Meer enthousiasme, potverdorie!”

John Dejaeger, de voormalige baas van BASF Antwerpen, heeft de deur achter zich dichtgetrokken bij Reynaers Aluminium. In afwachting van een nieuwe managementfunctie stort hij zich op enkele kleinere mandaten en houdt hij de politiek en de economie in de gaten. Bovenal vecht hij tegen het benauwende pessimisme in ons land.

Voor de deur staat een auto met gepersonaliseerde nummerplaat: JDJ-007. “Een ludiek cadeautje van de kinderen toen ik bij BASF stopte”, lacht Dejaeger. De Kapellenaar houdt van een fijn grapje. Dat hij met zijn temperament als COO bij Reynaers Aluminium vroeg of laat met CEO Martine Reynaers zou botsen, was eigenlijk te verwachten. De twee zijn zowat uit hetzelfde harde hout gesneden. De breuk kwam er wel snel. Dejaeger, die van 2003 tot 2007 CEO was van de chemiereus BASF Antwerpen, is amper tien maanden in Duffel gebleven, het hoofdkwartier van Rey-naers Aluminium. Maar het respect voor Martine Reynaers, de voormalige Manager van het Jaar, bleef intact.

“Zij is een sterke persoonlijkheid maar ik heb ook mijn eigen mening. Het is dan normaal dat ideeën botsen. Als je uit die clash een consensus kan kristalliseren, is dat heel positief voor een firma. Als je allemaal ja-knikkers hebt in je bedrijf, kan je het wel schudden. Dat is de dood van veel bedrijven. Maar als die consensus niet groeit, mag je daar niet te veel negatieve energie insteken en moet je met wederzijds respect afscheid nemen. Dat kan zonder aan te modderen en zonder met modder te gooien. We zijn niet getrouwd, dus is er geen vechtscheiding. Ik heb nog altijd heel veel respect voor wat zij en haar familie hebben opgebouwd. Als ik hier bij mij thuis zou willen verbouwen met aluminium zou ik zeker naar Reynaers gaan.”

JOHN DEJAEGER. (wikt zijn woorden) “De verwachtingen waren anders en ik heb de uitdaging onderschat. Ik ben nogal voluntaristisch. Ik ben na BASF naar Agfa gegaan omdat Ludo Verhoeven, de toenmalige CEO, dat vroeg. Agfa plande toen een demerger en ik vloog erin. Dat die demerger er niet kwam, was voor mij een ontgoocheling. En dan vroeg Martine om haar bedrijf te helpen groeien, maar achteraf bekeken, had ik me wellicht anders moeten voorbereiden. Ik was nochtans verwittigd dat het enorm moeilijk zou zijn. Als je een multinational moet maken van een familiebedrijf dat tien jaar geleden nog een kmo was, zijn er zo- veel dingen die je moet afwegen, processen en structuren die je moet bouwen en procedures die je moet vastleggen. Anders is het à l’improviste en moet je als brandweerman overal tegelijk blussen.

“Ik heb er heel veel en hard aan gesleurd en dan komt die economische crisis daarbij, die natuurlijk een aantal dingen weer in vraag stelt. Dan word je terughoudender en val je terug op de basics en wordt er logischerwijze eerst gekeken naar de kosten. Maar alleen naar de kosten kijken, is geen strategie. Want in 2010, 2011 is de crisis voorbij of komen er andere kansen en hoe ben je dan als onderneming voorbereid om de uitdaging aan te pakken? Nu moet je klaarstaan om te investeren. Dat kan nu voor 70 procent van de normale prijs omdat de staal- en grondstofprijzen zoveel lager zijn. Als je er de moed, het geld en de ondernemerszin voor hebt, zijn anticyclische investeringen altijd de beste.”

Heeft het er ook mee te maken dat Martine Reynaers na uw komst meer internationaal zou gaan werken, maar door de crisis meer als een moederkloek op het bedrijf is gaan zitten?

DEJAEGER. “Martine hééft natuurlijk die kennis van 30 jaar in het bedrijf. Kennis die ik niet heb. En Duffel draagt nu eenmaal de grootste kosten van de groep en stuurt de groep wereldwijd. Maar ik beschouw dit eerder als een nederlaag. Ik ben voor iets gegaan en ik heb dat niet kunnen realiseren door omstandigheden. Ik heb daar waarschijnlijk ook fouten gemaakt.”

En nu?

DEJAEGER. “Ik heb mijn bezigheid. Ik ben onder meer voorzitter van DSquare, een spin-off van de KULeuven die bezig is met data mining, data volledig automatisch analyseren en combineren. Ik zit ook in de adviesraad van het hr-bedrijf Mercuri Urval. Zij zijn nogal sterk op Brussel en Wallonië gericht en willen zich meer profileren in Vlaanderen.

