-rechten mogen verkopen. Een geschenk voor United, dat maar wat graag de eigen tv-rechten wil verkopen. Dat kan als in 2001 het contract afloopt dat BSkyB afsloot met de Premier League. United puurde daar jaarlijks 400 miljoen frank uit. Een peulschil van wat de club kan eisen als hij zélf zijn uitzendrechten op de markt gooit. United richtte al een eigen tv-kanaal op en wacht ongeduldig tot de pay-per-view formule doorbreekt. Analisten zien in dat geval extra tv-inkomsten van jaarlijks zes miljard frank.

Broertje Bayern

Met een jaarbudget van 3,16 miljard frank is Bayern München het kleine broertje van Manchester United. In de lijst van de rijkste voetbalclubs ter wereld (zie tabel: De top-20 van het voetbalgeld) moeten de Duitsers zelfs nóg drie teams laten voorgaan. Manager Uli Hoeness van Bayern haalt de schouders op: ” Real Madrid kan het zich veroorloven een schuldenput van zeven miljard frank te graven, Italiaanse aandeelhouders kunnen de schulden van hun voetbalclubs terugbetalen met winsten uit andere takken van hun activiteiten. Zolang de overheid, de Uefa of de Europese instanties niet tussenbeide komen, kunnen we niet rivaliseren met de absolute top.”

Nochtans hoeft de Duitse kampioen op commercieel vlak geen les te krijgen van andere clubs. Met een merchandisingomzet van ruim één miljard steekt het zelfs United naar de kroon, dankzij Lothar Matthäus-truitjes, maar ook Bayern- camembert of Bayerer- melk. Maar wat Bayern typeert, is dat niet de zakenlui, maar gewezen topspelers er de touwtjes in handen hebben. Franz Beckenbauer is voorzitter, Karl-Heinz Rumenigge vice-voorzitter en Uli Hoeness algemeen manager. Het wijst erop dat het sportieve aspect domineert in Beieren. Bayern grossiert daardoor wel in dure (en soms mislukte) transfers; er waken immers geen institutionele aandeelhouders die beletten dat geld over de balk wordt gegooid.

Maar aan de inkomstenkant ziet Bayern een enorm groeipotentieel. Zeker als de club de tv-rechten van de Bundesligamatchen zelf aan de man brengt, in plaats van ze in een pakket van de Duitse voetbalfederatie op te laten nemen. Het zou Bayern jaarlijks een half miljard extra opleveren, bovenop de Champions League-pot waarin het nu al graaide (in 1999 haalde de Beierse club al minstens 400 miljoen uit een totale prijzenpot van 3,2 miljard).

Daarnaast wil de club de thuishaven, het Olympisch stadion, uitbreiden – en onder meer zijn eerste loges bouwen – ook met het oog op de kandidatuur van Duitsland om het WK voetbal in 2006 te organiseren. De stad München zou eerst 2,5 miljard frank investeren, maar alleen in ruil voor een verhoogde huurprijs: ruim 300 miljoen per jaar gedurende minstens 25 jaar. Dus wil Bayern liever zélf een nieuw stadion bouwen, te financieren met een kapitaalverhoging via de beurs.

FRANK DEMETS DAAN KILLEMAES

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content