Meer recht, minder gerecht ?

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

De Leuvense advocaat Hans Smeyers wil dat iedereen een beroep doet op een verplichte rechtsbijstands- verzekering. Zijn paradoxale stelling : gratis rechtshulp leidt tot minder processen en meer rechtvaardigheid. En beter betaalde advocaten. Het ei van Columbus ?

Onlangs lanceerde advocaat Hans Smeyers op een feestzitting van de Leuvense balie de idee van een verplichte rechtsbijstandsverzekering voor alle individuen. Critici noemen zijn denkpiste “origineel”, maar ook “duur”, “interventionistisch” en “onhaalbaar”.

Smeyers stelt vast dat er drie soorten rechtzoekenden ontstaan. Aan het ene uiteinde cliënten met geld. Zij vinden zonder probleem een goede advocaat. Aan het andere uiteinde personen met een gemiddeld netto-inkomen onder 30.900 frank. Zij kunnen een beroep doen op een pro deo-advocaat.

“De zwakkeren van de samenleving worden verdedigd door de zwakkeren van de balie, stagiairs die pro deo optreden. Dat is een rechtsstaat onwaardig,” zegt Smeyers.

De werkdruk stijgt trouwens. Het aantal stagiairs groeide de laatste drie jaar telkens met 10 %, terwijl de pro deo-dossiers met 30 % toenamen. “Dit systeem kan blijven bestaan omdat de jongere stagiairs dus in feite hun ouder of partner en de balie de financiële last op zich nemen,” aldus Smeyers. “Deze kruik gaat zolang te water tot ze barst.”

Deze uitspraak wordt hem niet in dank afgenomen door zijn stafhouder, Marleen Schouteden. Die antwoordt : “Het pro deo-systeem werkt erg goed, zeker nu Justitie meer middelen vrijmaakt voor de advocaten.” Op de feestzitting liet ze verstaan dat de afbraak van het systeem zou leiden tot het verlies van het pleitmonopolie. Smeyers : “Dat is voor sommige advocaten een absoluut taboe en dus de ware reden voor hun verzet tegen mijn voorstel.”

Maar Smeyers ziet een derde categorie burgers, die zwak staan als ze worden geconfronteerd met een juridisch probleem. “Mensen in de middengroep van de samenleving, met een inkomen boven de 30.900 frank maar zonder grote fortuinen, denken twee keer na eer ze een proces starten,” aldus Smeyers. “In de praktijk zien ze er dikwijls vanaf omdat de gerechtskosten te hoog zijn. Dit betekent dat zij er niet alleen slechter aan toe zijn dan de beter gesitueerde tegenpartij, maar zelfs een nadeel hebben tegenover de minvermogenden. Om het met een boutade te zeggen : de wetgever bekommert zich om hen die te arm zijn om naar een rechter te stappen, niet om degenen die er arm van terugkeren. Deze discriminatie druist in tegen het grondrecht dat iedereen toegang tot de rechter moet hebben.”

Vandaar Smeyers’ voorstel om de toegang tot het gerecht voor iedereen gelijk te maken via de verplichting om een verzekering voor rechtsbijstand (RB) te onderschrijven. Deze verplichting gaat gepaard met de acceptatieplicht door de verzekeraar. De kandidaat-verzekerde, noch de verzekeraar kunnen zich onttrekken aan het systeem. Wel stelt Smeyers een bonus-malussysteem en een bepaalde franchise voor om de kosten voor de verzekeraar te kunnen blijven dekken (zie kader Prijskaartje).

PROCESVLOED.

Eén van de belangrijkste argumenten tégen het voorstel-Smeyers ligt voor de hand. Het aantal processen kan toenemen als de middenmoot van de samenleving plots tegen betaling van een sowieso verplichte jaarpremie quasi gratis naar de rechtbank kan stappen.

Hans Smeyers : “Dat risico bestaat zeker in de beginfase, omdat de geschetste discriminatie verdwijnt.” Toch nuanceert hij deze hypothese aan de hand van recente onderzoeken van de Nederlandse professor Erhard Blankenburg (Vrije Universiteit Amsterdam). Blankenburg stelt dat “rechtsbijstandsverzekeringen de rechter werk kunnen besparen”. Hij becijferde dat er geen verschil is tussen het aantal processen dat RB-verzekerden aanspannen in vergelijking met niet-verzekerden. Evenmin is de RB-verzekerde sterker geneigd om “door te procederen” en een voorstel voor een minnelijke schikking af te wijzen. “Tot onze nog grotere verbazing,” stelt Blankenburg vast dat RB-verzekerden zelfs minder snel in beroep gaan dan anderen.