“Ik zit ook in de Commissie voor Efficiënte en Effectieve Overheid van de Vlaamse regering. Die moet voor de werking van de overheid concrete adviezen formuleren over bijvoorbeeld het personeelsbeleid en informatisering in de administratie, met daaraan verbonden doelstellingen en indicatoren zodat kan worden vergeleken met andere sterke regio’s in Europa. Op basis daarvan moeten we een traject uittekenen naar 2020. We zitten bijna op kruissnelheid. Het is de bedoeling om toch al voor de verkiezingen een tekst af te leveren.

“Ik geef ook les in economie aan het laatste jaar burgerlijk ingenieur scheikunde en zit in de raad van bestuur van het Antwerpse Werkhaven, een samenwerking tussen de stad en het OCMW. Dat is een stuk sociale economie, waarbij mensen met minder opleiding en kansen worden begeleid naar een job.”

Goed dat u Reynaers Aluminium kwijt bent. U hebt nu de handen vrij voor al die andere dingen.

DEJAEGER. “Als ik vooruitkijk, zie ik enorm veel kansen. Ik ga mij daar rustig op voorbereiden. Ik ben dan wel geen rustige man, maar ga dat toch proberen. (lacht) Een aantal mensen heeft me al gecontacteerd en er zijn ideeën die zich uitkristalliseren. Nu het juiste moment grijpen en we zijn weer vertrokken.”

Zoekt u een topfunctie bij een groot bedrijf of verkiest u een brede waaier van functies zoals DSquare?

DEJAEGER. “Dat is allemaal heel leuk, maar ik blijf dat zien als een nevenactiviteit. Ik ben 53 jaar, geen 63. Mijn hoofdactiviteit moet zorgen voor de ervaring die ik kan gebruiken voor de rest.”

Zult u aan de slag blijven in België?

DEJAEGER. “Dat weet ik niet. Ik sta open voor het buitenland. We zullen wel zien. Ik ga er goed over nadenken. Maar dat ik van alles ga doen, daarvan ben ik overtuigd. Ik kan niet stilzitten, echt niet.” (lacht)

En in welke sectoren?

DEJAEGER. “Ik sluit niets uit, maar ik heb altijd een sterke affiniteit gehad met chemie, energie, milieu en logistiek, en grote projecten. Ik krijg al een kick als ik die woorden hoor.” (lacht)

CEO’s zijn niet altijd opgewassen tegen de crisis.

DEJAEGER. “In voetbal is het ook zo dat de coach soms na drie slechte wedstrijden wordt vervangen. Maar de verantwoordelijkheid wordt soms te veel op de schouders van de CEO gelegd. De raad van bestuur moet mee verantwoordelijkheid nemen. Een positief effect van de crisis is dat die raden van bestuur hun werk nu ernstiger doen. In vele ondernemingen was die raad van bestuur tot voor kort bijna een koffie- of theekransje met een goede sigaar erbij. Ik betwijfel sterk of al die aktes toen werden gelezen.”

Het zijn niet van de minsten die opzij worden geschoven, zoals Clement De Meersman bij Deceuninck en Martin De Prycker bij Barco.

DEJAEGER. “Ik ken hen en schat hen hoog in. Die krijgen zeker een nieuwe kans. Soms lijkt het dat zij worden geslachtofferd voor de buitenwereld en voor de beurs. In de goede beursjaren stonden die mannen in de picture en waren dat de helden van de industrie. Nu moeten die weg en niet altijd terecht. Reynaers heeft het voordeel dat het geen beursgenoteerde onderneming is.”

Het slechte nieuws blijft intussen aanhouden.

DEJAEGER. “Er zijn kmo’s die me gecontacteerd hebben omdat hun omzet pijlsnel zakt. Ze vragen me advies en dan zit ik met hen rond de tafel. Er bestaan projecten als PLATO, om kmo’s te begeleiden vanuit multinationals of grote firma’s, waarbij de grote ondernemingen peter worden van kleinere, kennis overdragen en ondersteuning bieden in bedrijfsmanagement. Dat zou nog veel verder uitgebouwd moeten worden. Bij veel van die kmo’s is de last op de schouders in deze crisis te groot omdat zij beslissingen alleen moeten nemen. Waarom zouden kmo’s geen adviesraad oprichten? Betrek daarbij managers die wat ouder zijn of al pensioengerechtigd, maar die nog actief willen blijven en betaal hun een onkostenvergoeding. Dat volstaat. Zo’n adviesraad moet geen twintig man tellen. Twee of drie is genoeg en dan kun je die kmo’s begeleiden in hun groeitraject of hen heroriënteren.”

