Meer atomen voor de vrede

Nieuwe kerncentrales of het openhouden van de huidige kerncentrales vergemakkelijken het vervullen van de Kyotonormen. De Parijse conferentie van het internationale panel voor klimaatverandering (IPCC) vestigt de blik op het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) in Mol. Eric van Walle (49) is sinds de zomer van 2006 directeur-generaal van het SCK. De discussie over het klimaat en de kernuitstap raken hem en zijn 650 medewerkers: “We bestuderen meer dan een halve eeuw wat men na de bommen op Hiroshima en Nagasaki noemde: de atomen voor de vrede. Ook met een kernuitstap in België blijft het SCK relevant, want we hebben onze kennis nog 50 tot 100 jaar nodig om het bestaande nucleaire programma in België veilig af te werken. De noodzaak tot het verminderen van de broeikasgassen bezorgt Mol een extra stimulans om onderzoek naar kernenergie als duurzame optie verder aan te vatten. We zijn wetenschappers en geven objectieve informatie. Overal ter wereld worden kernsplitsingreactoren (bijvoorbeeld reactoren van de vierde generatie met minder kernafval) aanzien als overbrugging naar de fusie-reactoren in 2100-2150.” De voorbije dagen nam Eric van Walle deel aan een Europa-Indiaforum over wetenschap en technologie: “Ik zocht naar bilaterale samenwerking met veel toegevoegde waarde voor Mol.”

Wetenschappen, wiskunde en techniek boeiden Eric van Walle in het Sint-Michielscollege in Brasschaat. Zijn vader was boekhouder en cijfers behoorden bij het gezin. Sociale vaardigheden ontwikkelde van Walle bij de Chiro van Heide-Kalmthout: “Mijn stijl: open, fair en mensen snel veel verantwoordelijkheid geven.” In de humaniorajaren waren kerncentrales niet de boemannen van nu. In Leuven koos hij resoluut voor de natuurkunde en in de eerste licentie voor het keuzevak kernfysica. Het onderzoek van Cern in Genève naar de bouwblokken van de natuur maakten tijdens twee reizen grote indruk. Hij studeerde af met vijf kernfysici. De doctoraatsthesissen van Eric van Walle en enkele kameraden kregen internationale aandacht. Nucleaire kernen ingebed in afgekoelde ijzerfolie op het haast absolute nulpunt laten toe om in die situatie door de nucleaire straling de vorm van de kern te herkennen. Was het een sigaar, een pannenkoek? Het onderzoek liep aan het cyclotron en met een cryostaat in Louvain-la-Neuve: “Onze IKS-installatie was een wereldprimeur. Het onderzoek was letterlijk zwaar werk, dag en nacht, met de handen en zeer technisch.”

Na het doctoraat in 1985 volgden een samenwerking met Oak Ridge National Laboratory in Tennessee (VS), gesticht voor de vredestoepassing van de kernenergie, en in 1987 Princeton University. “Ik had bij Oak Ridge kunnen werken, maar Princeton gaf me de kans om de techniek uit het doctoraat toe te passen op een nieuw onderzoeksterrein.”

Eric van Walle was getrouwd en het gezin met drie kinderen besloot na twee jaar terug te keren naar België. Hij startte kort op de zesde verdieping, de onderzoeksetage, bij Alcatel Bell in Antwerpen. In 1989 volgde de overstap naar het Studiecentrum voor Kernenergie voor onderzoek naar de kuip, het hart van de kernreactor. Het SCK onder leiding van Carl Malbrain zweette ondertussen het Transnuklearschandaal uit – malversaties rond kernafval – en de onderzoeksinstelling werd hervormd en afgeslankt van 1500 tot 800 medewerkers. Het atoomcentrum vatte een programma voor integrale kwaliteitszorg aan. Van Walle werd als nieuweling IKZ-medewerker in het analyseproces: “Ik leerde snel het SCK goed kennen.”

De tweede klap was de splitsing van het nucleaire en niet-nucleaire onderzoek in 1991. Het federale SCK deed atoomresearch, het Vlaamse Vito pikte het niet-atomaire onderzoek in. Van Walle: “Vijfhonderd mensen bleven bij het SCK.” De huidige directeur-generaal werd hoofd van het departement reactormaterialenonderzoek van 1998 tot 2006.

Het SCK heeft twee leeftijdsbulten, een rond 50 en een rond 35. De jongste tien jaar is de staf drastisch verjongd. Van Walle: “We zijn ten onrechte minder po-pulair in de media dan andere centrums van uitmuntendheid, bijvoorbeeld het Imec in Leuven. Tot vandaag knoopt het SCK de ene wetenschappelijke primeur aan de andere en wordt het internationaal om zijn brede onderzoek – ontmanteling, afval, materialen, medische technieken – gewaardeerd en geraadpleegd.” De nieuwe directeur-generaal vormde de divisiestructuur van het SCK om tot vier instituten: een administratief en drie wetenschappelijke (materiaalwetenschappen, geavanceerde reactorsystemen, gezondheid en omgeving). De begroting is 85 miljoen euro, waarvan de Belgische overheid de helft betaalt, de rest vloeit uit industrieelcontractresearch. Het SCK heeft 650 medewerkers, van wie 30 doc- en postdoctoraal studenten. Van Walle: “De ontwikkeling van een nieuwe onderzoeksreactor Myrrha die rond 2016 de opvolger wordt van de BR 2, die 45 jaar voortreffelijke resultaten heeft opgeleverd, bezorgt Mol een troef voor toekomstgerichte research. Myrrha werkt op hardere neutronen en zal meespelen voor het onderzoek naar kortere bergingstijden voor kernafval, reactoren van de vierde generatie en het fusieonderzoek.”

ERIC VAN WALLE

l Directeur-generaal van het SCK.

l Budget 85 miljoen euro,

650 medewerkers.

l Overheid financiert 50 %,

contractonderzoek 50 %.

l Kyoto stimuleert kernnijverheid.

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content