Marx, Luther en plezier

Twee Zweedse managementgoeroes prediken de revolutie in managementland. Geen saaie kost. ‘Funky business’ bulkt van provocerende vergelijkingen en pikante voorbeelden.

Als de Belgische judoka’s, lopers en wielrenners op de Olympische Spelen van Sydney een paar luttele procenten beter gepresteerd hadden, zouden ze beladen met medailles geweest zijn. Er zou zelfs ettelijke keren goud ingezeten hebben. Kleine verschillen met kolossale gevolgen. Die bedenking maken ook Kjell Nordström en Jonas Riddersträle in Funky business – Talent draagt kapitaal. Ze berekenen dat de Zweedse wintersporters alle medailles weggekaapt zouden hebben tijdens de vorige Olympische Winterspelen als ze 5% beter gepresteerd hadden.

Nordström en Riddersträle behoren tot de nieuwe generatie managementgoeroes. In Zweden maken ze het mooie weer aan de Hogeschool voor Economie in Stockholm. Ze haalden er een doctoraat, stonden zelf aan de wieg van een prestigieus MBA-programma en doceren. Uiteraard verdienen ze een extraatje met advies aan befaamde bedrijven. Vooral Nordström grossiert in bestuursmandaten, op de eerste plaats bij dotcoms. Hij is ook een rijzende ster in het wereldwijde congressencircus. Met zijn kaalgeschoren hoofd, zwarte t-shirt en lederen vest ziet hij er veeleer als een kunstenaar of popster uit. Zijn coauteur Riddersträle wordt ook vaak gesignaleerd in kunstgaleries die de hedendaagse trends bepalen.

Ook in het zopas vertaalde boek provoceert het Zweedse duo met pittige uitspraken en een modieuze taal. Aanvankelijk denk je nog dat de inhoud ondergesneeuwd is door de al te hippe aanpak. Het sérieux glijdt vluchtig door de vlotte bladzijden heen. Bij nader inzien klinkt de boodschap zelfs als een torenhoog cliché: talent, creativiteit en kennis vormen vandaag de belangrijkste grondstof in de business. Toch zwier je dit boek niet op de stapel van de dozijnen andere uitgaven over het nieuwe paradigma in het bedrijfsuniversum.

Managementboeken zijn nu eenmaal moutons de Panurge: als er één schaap over de dam is, volgt de hele kudde stormenderhand – allen achter dezelfde leuze aan en dan maar hopen dat het niet de verkeerde is. Achter de dam wacht misschien een rivier vol draaikolken. Maar Funky business kittelt de geest en ontspringt daarmee de dans der veronachtzaamde managementboeken.

Anders zijn. Het pleit voor de blitze Zweden dat ze de platgetreden litanie consequent in een bijbehorende vorm brengen. Juist door die kruidige benadering kan het boek in één ruk uitgelezen worden en kunnen managers wel degelijk wakker geschud worden. Ondanks het keer op keer herhaalde evangelie van de kenniseconomie, zweren de meeste ondernemers immers gewoon verder bij de klassieke strategie. Laten we dat vooral niet vergeten. Er verschijnen nu managementboeken bij de vleet. Alleen al over leiderschap haal je met een beetje rondneuzen ruim 2000 Engelstalige titels uit het jaar 2000 te voorschijn. Ondertussen lijkt het in vele bedrijven evenwel of er nog altijd slechts één managementwerk bestaat: de oude vertrouwde arbeidsdeling van Taylor, totstandgekomen tijdens de vorige eeuwwende.

Riddersträle en Nordström vatten de nieuwe kenmerken samen en variëren die hippe melodie aardig. Zo tonen ze – onder meer met de olympische medailleoogst – dat ook de nieuwe economie keihard is. De winnaar neemt alles en het verschil tussen winnen en verliezen is vaak bijzonder klein. Dat stemt managers angstig, nerveus en onzeker. Met nieuwe economie verwijzen de auteurs overigens niet alleen naar de dotcoms, maar naar de globale kennismaatschappij.

Uiteindelijk komt de trendy verpakte snelcursus van Riddersträle en Nordström neer op de wijze lessen van gerespecteerde managementgoeroes als Michael Porter: alleen met een uitgekiende strategie kun je nog het onderscheid maken. Bovendien moet je blijven veranderen. Hiermee bereiken we de kernboodschap: vandaag spruit competitief voordeel voort uit anders zijn. Dit vereist creatief denken en dus ook medewerkers die origineel durven denken. Vanuit dat perspectief is het nog zo gek niet dat de auteurs de prestigieuze managementcongressen toespreken in een opvallende outfit. Ze zijn anders dan de krijtstreeppakken. De vorm is de boodschap.

Werk en plezier. Momenteel hebben de werknemers het belangrijkste kapitaal van de onderneming in bezit: kennis. Karl Marx had dus toch gelijk. Maarten Luther daarentegen kreeg het deksel op de neus. Hij predikte zelfmotivatie. De zelfgemotiveerde werknemers staan braaf elke morgen op om gretig naar het werk te gaan. Maar vandaag werken mensen om rijk te worden, om plezier te maken, om nieuwe steden te zien. Werken uit moreel plichtsbesef hoort er niet meer bij.

De auteurs verpakken die verandering in een formule: “Maarten Luther is dood X Karl Marx had gelijk = mega-uitdagingen voor de moderne manager (en voor de maatschappij in het algemeen). Ineens is de organisatie – vanuit het persoonlijke perspectief – wegwerpbaar in plaats van permanent. Tegenwoordig huren mensen organisaties, in plaats van andersom.”

Jonas Riddersträle & Kjell Nordström, Funky business – Talent draagt kapitaal. Prentice Hall, 167 blz., 1280 fr.

luc de decker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content