We zitten vast in een neerwaartse spiraal.

DEJAEGER. “Voor het VBO hebben we eind 2006, begin 2007 een SWOT-analyse gemaakt voor de industrie in België. We stelden toen al vast dat ons exportaandeel veel sterker was gedaald tegenover Duitsland en Nederland, terwijl we op dezelfde exportmarkten aanwezig zijn. In Duitsland en Nederland was de werkgelegenheid in de industrie de afgelopen 30 jaar met 30 procent gedaald en bij ons met 50 procent.

“Kijk eens rond in Vlaanderen. Hoeveel grote Vlaamse bedrijven zijn er nog? Bedrijven die echt vanuit Vlaanderen worden gestuurd zijn grotendeels verdwenen. En dat is heel spijtig en verontrustend. We verliezen zoveel van ons industrieel weefsel dat het niet meer schoon is. Deze recessie zal dat proces alleen maar versnellen. En dan is er de staatsschuld die ons alweer gaat verhinderen om infrastructuurwerken te doen in de toekomst. Als we niet opletten, steekt Hamburg de haven van Antwerpen weer voorbij. Rotterdam, dat Antwerpen onlangs opriep om meer samen te werken, daar moet je op ingaan. Je moet daar tijd en geld in investeren om dat te bekijken. Macro-economisch zijn Rotterdam en Antwerpen één centrum, zowel voor chemie als voor de haven. Daar laten we kansen liggen.”

Bedrijven en sectoren gaan in crisistijd natuurlijk al snel in foetushouding liggen om zich beter af te schermen.

DEJAEGER. “Als we terug met protectionisme beginnen, komt daar grote misère van. Dat veroorzaakt een groot verlies van welvaart. Want je zult dan niet meer produceren waar je het goedkoopste kan produceren, maar waar er subsidies zijn. Daardoor worden producten duurder en daalt de koopkracht. De Europese Commissie heeft hier een enorme taak te vervullen. Het is goed dat er Europa er is, maar het mag wel slagkrachtiger.”

We hebben het ergste nog niet gezien?

DEJAEGER. “Spijtig dat vele bedrijven zich in de goede jaren te weinig voorbereid hebben op de minder goede jaren. Ook op overheidsvlak is dat niet gebeurd. Sommige bedrijven, zoals Reynaers, hebben dat wel gedaan.

“Maar vergeet niet dat we hier overal enorm goede mensen hebben. Dus moet het toch mogelijk zijn om er wat aan te doen. We gaan hier toch niet bij de pakken blijven zitten zeker? Binnenkort is het lente en dat doet wel iets met een mens (lacht), maar er moet meer enthousiasme zijn, potverdorie. Is het erg als een bedrijf een omzetdaling van 10 tot 20 procent aankondigt? Ja. Is dat een ramp? Ik denk het niet. Dat betekent dan gewoon dat het bedrijf weer op het niveau van een paar jaar geleden zit.”

Zitten er ook voldoende capabele mensen aan de overheidskant?

DEJAEGER. “Ik denk het wel. Peeters, Van Mechelen, Vandenbroucke, Ceysens, Keulen en Crevits, dat zijn toch mensen die echt capabel zijn. Hoewel het natuurlijk klopt dat die ook met kortetermijnpolitiek bezig zijn en zich profileren voor de verkiezingen.”

Wat was tot nu toe uw grootste ontgoocheling?

DEJAEGER. “Opstappen bij BASF. Echt waar, dat was voor mij op professioneel vlak dé ontgoocheling van mijn leven.”

Over de redenen van uw vertrek werd heel wat gespeculeerd.

DEJAEGER. “Ik ben daar nooit diep op in willen gaan. Voor een stuk waren het persoonlijke redenen, maar ook het centralisme van de besluitvorming speelde mee. Maar ik heb er heel graag gewerkt en vind het nog altijd een superfirma. BASF zal sterk uit de crisis komen. Ook voor Agfa heb ik nog veel sympathie. Ik heb bij Agfa Graphics veel prachtige technologie gezien. Als dat eerder anders gemanaged was, zou dat nu al een multinational zijn om duimen en vingers bij af te likken. Wat mij daar stoorde, was dat het allemaal zo traag ging. Dat ligt voor een stuk aan mezelf en mijn ongeduld.” (T)

Door Bert Lauwers/Foto’s Jelle Vermeersch

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content