Maximale minimalist

Het Rotterdamse museum Boymans – Van Beuningen richt de blik op de Britse architect John Pawson, de nieuwe meester van het minimalisme.

De stand die hij voor een Belgische fabrikant had gebouwd, en waar zijn allereerste meubel voor serieproductie werd gepresenteerd een keuken , was dé grote bezienswaardigheid van de voorbije Kortrijkse designbiënnale Interieur. En de lezing die de Britse architect John Pawson op diezelfde beurs rond zijn eigen oeuvre gaf, wist bovendien zelfs meer volk te lokken dan die van de centrale gast, Jean Nouvel. Niet minder dan 750 gegadigden hadden zich ingeschreven. Twee dagen later reisde Pawson hals over kop naar Rotterdam waar in het prestigieuze museum Boymans – Van Beuningen een tentoonstelling rond zijn persoon geopend werd. Die tentoonstelling heeft het onder meer over Minimum, het kilozware boek van zijn hand dat zeer recent werd uitgebracht, en waarin de nieuwe meester van het minimalisme op maximalistische wijze een overzicht geeft van het minimalisme door de eeuwen heen.

In zijn Londense kantoor staat de telefoon niet stil : de luchthaven van Hongkong, modesterren als Donna Karan, iedereen wil vandaag wel met hem werken. Lachend gooit hij zijn handen hemelwaarts : wat moet hij in godsnaam met zoveel gekte rond hem ? Zijn boek is één groot pleidooi voor eenvoud, armoede, soberheid, zuiverheid, sereniteit, en het wegwerken van ‘visuele ruis’ : plinten, dorpels, stopcontacten, en andere ‘rommel’ wordt zoveel mogelijk uit zijn ontwerpen geweerd. Zelfs een stoel is hem vaak een stoel te veel. Voor zijn eigen woning moest zelfs de straat worden afgezet toen de vloerplanken werden binnengebracht, van vijftien meter elk. Dat moest zo, zegt Pawson, omdat hij niet wou dat de blik door een naad tussen de planken verstoord zou worden.

Zijn installatie in Boymans-Van Beuningen dient als achtergrond voor het oeuvre van de ceramist Martin Smith, een geestesgenoot. Pawsons pleidooi voor Het Minimum is in de eerste plaats een politiek gebaar : tegen de honger naar bezit en consumptie, en voor onbaatzuchtigheid. Maar tegelijk is zijn perfectionisme dermate groot dat zijn Sanctuarium enkel met de rijkste materialen en vaak ook alleen maar met uiterst ingewikkeld stuntwerk gerealiseerd kan worden. Zijn armoede is van het soort dat alleen de rijken zich kunnen veroorloven. En die rijken lijken hem nu in alsmaar megalomaner projecten op te slorpen.

Hoe hij met al die paradoxen moet verder leven ? Een goedlachse Pawson weet het niet meer. Zelf gaat hij als een slobberig geklede chaoot door het leven, en zijn huizen lijken wel een alter ego in steen, waarmee die chaos moet gecompenseerd. Zelfs zijn echtgenote heeft het daar niet echt makkelijk mee. Als binnenhuisarchitecte heeft zij immers vooral een passie voor de gezellige rommel van het cottageleven.

Max Borka

Martin Smith en John Pawson, Tot 12 januari in het Museum Boymans Van Beuningen, Rotterdam. Inlichtingen : tel.0031-10-44.19.405.

Werk van John Pawson Zijn pleidooi voor Het Minimum is in de eerste plaats ook een politiek gebaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content