De verklaring van dit fenomeen ? ” Het geheim van de verzekering,” meent de prof. RB-verzekerden zijn zich (onder meer door de info die ze krijgen van hun verzekeraar) meer bewust van het gevaar dat ze lopen als rechtssubject en worden voorzichtiger in juridische kwesties.

Leo Vuylsteke, productverantwoordelijke van Defendo, de RB-verzekeraar van ABB : “Persoonlijk zie ik wel iets in het voorstel van Smeyers, maar het houdt toch risico’s in. Er is een belangenconflict tussen de verzekeringsonderneming en de advocaat, die de zaak behandelt. De RB-verzekeraar wil dat er met de tegenpartij snel een minnelijke schikking wordt getroffen. Onze juridische dienst kan in 75 % van de gevallen een voorstel uitwerken, waar beide partijen mee instemmen. Maar als wij zo’n zaak afhandelen, zitten we aan het inkomen van een advocaat. Die is dus geneigd om de zaak zo snel mogelijk voor de rechtbank te brengen.”

Smeyers erkent het probleem : “Nogal wat advocaten houden de schijn op dat ze professioneel erg actief zijn, maar in feite zijn ze verdoken werkloos. De verleiding is dan groot dat kansloze zaken bij de rechter belanden. De oplossing : de orde van advocaten moet erop toezien dat haar leden een strikte deontologie handhaven.”

Professor Herman Cousy is voorzitter van de Commissie voor Verzekeringen, de invloedrijke adviseur van de wetgever inzake dit soort materies. Hij meent dat Smeyers’ voorstel politiek moeilijk haalbaar is : “Een verplichte verzekering vertrekt van solidariteit. De indruk kan ontstaan dat vooral advocaten zullen genieten van de verplichting van een RB-verzekering. En het is de vraag of mensen die vandaag amper een beroep doen op justitie en dus evenmin op de RB-verzekering bereid zijn een deel van hun inkomen af te staan aan advocaten.”

Cousy trekt de vergelijking door. De verplichte ziekteverzekering gaf aanleiding tot overconsumptie van geneesmiddelen en geneeskundige diensten. Hetzelfde kan gebeuren bij de verzekering van juridische risico’s. “Er dringt zich mocht het voorstel van Smeyers ooit werkelijkheid worden een akkoord op tussen de verzekeringssector en de advocaten over de tarieven,” aldus Cousy.

Maar daar wringt het schoentje. Onlangs schafte de Orde van Advocaten een regeling af, die “voorkeurtarieven” voor haar leden voorschreef. Een verplicht tarief zou immers in strijd kunnen zijn met de vrije concurrentie, die wordt gecontroleerd door de Raad van de Mededinging. “Je kan de beweging naar duidelijke tarieven niet tegenhouden,” meent Smeyers echter. “Op termijn zullen advocaten werken in onderaanneming voor grote verzekeringsondernemingen aan de hand van een standaardtarief.”

In Nederland is dit legio. Zo besteedde de RB-verzekeraar Arag in ’94 in Nederland 3500 dossiers uit. Per advocatenkantoor werd voor een standaardtarief van (omgerekend) 7 miljoen frank per jaar 125 zaken uitbesteed. “M’n Nederlandse confraters stonden op de stoep te dringen om zo’n contract binnen te rijven,” aldus Smeyers. “Belgische advocaten doen soms nogal smalend over de expertise van de RB-verzekeraars, maar het Nederlandse voorbeeld toont aan dat ze zich niet te goed voelen om zelf een graantje mee te pikken.”

In Nederland ligt overigens een wetsontwerp op tafel dat bedienden-juristen van een RB-verzekeraar toelaat voor de rechtbank te pleiten. “De advocaten verliezen hun pleitmonopolie,” stelt Smeyers vast, “zonder dat de Nederlandse Orde dit aanklaagt. Misschien moeten we in België komen tot een gelijkaardige toestand. Is het echt zo erg dat de advocatuur zijn pleitmonopolie verliest, als dit ten goede komt aan de rechtzoekenden én de balie ? Dit taboe moet worden doorbroken.”

HANS BROCKMANS

HANS SMEYERS Zwakkeren van de samenleving worden verdedigd door zwakkeren van de balie : stagiairs die pro deo optreden. Dit is de rechtsstaat onwaardig.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content